Spreekwoorden met `enge`

Zoek

48 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `enge`

  1. aan de man brengen/helpen (=verkopen)
  2. aan het licht brengen (=bekend maken (bijz. van ongunstige dingen))
  3. aan het verstand brengen (=duidelijk maken)
  4. al moesten de kraaien het uitbrengen (=ooit wordt de zaak bekend)
  5. al zouden de raven het uitbrengen (=ooit wordt de zaak bekend)
  6. alles komt uit al moesten de kraaien het uitbrengen (=de waarheid komt altijd uit)
  7. als de dagen lengen begint de winter te strengen. (=wanneer de dagen korter worden komt de winter eraan)
  8. als de dagen lengen, gaan de nachten strengen (=het koudste deel van de winter valt na de kortste dag)
  9. alsof er een engeltje over je tong piest (=iets lekker vinden)
  10. de bal aan het rollen brengen (=de aanzet geven)
  11. de engeltjes schudden hun bed op / kussens uit (=het sneeuwt)
  12. de engeltjes schudden hun kussens uit (=het sneeuwt)
  13. de kraaien zullen het uitbrengen (=de waarheid zal aan het licht komen)
  14. de raven zullen het uitbrengen (=de waarheid komt hoe dan ook aan het licht)
  15. een dronken vrouw is een engel in bed (=drank draagt bij aan het beëindigen van de tegenstand)
  16. er is tuk aan de hengel (=hij heeft beet (krijgt zijn zin))
  17. geen tien paarden brengen me daar naar toe. (=in geen geval ga ik daar naar toe)
  18. geen zoden aan de dijk brengen/zetten (=niets bijdragen tot)
  19. het eerste gewin is kattengespin (=wie het eerste spelletje wint, verliest soms alle volgende spelletjes)
  20. iemand van zijn stuk brengen (=iemand onzeker maken)
  21. iets aan de man brengen (=iets verkopen)
  22. iets aan het licht brengen (=iets bekend maken wat verborgen is)
  23. iets niet met zijn geweten overeen kunnen brengen (=iets niet kunnen doen omdat men het niet goed vindt)
  24. iets op het tapijt brengen (=over een onderwerp beginnen (te praten))
  25. iets te berde brengen (=een voorstel doen; iets ter sprake brengen)
  26. iets ter tafel brengen (=voorstellen om iets te bespreken)
  27. iets voor het voetlicht brengen (=iets onder de aandacht brengen)
  28. in de aanslag brengen (=gereedmaken)
  29. in diskrediet brengen (=de goede naam aantasten)
  30. je eieren goed naar de markt brengen (=met een rijke vrouw getrouwd zijn)
  31. je huid zelf ter markt brengen (=zichzelf verdedigen)
  32. je klompen wegbrengen/wegzetten (=naar huis gaan/sterven)
  33. leven in de brouwerij brengen (=waar het rustig is activiteit, vrolijkheid of drukte inbrengen)
  34. met een gouden hengel vissen (=door bedrog zijn doel halen)
  35. met een zilveren hengel vissen (=vis kopen in plaats van vangen. Ook: doel bereiken met bedrog)
  36. morgen brengen (=dat geloof je toch zelf niet! dat doe ik beslist niet!)
  37. niets dan lege briefjes hebben in te brengen (=voorstellen waarvan je vooraf al weet dat deze toch niet bekeken worden)
  38. om hals brengen (=iemand doden)
  39. om zeep brengen/helpen/zijn (=doden/mislukken)
  40. onder het juk brengen (=onderwerpen)
  41. onder het oog brengen (=doen opmerken)
  42. onder ogen brengen (=onder de aandacht brengen)
  43. onder zijn scepter brengen (=ondergeschikt maken)
  44. rozengeur en maneschijn (=totaal geluk)
  45. scherven brengen geluk. (=dit zeg je om iemand zich minder schuldig te laten voelen)
  46. strenge heren regeren niet lang (=wanneer een baas niet een beetje soepel is wordt het voor hem erg moeilijk)
  47. tot de bedelstaf/bedelzak brengen (=alle aardse bezittingen ontnemen)
  48. uilen naar Athene brengen. (=onzinnig werk (er zijn al wijzen=uilen genoeg in Athene))

48 betekenissen bevatten `enge`

  1. eén rotte appel in de mand, maakt al het gave fruit te schand (=als één persoon uit een groep zich misdraagt, wordt de hele groep erop aangekeken. / Een negatieve beïnvloeding van één persoon kan vele anderen op het slechte pad brengen.)
  2. door merg en been gaan/dringen/snijden (=buitengewoon kwetsend of doordringend zijn)
  3. zo lustig zijn als een vogeltje dat koe heet (=buitengewoon loom zijn)
  4. als een olifant in de porseleinkast (=buitengewoon onvoorzichtig of tactloos)
  5. daar moet de schoorsteen van roken (=dat moet de inkomsten voortbrengen. Daar moeten we van bestaan)
  6. daar kun je ketelaar van blijven (=dat zal niets opbrengen)
  7. op de pianist schieten (=de onschuldige (de brenger van het nieuws) straffen)
  8. het juiste midden vinden (=een goed evenwicht vinden tussen twee tegengestelde aanpakken. Bijvoorbeeld, als het er om gaat hoeveel bevoegdheden de politie moet hebben om de rechtsstaat te handhaven)
  9. een zaak/kwestie aankaarten (=een onderwerp ter discussie brengen)
  10. nood doet zelfs oude vrouwen rennen (=een onverwachte situatie kan verrassende kwaliteiten naar boven brengen (vergelijkbaar met `angst geeft vleugels`))
  11. iets te berde brengen (=een voorstel doen; iets ter sprake brengen)
  12. het ijs breken / het ijs is gebroken (=een vriendelijk gesprek op gang brengen na een kil begin)
  13. er een plasje overheen doen (=ergens een kleine wijziging in aan (laten) brengen, dat wel duidelijk laat zien dat de afzender iemand van belang is)
  14. zo dood als een pier (=geheel en al dood, als een aardworm die slap aan de hengel hangt)
  15. rapen en schrapen (=geld bijeenbrengen)
  16. gestolen goed gedijt niet (=gestolen zaken brengen nooit voordeel)
  17. averechts uitpakken (=helemaal verkeerd aflopen. Tegengesteld uitpakken)
  18. de rijpste pruimen zijn geschud (=het belangrijkste werk is gedaan of grootste deel van de oogst is binnengehaald)
  19. het is bij de konijnen af (=het is buitengewoon erg)
  20. zo gaan er geen twaalf in een dozijn (=het is iets buitengewoons)
  21. je laatste troef uitspelen (=het laatste wat iemand achter de hand had naar buiten brengen)
  22. het mes snijdt aan twee kanten (=het levert dubbel voordeel op (NL.) Er zijn niet alleen voordelen aan verbonden, je kan eender wat vanuit verschillende en zelfs tegengestelde standpunten bekijken (BE).)
  23. het onder de pet houden (=het niet in de openbaarheid brengen)
  24. het klopt als een zwerende vinger (=het past goed; het is logisch; het is volkomen juist; er is niets tegen in te brengen. (Equivalent aan: het sluit als een bus.))
  25. iemand de rekening presenteren (=iemand de kosten ten laste brengen (ook figuurlijk))
  26. iemand met de neus op de feiten drukken (=iemand iets zó onder de aandacht brengen, dat hij het niet langer kan negeren)
  27. het iemand warm maken (=iemand in moeilijkheden brengen)
  28. de strop om de hals doen (=iemand in uiterste problemen brengen)
  29. de kat bij het spek zetten (=iemand in verleiding brengen)
  30. de kat bij de melk zetten (=iemand in verleiding brengen)
  31. voor het blok zetten (=iemand onverwacht in een lastige positie brengen; bijvoorbeeld iemand dwingen te reageren die dat eigenlijk niet wil, of iemand dwingen een keuze te maken.<>)
  32. iemand het land opjagen (=iemand uit zijn humeur brengen)
  33. iemand de mond snoeren (=iemand verbieden iets te zeggen / tot zwijgen brengen)
  34. iemand uit het zadel werpen (=iemand wegwerken, iemand in verlegenheid brengen)
  35. iets voor het voetlicht brengen (=iets onder de aandacht brengen)
  36. een goed pad krom loopt niet om. (=je kunt beter geen onnodige veranderingen aanbrengen)
  37. een nul in het cijfer zijn (=niets in te brengen hebben)
  38. onder ogen brengen (=onder de aandacht brengen)
  39. de noppen van de kleren houden (=onkosten met zich meebrengen)
  40. in de plooi zetten (=op orde brengen)
  41. iemand aan de tand voelen (=op strenge manier ondervragen)
  42. de oude Adam afleggen. (=slechte gewoonten of gedrag achterlaten om positieve veranderingen aan te brengen.)
  43. de lijn/teugels aanhalen (=strenger worden)
  44. van twaalf ambachten en dertien ongelukken zijn (=telkens ander werk doen maar er bij geen van allen iets terecht brengen)
  45. de mond snoeren (=tot zwijgen brengen)
  46. leven in de brouwerij brengen (=waar het rustig is activiteit, vrolijkheid of drukte inbrengen)
  47. de pen is machtiger dan het zwaard (=woorden kunnen meer teweeg brengen dan wapens)
  48. zachte winters, vette kerkhoven (=zachte winters geven vaak aanleiding tot meer ziekten dan strenge winters)

14 dialectgezegden bevatten `enge`

  1. dae kiektj of d’r haver mót pikke oet ein spakan (=hij heeft een bleek, mager gezicht (spakan = kan met enge hals om gist te bakken, daar krijg je niet gemakkelijk wat uit gehaald)) (Heitsers)
  2. dalik kome de boekkels (=pas op voor de enge geesten) (Sevenums)
  3. enge de sjtuúpe óp ut liéf jaage (=Iemand ontzettend doen schrikken, bang maken) (nijswillers)
  4. enge de vót verzòòle (=Iemand een pak slaag geven) (nijswillers)
  5. enge dur duuvel doe zieë (=Iemand tot het uiterste tergen) (nijswillers)
  6. enge èk aaf haan (=getikt zijn (gek zijn) ) (Eys)
  7. enge eng sjwaame, enge eng klène (=Iemand een klap verkopen) (nijswillers)
  8. enge eng wátsche (=Iemand een draai om de oren geven) (nijswillers)
  9. huije ze dich mar in eng hek jesjpritst dan woar ut vieleich nog enge sjune sjpatseersjtek woede (=was jij maar niet verwekt) (Kerkraads)
  10. is enge sjloerspeuler (=iemand die op andere drinkt) (Vaals)
  11. kieke wie enge frisch gepopte uul (=kijken als een kerstkindje) (Kerkraads)
  12. koekoek ènge zank (=een eentonige en zeer saaie bedoening) (wijlres)
  13. sich enge brieëm durrech de vott riete (=zeer zuinig zijn) (Eys)
  14. zich enge brieëm durrech chen vót riete (=gierig zijn) (Eys)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen