5 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `roepen`
- een roepende in de woestijn zijn (=niemand die naar je wil luisteren (bij raad/waarschuwingen))
- iemand op het matje roepen (=iemand bij zich laten komen en om uitleg vragen waarom iets zo gedaan is)
- in het aanzijn roepen (=in het leven roepen)
- je moet geen `hei` roepen voordat je de brug over bent (=vreugde over een goede afloop is pas toepasselijk als er niets meer verkeerd kan gaan)
- roepen in de woestijn (=niet gehoord worden)
3 betekenissen bevatten `roepen`
- in het aanzijn roepen (=in het leven roepen)
- lege vaten klinken het holst (=zij die er niets over weten, roepen het hardst)
- blaffende honden bijten niet (=zij die het hardst roepen, zijn het minst gevaarlijk)
21 dialectgezegden bevatten `roepen`
- 'k ken um nie bekwèkt krijge (=hij hoort me niet roepen) (Bredaas)
- 'k zun op al eiligen roepen (=ik heb heel veel pijn...) (Sint-Niklaas)
- Bleuëke waaj ë kaaf (=luid roepen als een kalf) (Munsterbilzen - Minsters)
- de roepers zen de poepers (=zij die het hardst roepen hebben de grootste angst) (Booms)
- den boer waar himmol aachter op zunnen èkker, k-kos um nie bekwêeke krèège (=de boer was helemaal achter op zijn akker, ik kon hem niet bereiken met roepen) (Tilburgs)
- die motte gij us op z n vesje tuffe (=die moet je eens tot de orde roepen) (Oudenbosch)
- één terechte zett'n (=iemand tot de orde roepen) (Westerkwartiers)
- ge mottem is op zun nummer zette (=je moet hem tot de orde roepen) (Oudenbosch)
- Hij schrouwt asof e in Geelbroek zit (=Hard roepen) (Drents)
- iemand meeroepen (=iemand roepen om mee te gaan) (Sint-Niklaas)
- iemëd zën aach zaolighètsë vieërlaeze (=iemand op het matje roepen) (Munsterbilzen - Minsters)
- ik kosse bekaant nie bekweke gekrege krijge (=ik kon haar met hard roepen bijna niet bereiken) (Tilburgs)
- kleen krijge (=tot de orde roepen) (Bilzers)
- mosselen roepen voeur da gon duizen zit (=voortvarend zijn) (Sint-Niklaas)
- op alle eilegen roepen (=hard schreeuwen) (Meers)
- poesmiejêw (=de kat roepen) (Kaprijks)
- vliege de zwelmerkes leig, dan bliffet nie dreig (=roepen de duiven keer op keer, reken dan maar op goed weer) (Munsterbilzen - Minsters)
- wie hebt roepen op n moos; Vi'j hebt roep'n op'n moos (=wij hebben rupsen op de boerenkool) (Twents)
- ze roepen d'rover (=men is er vol lof over) (Wichels)
- zit zau nie én mën aure te sjoeë (=zit niet zo hard te roepen) (Munsterbilzen - Minsters)
- zit zau nie te bleûke waajën koebeis (=sta daar niet zo als een koebeest te roepen) (Munsterbilzen - Minsters)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen