Spreekwoorden met `Geten`

Zoek

19 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `Geten`

  1. bot geGeten hebben (=dom geboren zijn en zo blijven)
  2. de koe is verGeten dat hij kalf geweest is. (=zeurende ouderen vergeten dat ze vroeger ook wild waren)
  3. de meeste aardappelen al geGeten hebben (=veel meegemaakt hebben, al lang leven)
  4. de soep wordt nooit zo heet geGeten, als zij wordt opgediend (=er worden meestal minder zware maatregelen toegepast dan was aangekondigd)
  5. een vogel die te vroeg zingt, wordt `s avonds van de kat geGeten. (=wie al te jong naar genot streeft, gaat te gronde.)
  6. een zak zout met iemand geGeten hebben (=iemand al lang kennen)
  7. er geen kaas van hebben geGeten (=er geen verstand van hebben)
  8. er geen pap van geGeten hebben (=er weinig over weten)
  9. gegeven brokken zijn gauw geGeten. (=weldadigheid gaat meestal niet ver.)
  10. hazenvlees geGeten hebben (=een bangerik zijn)
  11. heb je het ooit zo zout geGeten (=heb je het ooit zo straf meegemaakt)
  12. heeft de duivel `t paard geGeten, dan neemt hij de toom ook nog. (=ben je eenmaal in handen van slechte mensen gevallen, dan verlies je alles.)
  13. heeft de duivel het paard geGeten, dan neemt hij de toom ook nog. (=ben je eenmaal in de macht van slechte mensen, dan wordt het alleen maar erger)
  14. het beste paard van stal verGeten. (=een belangrijk persoon over het hoofd zien)
  15. het zo zout nog niet geGeten hebben (=het zo slecht nog nooit meegemaakt hebben)
  16. ongegund brood wordt veel geGeten. (=vaak kan men het niet verdragen dat het een ander beter gaat.)
  17. paardenvlees geGeten hebben (=van nature onrustig zijn)
  18. uitgesteld is niet verGeten. (=uitstel is nog geen afstel)
  19. wie gaat slapen zonder te hebben geGeten, staat op zonder te hebben geslapen. (=voor de gezondheid zijn eten en slapen van belang.)

24 betekenissen bevatten `Geten`

  1. de natuur is sterker dan de leer (=datgene wat aangeleerd is wordt gauw verGeten)
  2. eind goed, al goed (=de tegenslagen zijn gauw verGeten als het goed afloopt)
  3. dat zaakje zal wel doodbloeden (=die kwestie zal geleidelijk aan wel worden verGeten)
  4. met een rode letter aangetekend staan (=duidelijk vermeld , zodanig dat het zeker niet verGeten wordt)
  5. het ene oor in, het andere weer uit (=het wel horen en meteen weer verGeten)
  6. wel thuis kunnen blijven (=het wel kunnen verGeten)
  7. het wel kunnen schudden (=het wel kunnen verGeten)
  8. naar de maan lopen (=het wel mogen verGeten / weg moeten gaan)
  9. dat schaap zal een zachte dood nemen. (=het wordt verGeten)
  10. iemand of iets over het hoofd zien (=iemand niet opmerken, verGeten met iemand of iets rekening te houden, iets niet zien)
  11. iets over het hoofd zien (=iets verGeten of ontbreken)
  12. iets op je buik kunnen schrijven (=iets wel kunnen verGeten, dat wat je wilde gaat niet door)
  13. het oog is groter dan de maag (=meer op het bord scheppen dan er opgeGeten kan worden)
  14. wolven dromen van bossen. (=men kan zijn aangeboren aard niet verGeten)
  15. het grootste mirakel duurt maar drie dagen. (=mensen verGeten snel)
  16. een stadspraatje duurt maar drie dagen. (=mensen verGeten snel)
  17. achter de knopen hebben (=opgeGeten hebben)
  18. achter de kiezen hebben (=opgeGeten hebben)
  19. flink wat achter de knopen hebben (=veel geGeten en gedronken hebben)
  20. over het hoofd zien (=verGeten, niet opmerken)
  21. uit het zicht, uit het hart (=wanneer iets niet meer zichtbaar is, wordt het vaak verGeten.)
  22. wel onder zijn zolen kunnen schrijven (=wel mogen verGeten)
  23. de koe is vergeten dat hij kalf geweest is. (=zeurende ouderen verGeten dat ze vroeger ook wild waren)
  24. geen kip meer kunnen zeggen (=zoveel hebben geGeten dat je niets meer kan eten. Volkomen verzadigd)

6 dialectgezegden bevatten `Geten`

  1. ei eette boter Geten (=hij is in ongenade gevallen / hij is de schuldige) (Sint-Niklaas)
  2. en e num verboeft Geten (=hij heeft te veel geGeten) (Veurns)
  3. get gij hoazepatee Geten zekers (=je bent zo haastig) (Zottegems)
  4. IJ ee hozzekluten Geten (=Hij stapt vlug) (Zottegems)
  5. khe pijne Geten (=heel veel pijn gehad hebben) (Kalkens)
  6. z' ait er ginne kais van Geten (=zij heeft er geen verstand van) (denderleeuws)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen