70 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `hang`
- aan de latten hangen (=ermee ophouden - bijna bankroet zijn)
- aan de lus hangen (=recht blijven staan in tram of bus)
- aan de pan blijven hangen/kleven (=zich om bestwil ergens mee bemoeien maar er slecht afkomen)
- aan de schors blijven hangen (=iemand of iets alleen op het uiterlijk beoordelen)
- aan de strijkstok blijven hangen (=geld dat aan een goed doel wordt besteed verdwijnt voor een groot deel bij mensen die oneerlijke onkosten maken)
- aan een zijden draadje hangen (=de kansen zijn nog niet verkeken, maar het scheelt erg weinig)
- aan elkaar hangen als droog zand (=geen enkele samenhang vertonen)
- aan het klokzeel hangen (=bekend maken)
- aan iemands lippen hangen (=aandachtig luisteren)
- aan iets blijven hangen (=ergens verstrikt in raken, ermee bezig blijven)
- aan zijn eerste leugen niet gebarsten en voor zijn tweede niet opgehangen zijn (=een grote leugenaar zijn)
- aan zijn neus hangen (=hem inlichten)
- als je je pet ertegenaan gooit dan blijft hij hangen (=dat stukje verfwerk is niet erg vlak uitgevoerd)
- als los zand aan elkaar hangen (=zonder enige samenhang)
- barbertje moet hangen (=ongeacht of iemand schuldig is moet die gestraft worden)
- boven het hoofd hangen (=te wachten staan)
- daar hangt de po uit (=het is niet zoals het zou moeten zijn)
- daar hangt de schaar uit (=men is daar niet te vertrouwen)
- daar hangt het mes uit (=men durft daar een grote uitdaging aan te gaan)
- dat hangt als een schijthuis boven de gracht (=dat is overduidelijk)
- de beest spelen/uithangen (=zich onbeschoft gedragen)
- de bordjes zijn verhangen (=de omstandigheden zijn veranderd)
- de broodkorf hoger hangen. (=bezuinigen)
- de bui zien hangen (=een ongunstige situatie aanvoelen voordat deze zich daadwerkelijk voordoet)
- de druiven hangen te hoog (=van iets dat men niet krijgen kan, zeggen dat men het niet wil)
- de fiets aan de haak hangen (=stoppen met wielrennen)
- de gebraden haan uithangen (=op onverantwoordelijke wijze erg veel geld uitgeven aan met name lekker eten en drinken)
- de grote jan uithangen (=je groot voordoen)
- de groten rijden te paard en de kleinen hangen tussen hemel en aarde. (=de machtige lui leven op kosten van de gewone man)
- de haring hangt aan zijn eigen kieuwen (=men dient verantwoording te nemen voor de eigen daden)
- de harp aan de wilgen hangen (=de bezigheden stopzetten)
- de huik naar de wind hangen (=meeheulen - altijd andermans standpunt volgen)
- de kap aan de haag hangen (=het voor gezien houden)
- de klok hebben horen luiden maar niet weten waar de klepel hangt (=ergens over gehoord hebben, zonder er echt iets van af te weten)
- de lamp hangt scheef (=het geld is op)
- de lier aan de wilgen hangen (=zijn bezigheden stopzetten)
- de lip laten hangen (=de moed opgeven, pruilen)
- de lucht hangt nog vol dagen. (=er is tijd genoeg)
- de mantel naar de wind hangen (=steeds de opinie van de anderen volgen)
- de rook kan het hangerijzer niet deren (=het heeft geen zin te proberen iets dat vast staat te veranderen)
- de vuile was buiten hangen (=over onaangename zaken spreken met buitenstaanders)
- die geboren is om te hangen, zal niet verdrinken. (=je kunt je lot niet ontlopen.)
- door het behang gaan (=voor schut gezet worden)
- een heet hangijzer (=een moeilijk onderwerp waar veel discussie over bestaat)
- er blijft veel aan maat en strijkstok hangen (=lang niet alles komt op zijn plaats terecht)
- goed gereedschap hangt onder een afdak. (=ik ben wel te dik maar mijn ‘gereedschap` (de penis) werkt nog goed.)
- het de keel uithangen (=ergens genoeg van hebben)
- het een eind uit de broek laten hangen (=royaal zijn)
- het hoofd laten hangen (=treurig zijn - het opgeven)
- iemand iets aan de neus hangen (=iemand iets vertellen wat die beter niet kan weten)
6 betekenissen bevatten `hang`
- donderbuien zuiveren de lucht. (=een ruzie kan een hangende situatie oplossen)
- aan elkaar hangen als droog zand (=geen enkele samenhang vertonen)
- zo dood als een pier (=geheel en al dood, als een aardworm die slap aan de hengel hangt)
- het is maar hoe de kaarten vallen (=het hangt van het lot af)
- door het hennepen venster kijken (=opgehangen worden)
- als los zand aan elkaar hangen (=zonder enige samenhang)
14 dialectgezegden bevatten `hang`
- 'T hang dikke myn klwutt'n eut (=Ik ben het grondig beu) (Harelbeeks)
- 'T hang mijn bott'n eut (=Ik ben het beu) (Harelbeeks)
- dao esse mét kwaoj hang aan gekaome (=daar is iemand niet op een eerlijke manier aan gekomen) (Weerts)
- hang dat mèr aoën zënë stat (=vergeet het maar ! Dat krijg je niet !) (Munsterbilzen - Minsters)
- hang dat on de kat hërre stat (=dat gelooft toch niemand) (Munsterbilzen - Minsters)
- hang de zon mér rap aut (=het wordt tijd dat de zon gaat schijnen) (Munsterbilzen - Minsters)
- hang zau nie de onniëzelaer aut (=doe niet alsof je neus bloedt) (Bilzers)
- Ich hang 't heure óp (=De hoorn op de haak gooien) (Nijswillers)
- ich hang al heil onder het zaegmael (=hoe lang moet ik je zaag nog aanhoren?) (Bilzers)
- ich hang vol moos (=ik heb modder op mijn klederen) (Heusdens)
- Ik hang je op annet spinnerag. (=Milde bedreiging.) (Zaans)
- k'aa d'esp'ier'is't aa, pak-ze (kaadespieristaapakse) (=ik hang de ham hier, neem hem als het de jouwe is) (Kaprijks)
- zaalig nówjaor met de kop vôl haor, met de moond vôl tang en 'n waofel inne hang (=nieuwjaarswens) (Weerts)
- Zoo ge't mòkt, zoo hedde't. (=Het hang van jezelf af hoe iets uitpakt.) (Waalwijks)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen