Spreekwoorden met `jonge`

Zoek

8 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `jonge`

  1. aap wat heb je mooie jongen (=sarcastische opmerking over iemand die wat al te trots is op iets)
  2. aap wat heb je mooie jongen spelen (=overdreven vriendelijk zijn)
  3. de vrucht der ervaring rijpt niet aan jonge takken (=de verstandigste opmerkingen komen van oudere mensen)
  4. een haastige hond werpt blinde jongen. (=te snel of impulsief handelen heeft slechte gevolgen)
  5. er een kleine jongen bij zijn (=er niet aan kunnen tippen)
  6. ik wil hogerop, zei de jongen en hij kwam aan de galg. (=bereik je doel op een eerlijke manier)
  7. jongens van Jan de Witt (=dappere jongens zijn)
  8. zoals de ouden zongen piepen de jongen (=de jongeren leren het van de ouderen)

5 betekenissen bevatten `jonge`

  1. jongens van Jan de Witt (=dappere jongens zijn)
  2. zoals de ouden zongen piepen de jongen (=de jongeren leren het van de ouderen)
  3. het takje buigen als het nog jong is (=goede gewoonten leert men het beste op jonge leeftijd aan)
  4. snotterige veulens worden de gladste paarden. (=kwajongens die nergens voor lijken te deugen, worden vaak flinke mannen)
  5. kattenkwaad uithalen (=kwajongensstreken)

42 dialectgezegden bevatten `jonge`

  1. 'n oarige dern / dahn (=een aardige jonge vrouw) (Maas en waals)
  2. Aa joenge dochter (=Oude jonge dochter) (Sint-Katelijne-Waver)
  3. aoch aoch mannekus toch (=jonge jonge) (Oudenbosch)
  4. d n duvel leetur meej jonge (=dat zul je moeten bezuren) (Oudenbosch)
  5. d n jonge is nog aarger dan d n ouwe (=zoon overtreft vader negatief) (Oudenbosch)
  6. das ne vandege jonge geworre (=dat is een flinke jongen geworden) (Oudenbosch)
  7. de joeng zen uitgeleend (=jonge vogeltjes die voor het eerst uitvliegen) (Ransts)
  8. dei nait old worr'n wil.mout zuk jonk ophang'n (=Als je niet oud wilt worden, moet je je op jonge leeftijd ophangen) (Gronings)
  9. doa heb ik gen jonge mei (=dat is niet mijn probleem) (Horster)
  10. Dreestuuvershanen (=jonge haantjes die drie stuivers kostten) (Twents)
  11. een jonge dochter (=ongehuwde vrouw) (Sint-Niklaas)
  12. een oekedoeleken (=jonge kikvors in zijn eerste gedaante) (Sint-Niklaas)
  13. ge zou toch nun aop laote jonge (=je zou er wat van krijgen) (Oudenbosch)
  14. geddoeweige mooi opgewerkt jonge (=ik ben leraar geworden) (Oudenbosch)
  15. griezele grapp'm en gien enne (=tsjonge jonge) (Westerkwartiers)
  16. griezele grapp'n en gien enne (=tjonge jonge jonge) (Westerkwartiers)
  17. Ie kunt een tak allent maor bugen as e nog gruun is. (=Kinderen moeten op jonge leeftijd normen bijgebracht worden.) (Drents)
  18. Ie weirk nog lyk nen achttienmoandre (=Hij wekrt nog zoals een jonge man) (Harelbeeks)
  19. Ik heb eine smaak in de mónd asof d'r ein kat in haet zitte jônge (=Een vieze smaak in de mond hebben) (Venloos)
  20. in zunne jonge tijd kon Klaos Meesters zo op un peerd sprienge (=Klaas Meesters die was pas lenig) (Oudenbosch)
  21. jonge jonge (=wat erg) (Oudenbosch)
  22. junge jalt um (=jonge ga weg) (helmonds)
  23. kain toag nie jonge (=kan toch niet) (Bosch)
  24. Kittig ding (=jonge vrouw) (Archaïsch)
  25. Mar Kè (=Maar Kerel, Tjonge jonge jonge!) (Groesbeeks)
  26. Met ' n oald hoes en ' n joonk wief he' j altied wat te knooi' n. (=Met een oud huis en een jonge vrouw heb je aaltijd iets om handen) (Twents)
  27. nog è joenge poelie zien (=nog een jonge vrouw zijn) (Veurns)
  28. op nen aaë fits moeste leire vaore (=oude vrouwen leren je hoe je jonge meisjes bespeelt) (Munsterbilzen - Minsters)
  29. ouwe jonge kaerel (=ongetrouwde man) (Zeeuws)
  30. skuim op de bek staan jonge (=schuim op de mond staan) (Gronings)
  31. slaeg kriege wie ‘ne jónge hóndj (=een flink pak slaag krijgen) (Heitsers)
  32. Sodeju nog an toe (=Tjonge jonge jonge) (Utrechts)
  33. stampuh jonge (=hardcore) (brabants)
  34. Stelletje (=bier met jonge jenever drinken) (Katwijks)
  35. Teute as 'n jonge moid (=Onzin vertellen) (Westfries)
  36. Tou dan Tammo, tik eem teeg'n 't raom aan dan! (=Zeg jonge man, wilt u even tegen het raam tikken?) (Gronings)
  37. uit de Meirk gehaold (=herkomst jonge dieren (kalfjes, veulen...) ) (Hoogstraats)
  38. van jonge leu en oale groond (=van jonge mensen en oude grond) (Twents)
  39. vrig rijp, vrig rot (=op je oude dag moet je uitboeten omdat je op jonge leeftijd teveel van vrije hand hebt gekregen) (Munsterbilzen - Minsters)
  40. Weer je 't meeste van heb te zegge, deer kojje 't dichste bai te legge. (=Plaagzin op jonge mannen en vrouwen, die kritiek op elkaar hebben.) (Zaans)
  41. Zijn verstaund angt tissen zijn bieenen (=Over iemand die zijn gezin in de steek laat voor een jonge vrouw) (Lokers)
  42. zjèl (=vèr in de jonge gasten éir oër) (Dendermonds)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen