Spreekwoorden met `verschil`

Zoek

2 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `verschil`

  1. een verschil van dag en nacht. (=een heel groot verschil.)
  2. het verschil tussen mijn en dijn niet kennen (=stelen)

20 betekenissen bevatten `verschil`

  1. twee geloven op een kussen daar slaapt de duivel tussen (=als twee personen van een verschillend geloof trouwen, gaat het zelden goed)
  2. de kerk in het midden laten (=bij een meningsverschil geven beide personen wat toe om het eens te worden)
  3. tussen die twee was er geen chemie (=die twee mensen hadden te veel karakterverschillen om goed te kunnen samenwerken)
  4. een slok op een borrel schelen (=een groot verschil maken)
  5. een verschil van dag en nacht. (=een heel groot verschil.)
  6. het mes snijdt aan twee kanten (=het levert dubbel voordeel op (NL.) Er zijn niet alleen voordelen aan verbonden, je kan eender wat vanuit verschillende en zelfs tegengestelde standpunten bekijken (BE).)
  7. of men van de kat of de kater gebeten wordt (=het maakt geen verschil)
  8. het zal me worstwezen (=het maakt voor mij geen enkel verschil)
  9. met twee monden praten (=jezelf tegenspreken in verschillende situaties, niet eerlijk zijn)
  10. ongelijke paarden trekken kwalijk. (=mensen die teveel verschillen in kwaliteiten, werken vaak niet goed samen)
  11. niet met iemand door één deur kunnen (=niet met iemand kunnen samenwerken (door verschillen in persoonlijkheid.))
  12. over smaak valt niet te twisten (=over verschil in smaak moet men geen ruzie maken)
  13. wat de een niet lust, daar eet een ander zich dik aan. (=smaken verschillen.)
  14. iemand van twaalf ambachten en dertien ongelukken zijn (=steeds verschillende baantjes hebben maar in geen enkel baantje succesvol zijn)
  15. veel koks bederven/verzouten de brij (=te veel verschillende raad volgen kan schadelijk zijn)
  16. appels met peren vergelijken (=twee totaal verschillende dingen vergelijken)
  17. van twee walletjes eten (=van verschillende kanten voordeel behalen (negatief))
  18. koud en heet uit één mond blazen. (=verschillende standpunten innemen om zijn eigen belangen te dienen)
  19. woorden zijn dwergen, daden zijn bergen (=woorden doen weinig, daden maken het verschil)
  20. het hebben over blauwe aardappelen en blauwe sokken (=zonder het aanvankelijk beseft te hebben over verschillende zaken spreken)

24 dialectgezegden bevatten `verschil`

  1. 't komt aal'moal op 't zulfde del (=het maakt allemaal geen verschil) (Westerkwartiers)
  2. da schil un meukesmaandje (=dat maakt een groot verschil) (Oudenbosch)
  3. da schul nogal wa (=dat maakt veel verschil) (Sint-Niklaas)
  4. dah maok gin verschil (=dat maakt niet uit) (Bredaas)
  5. dan slaag de buts de buil (=dat maakt geen verschil) (Graauws)
  6. Dao zitj versjil in e veugelke det zich doeëdflötj en e ein fluit diej zich doeëdvogeltj. (=Er zit verschil in een vogeltje dat zich dood fluit en een fluit die zich doodvogelt.) (Kinroois)
  7. das zo breed ast lank is (=dat is hetzelfde, daar is geen verschil tussen) (Sint-Niklaas)
  8. dat is um 't aeve (=dat maakt geen verschil) (wijlres)
  9. dat schilt 'n slok op 'n borrel (=dat maakt wel het verschil) (Westerkwartiers)
  10. die wiet ' t verschil niet tuss' n mien' t en dien' t (=dat is een dief) (Westerkwartiers)
  11. die wiet'n 't verschil niet tuss'n dien'nt en mien'nt (=dat zijn dieven) (Westerkwartiers)
  12. hij kent het verschil niet tussen een olifant en een mug (=een heel dom iemand) (Boksmeers)
  13. ich bèn graotës noeë sjoeël gegon, mèr dich vër niks (=het verschil tussen kostenloos en voor niets) (Munsterbilzen - Minsters)
  14. ielëk wilt gieën aat wieëne, mèr niemes wilt aat zin (=er is een verschil tussen oud zijn en zich oud voelen) (Munsterbilzen - Minsters)
  15. In 't wier ebben met iemand (=met iemand een verschil van mening hebben) (Zwols)
  16. in't wier hem'm (=verschil van mening hebben) (Hattems)
  17. je ebbe apostele en Bunskoeters (=verschil moet er zijn) (Volendams)
  18. Mijne lik kot bij kortrëk, mér wid van waorëgem (=menen en weten, dat is een groot verschil) (Munsterbilzen - Minsters)
  19. Nog gen klut vur un krej kunne onderscheie (=Geen verschil kunnen zien) (Genneps)
  20. sjuus de mèlk, anges is de os zoeë good as de koe (=er zit bijna geen verschil tussen die zaken) (Heitsers)
  21. tis zu lank esdettet breit is (=weinig verschil) (Opglabbeeks)
  22. tschol moar e metsershoar (=Er is maar een klein maar niet verwaarloosbaar verschil) (Lokers)
  23. Tussen Allways en Alldays zitj versjil mer ich zeen 't verbandj neet! (=Tussen Allways en alldays zit verschil maar ik zie het verband niet!) (Kinroois)
  24. zegg'n en doen is twee (=er is verschil tussen zeggen en doen) (Westerkwartiers)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen