Spreekwoorden met `waai`

Zoek

17 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `waai`

  1. daar zal wat zwaaien (=daar zal een hartig woordje gesproken worden)
  2. dan zwaait er wat (=dan dreigen zware repercussies)
  3. de kwaaie pier (=de schuldige)
  4. de scepter zwaaien (=baas zijn)
  5. de wind niet door de hekken laten waaien (=elke gelegenheid te baat nemen)
  6. de wind waait uit die hoek (=een mening van iemand uit een bepaalde groep/partij)
  7. de wind waait uit een andere hoek (=de meningen/omstandigheden zijn veranderd)
  8. elke bos stro waait voor de wind (=onder makkelijke omstandigheden kan iedereen welvaren of iets uitvoeren)
  9. het wierookvat zwaaien (=lof toezwaaien)
  10. het zal er stinken/waaien (=er zal hevige ruzie zijn)
  11. laten waaien (=verwaarlozen, zich er niets van aantrekken)
  12. met alle winden waaien (=altijd iedereen gelijk geven / door alles en iedereen laten beïnvloeden)
  13. pluimen in de wind waaien (=iets doen zonder na te denken)
  14. veel stof doen opwaaien (=iets heeft grote invloed op wat er leeft bij mensen)
  15. weten uit welke hoek de wind waait (=weten hoe het in elkaar zit, wie de baas is)
  16. wierook toezwaaien (=lof toezwaaien)
  17. zo de wind waait, waait zijn jasje (=iemand zonder principes, die zonder eigen mening anderen naar de mond praat)

4 betekenissen bevatten `waai`

  1. een leven als een oordeel (=een verschrikkelijk lawaai)
  2. je laatste hemd aan hebben (=je hebt iets fout gedaan en er zal wat voor je zwaaien)
  3. het wierookvat zwaaien (=lof toezwaaien)
  4. wierook toezwaaien (=lof toezwaaien)

12 dialectgezegden bevatten `waai`

  1. 'k zit doar oep een goei waai (=je thuis voelen) (Arendonks)
  2. dae kriëgdae kriëg e pak zwiemel waai ter nog naut ho (ch) gehad (=die kreeg een goede rammeling) (Bilzers)
  3. dae stink waai de pês (=die stinkt als de pest) (Munsterbilzen - Minsters)
  4. de schaepe staon aomel in d'n waai (=de schapen staan allemaal in de wei) (Hoeksche Waards)
  5. griks deurre waai goann (=het gerichtst door de wei gaan, de kortste weg) (Loois)
  6. ie is nog te leu om t hos te zien waai n (=lui) (Zeeuws)
  7. ik waai uut mien letste verskóoning (=het waait heel erg hard) (Westfries)
  8. Is ut perd al gewasse en de waai al gemaaid? (=Heb je ''HET'' al gedaan?) (Brabants)
  9. laeve waai got en frankrek (=een goed leven leiden) (Bilzers)
  10. ne kop waai een zieëf hëbbe (=geheugenverlies hebben) (Munsterbilzen - Minsters)
  11. Oe waai môk nog? (=Hoe ver moet ik nog?) (brabants)
  12. van de waai aaf (=van het veld af) (Kaatsheuvels)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen