48 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `en te`
- aan alles een kleurtje weten te geven (=voor alles wel een uitleg weten)
- als een luis op een teerton (=vorderen als een luis op een teerton: niet opschieten)
- als een slak op een teerton (=erg traag zijn)
- als hadden geweest is, is hebben te laat. (=niet zeuren over gedane zaken)
- beslagen ten ijs komen (=goed voorbereid zijn)
- de druiven hangen te hoog (=van iets dat men niet krijgen kan, zeggen dat men het niet wil)
- de groten rijden te paard en de kleinen hangen tussen hemel en aarde. (=de machtige lui leven op kosten van de gewone man)
- de haren ten berge (doen) rijzen (=ergens erg van (doen) schrikken)
- de neuzen tellen (=het aantal aanwezigen tellen)
- de verzenen tegen de prikkels slaan (=zich verzetten tegen iets wat niet tegen te gaan is)
- een kat komt altijd weer op zijn poten terecht. (=uiteindelijk komt het toch weer in orde.)
- een paard dat stormt en een meisje dat wil trouwen zijn niet tegen te houwen. (=niet tot iets anders te bewegen)
- een te grote broek aantrekken (=een doel stellen waarvoor je niet de benodigde middelen hebt)
- een tegenslag (=een onverwacht nadelig feit of voorval)
- een tere snaar aanroeren (=spreken over iets waar men beter niet over had gesproken)
- er geen tekeningetje bij moeten maken (=het is overduidelijk)
- geen maat weten te houden (=onbeheerst doorgaan waarmee men begonnen is)
- geen teken van leven meer geven (=niets meer van zich laten horen)
- gewogen en te licht bevonden (=na onderzoek afgekeurd zijn)
- handen tekort komen (=te weinig hulp hebben , overstelpt worden)
- heden ten dage (=tegenwoordig)
- het is niet iedereen gegeven ajuin met droge ogen te schillen (=niet iedereen doet het onaangename met de glimlach)
- hier niet zijn om vliegen te vangen (=niet gekomen om de tijd de verdoen)
- iets dat krom is recht proberen te praten (=met praten proberen een fout iets goeds te laten lijken)
- in een goed blaadje proberen te komen (=een goede reputatie proberen te verkrijgen)
- in geen twee sloten tegelijk lopen (=voorzichtig zijn en op zichzelf kunnen passen)
- in geen velden of wegen te zien zijn (=iets is helemaal nergens te vinden)
- je botten kunnen tellen (=erg mager zijn)
- je kan geen omelet maken zonder eieren te breken (=soms moet men iets verliezen om een hoger doel te bereiken)
- je zegeningen tellen (=dankbaar zijn voor wat men heeft.)
- met geen pen te beschrijven zijn (=iets niet met woorden kunnen zeggen)
- niet van het ene brood tot het andere weten te geraken (=niet rond kunnen komen)
- om vliegen te vangen (=om te luieren (niets te doen))
- onbeslagen ten ijs komen (=niet voorbereid zijn)
- te groot voor een servet en te klein voor een tafellaken (=geen kind meer, maar nog te jong voor volwassen zaken)
- te haaien en te draaien lopen (=doelloos ronddwalen)
- te hooi en te gras (=zonder enige regelmaat of plan)
- te kust en te keur (=naar keuze)
- te lui om uit zijn ogen te zien (=erg lui)
- te pas en te onpas (=steeds opnieuw, of het nu zin heeft of niet)
- te weinig om te leven en te veel om te sterven (=een te kleine aalmoes)
- tijd heeft vleugels en geen teugels. (=de tijd gaat snel en is niet te beïnvloeden)
- tot geen drie kunnen tellen (=erg dom zijn)
- van alle markten teruggekomen zijn (=nergens voor deugen)
- vechten tegen de bierkaai (=een gevecht aangaan dat al bij voorbaat verloren is)
- verkopen terwijl hij erbij staat (=te slim af zijn)
- vorderen als een luis op een teerton (=erg moeizaam opschieten)
- wie zijn naasten te schande maakt, onteert zichzelf (=een klein foutje, kan een groot geheel te schande maken)
116 betekenissen bevatten `en te`
- buiten spel blijven (=(willen) proberen niet betrokken te zijn)
- op de grote trom slaan (=aandacht proberen te krijgen voor diens zaak)
- iemand het hof maken (=aardig tegen iemand doen in de hoop aardig gevonden te worden)
- het achter de ellebogen hebben (=achterbaks; zonder zijn zelfzuchtige bedoelingen te laten zien)
- de barricades opgaan (=actie voeren om iets voor elkaar te krijgen of juist tegen te houden)
- het gelag betalen (=alle kosten moeten betalen terwijl ook anderen er schuld aan hebben)
- iemand tot op zijn hemd uitkleden (=alles van iemand afnemen, een te hoge prijs laten betalen)
- allemans vriend is allemans gek. (=als je iedereen te vriend wil houden, zal men misbruik van je maken.)
- keur baart angst. (=bang zijn om niet de goede keuze te maken door een teveel aan opties)
- aan de slag gaan (=beginnen te werken, starten)
- water bij de wijn doen (=compromissen zien te sluiten)
- aan de rand van het ravijn bloeien de mooiste bloemen (=de beste resultaten dragen tegelijkertijd de grootste risico`s)
- tussen de regels door lezen (=de diepere betekenis van een tekst begrijpen)
- de admiraal heeft geschoten. (=de gastheer heeft het sein gegeven te gaan eten.)
- in zijn kraag duiken (=de kraag hoog opzetten tegen de koude)
- er is meer gelijk dan eigen gelijk (=de mening van anderen telt ook)
- er is meer dan een koe die blaar/bles heet (=de mening van anderen telt ook)
- iemand kunnen maken en breken (=de mogelijkheid hebben te beslissingen over iemands leven en dood en welbevinden)
- over de rooie gaan (=de perken te buiten gaan)
- tussen die twee was er geen chemie (=die twee mensen hadden te veel karakterverschillen om goed te kunnen samenwerken)
- goed gereedschap is het halve werk (=door de juiste hulpmiddelen te gebruiken wordt het karwei snel geklaard)
- de nekslag geven (=door iets wordt de situatie een te groot probleem waardoor men het niet meer aan kan)
- in de lucht hangen (=dreigen te gebeuren - onzeker zijn)
- meisjes die bloemen dragen, mag je kussen zonder te vragen (=een aanmoediging om meisjes met bloemen te kussen)
- in een goed blaadje proberen te komen (=een goede reputatie proberen te verkrijgen)
- er een gooi naar doen (=een kans wagen of iets proberen te raden)
- aan de rem trekken (=een ontwikkeling proberen tegen te houden/ waarschuwen dat iets niet goed gaat)
- de kool en de geit sparen (=een oplossing vinden waar beide partijen tevreden mee kunnen zijn)
- te weinig om te leven en te veel om te sterven (=een te kleine aalmoes)
- water in je kelder hebben (staan) (=een te korte broek aanhebben)
- er bekaaid (van) afkomen (=een te lage prijs ervoor krijgen)
- ongeluk komt zelden alleen (=een tegenslag wordt vaak gevolgd door nog meer problemen)
- vegen met de spons van blanus (=een teleurstelling ondervinden)
- op een volle buik staat een vrolijk hoofd. (=een volle buik brengt een blij en tevreden humeur.)
- je handen jeuken (=er erg veel zin in hebben te beginnen)
- er een balletje over opgooien (=er voorzichtig over beginnen te praten om erachter te komen wat anderen ervan vinden)
- zo glad als boter (=erg glad - moeilijk te pakken te krijgen)
- iets wikken en wegen (=erg lang over iets nadenken en alle voors- en tegens afwegen)
- iemand het hemd van het lijf vragen (=erg nieuwsgierig zijn en alles van iemand proberen te vragen)
- zo wijs als Salomo`s kat zijn (=erg wijs denken te zijn, maar eigenlijk totaal niet zijn)
- iets in de vingers hebben (=ergens ervaring en deskundigheid over hebben opgebouwd, waardoor men met grote kwaliteit en zonder fouten te maken, zich hiermee bezig kan houden)
- achter de schermen blijven (=geen bekendheid ergens mee willen krijgen terwijl diegene het wel bedacht heeft)
- geen poot aan de grond kunnen krijgen (=geen schijn van kans blijken te hebben)
- ruim zijn aandeel in `s werelds lief en leed gehad hebben (=genoeg geluk en tegenslagen gekend hebben)
- de neuzen tellen (=het aantal aanwezigen tellen)
- wie wat bewaart, die heeft wat (=het bewaren van zaken kan op lange termijn voordelig blijken te zijn)
- het houdt geen rooi (=het gaat de perken te buiten)
- vertrouwen komt te voet en gaat te paard (=het is makkelijker om iemands vertrouwen te schaden, dan te verkrijgen)
- met onwillige honden is het slecht hazen vangen (=het is moeilijk om samen te werken met mensen die niet willen)
- er is geen huis met hem te houden (=hij is niet tevreden te stellen, je kan er geen land mee bezeilen)
23 dialectgezegden bevatten `en te`
- daaj twei stoeën iëlkën oeëved aater de streik te haagen en te helvërë (=dat koppeltje staat iedere avond achter de struiken mekaar te klemmen en te wrijven) (Munsterbilzen - Minsters)
- dat dut 'er om 'e hoaverklap (=dat doet hij te pas en te onpas) (Westerkwartiers)
- de moes noch x jaore dabbe vër mich èn te haole (=de bent x jaren jonger dan ik) (Munsterbilzen - Minsters)
- Ei'j löp zich te post en te peerde (=Hij is extreem actief om iets te bewerkstelligen) (Kampers)
- goej waor hoes te nie èn te pakke (ook seksistisch bedoeld) (=als je goede koopwaar hebt, moet je niet veel reclame maken) (Munsterbilzen - Minsters)
- Hij is nog te lui en te liederog om uit ze oaguh te kaikuh (=Hij is te te lui om iets te doen) (Utrechts)
- Ich ben nau te aad en te stijf vür e wijf (=Trouwen is voor jongeren) (Bilzers)
- j'et ma e strooi in z'n gat te steken en te bloazen (=van iemand die gemakkelijk te beinvloeden is) (Iepers)
- je konn' n doar te kust en te keur (=er was daar keuze in overvloed) (Westerkwartiers)
- Je leeft lui en slecht, en armoedig. 1) Achteloos 2) Armoedig 3) Bestiaal 4) Canailleus 5) Gemeen 6) Godslasterlijk 7) Lichtzinnig 8) Losbandig 9) Ongebonden 10) Ongegeneerd 11) Ontuchtig 12) Onzedelijk 13) Pervers 14) Ploertachtig 15) Schandelijk 16) Slordig 17) Verdorven 18) Verzwijnd 19) Zedeloos 20) Zedenloos 21) Zwijnachtig (=je bin te lui en te liederlijk) (Utrechts)
- mëne vulo ès al 70 joër aad en mëne iërband steet allang plat (=ik ben al 70 en te oud voor sex) (Munsterbilzen - Minsters)
- o 't ol te schietn en te viestn kwam (=als het er tenslotte op aan kwam) (Veurns)
- olle stappe (=te pas en te onpas (vervelend wegens te veel) ) (Waregems)
- pèid: Te post en te pèid ieveranst nautoe rouijn (=Erg haastig ergens naartoe rijden) (Lebbeeks)
- Te lui en te liederlijk zijn, Op zn lauweren rusten. / Te lui (en te liederlijk) om de dag in te kijken (=Hij rust de hele dag en voert geen klap uit.) (Utrechts)
- te post en te peerd (=haastig) (Aalsters)
- te post en te pèerd d'r nartoe (=met grote haast, met alle middelen erheen) (Wichels)
- te pòst èn te pèèrd te vèld (=op stel en sprong erop uitgaan) (Tilburgs)
- Te stok en te messe stoan (=Een strijdvaardige houding aannemen) (Wevelgems)
- Tussen mal en vroed (=te klein voor het een en te groot voor het ander, puberaal gedrag.) (Urkers)
- van ain en te hoop (=kan je niet vertalen) (Gronings)
- vör te laeze, te schriêve en te kalle (=om te lezen, te schrijven en te praten) (Weerts)
- Wa zitte doar te dubben en te takkeleren? (=Wat zit je daar te piekeren?) (Turnhouts)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen