Spreekwoorden met `afbijten`

Zoek

4 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `afbijten`

  1. de spits afbijten (=als eerste ergens aan beginnen aan iets moeilijks)
  2. geen ezel en kan zijn eigen oren afbijten. (=het onmogelijke hoef je niet te doen.)
  3. schaamte de kop afbijten (=je niet meer schamen)
  4. van zich afbijten/afslaan (=zich fel verdedigen)

Eén betekenis bevat `afbijten`

  1. je tanden laten zien (=tonen dat men niet bang is, van zich afbijten; stevig uitvaren; streng zijn)

7 dialectgezegden bevatten `afbijten`

  1. a sjik afbijten (=u tegen je zin zwijgen) (Erps)
  2. de neus afbijten (=afsnauwen) (Sint-Niklaas)
  3. een scheef antwort krijgen; de neus afbijten (=een bits antwoord krijgen) (Sint-Niklaas)
  4. hoar op eu tanden en (=afbijten of doorstaan) (Gents)
  5. iemand de neus afbijten (=iemand afsnauwen) (Sint-Niklaas)
  6. van de trog afbijten (=iemand achteruit stellen) (Schunnebroecks)
  7. zen gal autspaaje (=van zich afbijten) (Munsterbilzen - Minsters)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen