Spreekwoorden met `na`

Zoek


275 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `na`

  1. die in het voorjaar niet zaait, in het najaar niet maait. (=als je jong bent moet je sparen voor je eigen oude dag)
  2. die perzik smaakt naar meer (=dat is gunstig - nog van dat!)
  3. die snaar moet men niet aanroeren (=daarover moet niet gesproken worden)
  4. doe wel naar mijn woorden, maar ziet niet naar mijn daden (=ik geef raad waar je je het beste aan kan houden, maar ik doe het zelf niet)
  5. door het oog van de naald kruipen (=op het nippertje ontsnappen)
  6. dwazen en gekken schrijven hun namen op deuren en hekken (=dwazen doen gekke dingen)
  7. een aardje naar zijn vaartje (=het karakter van zijn vader hebben)
  8. een dag is nooit zo nat of de zon schijnt altijd wat (=ook bij nare situaties zijn er lichtpuntjes)
  9. een droge maart en een natte april is de boeren naar hun wil (=weerspreuk)
  10. een garnaal heeft ook een hoofd (=schertsend gezegd van een kind dat koppig aan zijn mening vasthoudt)
  11. een geheugen als een garnaal (=een zeer slecht geheugen hebben)
  12. een gevoelige snaar raken (=iets ligt erg gevoelig bij iemand, belangstelling hebben voor een bepaald onderwerp en iemand die dan aandacht heeft ervoor)
  13. een goed zeeman wordt ook wel eens nat (=ieder kent zijn tegenslagen)
  14. een goede naam is beter dan olie (=een goede naam (reputatie) is beter dan veel geld (olie) bezitten)
  15. een kat in het donker/nauw maakt rare sprongen (=in een benarde situatie doet men vreemde dingen)
  16. een kolfje naar zijn hand (=iets dat hij erg graag doet)
  17. een naald in een hooiberg/hooimijt zoeken (=iets zoeken dat bijna niet te vinden is)
  18. een nagel aan iemands doodkist (=een groot verdriet of iemand die een groot verdriet veroorzaakt)
  19. een natte deken (=een borrel)
  20. een natte mei geeft boter in de wei (=weerspreuk)
  21. een tere snaar aanroeren (=spreken over iets waar men beter niet over had gesproken)
  22. een uiltje knappen (=een dutje doen (zogenaamd een vlinder vangen))
  23. een verschil van dag en nacht. (=een heel groot verschil.)
  24. een vreemdeling in Kanaän zijn (=weinig weten over het besproken onderwerp)
  25. er een gooi naar doen (=een kans wagen of iets proberen te raden)
  26. er een nachtje over willen slapen (=er eerst over na willen denken)
  27. er een slag naar slaan (=raden)
  28. er geen hout van snappen (=er niets van begrijpen)
  29. er met de pet naar gooien (=een taak bijzonder slordig uitvoeren)
  30. er naar kunnen fluiten (=het niet krijgen)
  31. er naar uitkijken als de pastoor naar het geld in het kerkenzakje (=iets vol verwachting tegemoet zien)
  32. er nachtwerk van maken (=laat opblijven)
  33. er oren naar hebben (=er wel iets in zien)
  34. er uitzien als een parnas (=er goed uitzien)
  35. er zal geen haan naar kraaien (=dat zal niemand te weten komen)
  36. er zijn vele wegen die naar Rome leiden (=er zijn meerdere manieren om iets te doen)
  37. erbij staan voor Jan met de korte achternaam (=geen zinvolle activiteit hebben)
  38. ergens met lood in de schoenen naar toe gaan (=er verschrikkelijk tegen opzien)
  39. fijnbesnaard (=gevoelig)
  40. garnaal/spiering is ook vis als er anders niet is. (=wees tevreden met wat je kunt krijgen)
  41. geef een ezel haver en hij loopt naar de distels. (=mensen zijn soms koppig en willen geen hulp of advies)
  42. geef een ezel klaver hij loopt naar de distels/biezen. (=sommige mensen zijn nooit tevreden met wat ze hebben)
  43. geen haan die er naar kraait (=niemand zal het weten)
  44. geen naam mogen hebben (=niets te betekenen zijn)
  45. geen nagel hebben om zijn gat te krabben (=heel erg arm zijn)
  46. geen oren hebben naar iets (=ergens niet naar willen luisteren)
  47. geen tien paarden brengen me daar naar toe. (=in geen geval ga ik daar naar toe)
  48. gekken en dwazen schrijven hun namen op deuren en glazen (=dwazen doen gekke dingen)
  49. genade vinden (=ergens geen straf voor krijgen of iets niet toegerekend worden)
  50. genade voor recht laten gelden (=de straf kwijtschelden)

331 betekenissen bevatten `na`

  1. je achter de oren krabben (=door een onverwachte, zorgelijke ontwikkeling tot nadenken gestemd zijn)
  2. een Babylonische spraakverwarring (=door elkaar spreken zonder naar elkaar te luisteren en elkaar niet verstaan)
  3. niet door mensenhanden gebouwd (=door God of natuur tot stand gebracht)
  4. de regen schuwen en in de sloot vallen (=door iets onaangenaams te ontwijken in nog groter problemen komen)
  5. het paard van Troje binnenhalen (=door onnadenkendheid of onnozelheid de vijand toelaten)
  6. eigen roem/lof stinkt (=door over jezelf op te scheppen maak je een nare indruk)
  7. met een waterzeil thuiskomen (=doornat zijn)
  8. leven als een god in Frankrijk (=een aangenaam en zorgeloos leven hebben)
  9. op de lappen (=een beetje opgeknapt - op stap om te drinken)
  10. een eed met boter bezegeld. (=een belofte zonder echte intentie om de belofte na te komen)
  11. een uiltje knappen (=een dutje doen (zogenaamd een vlinder vangen))
  12. tussen beurs en geweten geplaatst zijn (=een financieel goede - maar misdadige - zaak kunnen doen)
  13. een klein lek doet een groot schip zinken (=een geringe onachtzaamheid kan tot grote schade leiden)
  14. je mag wel ergens anders honger krijgen, als je thuis maar komt eten. (=een getrouwde man mag wel met knappe meisjes flirten, daar moet het bij blijven.)
  15. een goede naam is beter dan olie (=een goede naam (reputatie) is beter dan veel geld (olie) bezitten)
  16. aan zijn eerste leugen niet gebarsten en voor zijn tweede niet opgehangen zijn (=een grote leugenaar zijn)
  17. een heilig huisje (=een herberg - een (voor de betrokkene) onaantastbare waarheid)
  18. de kunst gaat om brood (=een kunstenaar verdient moeizaam z`n brood)
  19. de nacht is een goede raadsman. (=een nachtje slapen is goed bij het nemen van beslissingen)
  20. hoe eerder dood, hoe eerder begraven. (=een nare klus beter niet uitstellen)
  21. een lijk in de kast (=een onaangename erfenis)
  22. in de fout gaan (=een onaanvaardbaar of strafbaar feit begaan)
  23. een tegenslag (=een onverwacht nadelig feit of voorval)
  24. nood doet zelfs oude vrouwen rennen (=een onverwachte situatie kan verrassende kwaliteiten naar boven brengen (vergelijkbaar met `angst geeft vleugels`))
  25. een onbekookt plan (hebben) (=een plan hebben waar niet goed over is nagedacht)
  26. een aap op de schouder hebben (=een probleem hebben waar je niet vanaf komt.)
  27. zo rood als een kreeft (=een rode kleur hebben. (kreeft wordt knalrood tijdens het koken))
  28. rusten aan abrahams` borst (=een rustig, aangenaam leven leiden)
  29. het ijs breken / het ijs is gebroken (=een vriendelijk gesprek op gang brengen na een kil begin)
  30. een lulletje rozenwater (=een weinig dynamisch persoon)
  31. water naar de zee dragen (=een zinloos karwei opknappen)
  32. eerst oompje en dan oompjes kinderen (=eerst ik, daarna de anderen)
  33. je woorden kauwen (=eerst nadenken en dan pas spreken)
  34. niet over een nacht ijs gaan (=eerst nadenken voor men iets doet - geen risico`s nemen)
  35. de gek in de mouw dragen (=eigenaardigheden verbergen voor anderen)
  36. tussen twee stoelen in de as vallen (=er bekaaid vanaf komen)
  37. er een nachtje over willen slapen (=er eerst over na willen denken)
  38. tegen de paal lopen (=er slecht vanaf komen)
  39. er een vuile pijp aan roken (=er veel nadeel van ondervinden)
  40. er zouden geen achterklappers zijn waren er geen aanhoorders (=er wordt alleen geroddeld als er ook naar geluisterd wordt)
  41. er zijn meer hondjes die Fikkie heten (=er zijn meer mensen/etc. met dezelfde naam)
  42. iets wikken en wegen (=erg lang over iets nadenken en alle voors- en tegens afwegen)
  43. iemand de voet kussen (=erg onderdanig naar iemand doen)
  44. de nacht brengt raad. (=ergens een nachtje over slapen leidt tot betere beslissingen of oplossingen)
  45. met de muts naar iets gooien (=ergens geen zorg aan besteden / er een slag naar slaan, ernaar raden)
  46. geen oren hebben naar iets (=ergens niet naar willen luisteren)
  47. aan de latten hangen (=ermee ophouden - bijna bankroet zijn)
  48. bot vangen (=ernaast pakken, het niet krijgen)
  49. aan de ene voet een schoen, de ander blootvoets (=evenwicht is voornaamst)
  50. het hoofd boven water houden (=financieel rondkomen, juist genoeg geld hebben om te kunnen leven)

50 dialectgezegden bevatten `na`

  1. da smokt na jeir (=dat proeft naar aarde) (Sint-Katelijne-Waver)
  2. da stik zoe na nie (=dat komt niet zo nauw) (Munsterbilzen - Minsters)
  3. Da zijn nà toch gien doeningen he (=Dat zou men niet mogen doen) (Zelzaats)
  4. da'k na nekieër wiste... (=als ik nu eens wist...) (Kaprijks)
  5. da' s na wel muug veel (=Dat is nu wel heel veel) (Antwerps)
  6. daa kraag ik na es de weubes van sè (=daar krijg ik het van op mijn heupen) (Londerzeels)
  7. dae ès bekans noeë pieringëland (=hij is op sterven na dood) (Munsterbilzen - Minsters)
  8. dae höbbe ze ’t leileid aangedaon (=hij kan er na lang aandringen niet meer onderuit) (Heitsers)
  9. dae is ' m weer van de sjöp gesprònge (=iemand die opgeknapt is na een (bijna) fatale ziekte) (Steins)
  10. dae zë kèèëskë geet stilaoën aut (=hij is op sterven na dood) (Munsterbilzen - Minsters)
  11. dags nar/noar (=daags na) (Wichels)
  12. dao kriegs se slieë tenj van (=daar krijg je stroeve tanden van (bijv. na het eten van spinazie)) (Heitsers)
  13. dat geet wol baet (=dat bekoelt wel na een tijdje) (Munsterbilzen - Minsters)
  14. dat kimp zoe na nie (=dat steekt niet zo nauw) (Bilzers)
  15. dat kump zoe na nie (=dat komt niet zo nauw) (Munsterbilzen - Minsters)
  16. dat’m na ne kieër kost zwijgen (=dat hij nu 's kon zwijgen) (Meers)
  17. datei maai na gepakt sè (=Dat was emotioneel) (Antwerps)
  18. de bèd baeter daud aste gee laeve mei hëbs (=er is leven na de dood) (Munsterbilzen - Minsters)
  19. de bende Verstuyft [beruchte bende na WOI] (=een drukke groep mannen) (Wichels)
  20. de bès pas ne goeje as te èn de grond stiks (=na je dood wordt er misschien wat goeds over je verteld) (Munsterbilzen - Minsters)
  21. de bès zjus ne papëgoj ! (=jij zegt maar alles na !) (Munsterbilzen - Minsters)
  22. de bèste Pruus haet nog ein paerd gestaole (=geen enkele Duitser werd vertrouwd (uiteraard gezegde van in en na de oorlog)) (Heitsers)
  23. de deugd van e vêrke is pas nao zienen doeëd te mêrke (=na je dood word je pas erkend) (Weerts)
  24. de kieks mér (=denk nog maar eens na) (Bilzers)
  25. de kieks mèr (=denk maar rustig na) (Munsterbilzen - Minsters)
  26. de konegin mot ook schijte, daggie dat-ie lekker rook (=als er iemand commentaar heeft na je toiletbezoek) (Rotterdams)
  27. De polis stelt na een onderziek in eomda ze 't goe megeloëk vinge data geld me krimineel zokes te moken heet (=De politie stelt een onderzoek in, omdat zij het niet onwaarschijnlijk acht dat het geld te maken heeft met een criminele activiteit) (Holsbeeks)
  28. de zon konste pas wardiëre asse aater de wolke autkump (=na regen komt zonneschijn) (Bilzers)
  29. Den owet na zene awe (=een aardje naar zijn vaartje) (Mols)
  30. Der bint leu dee nich van gedachtn veraandert; mer dee deankt nooit noa (=Er zijn mensen die nooit van gedachte veranderen, maar deze mensen denken dan ook nooit na) (Twents)
  31. Der komt wel een skeet na (=Het is nu wel mooi weer, maar het kon wel eens in onweer eindigen) (Zaans)
  32. deur d'n duur (=na een zekere termijn) (Waregems)
  33. die komt er op gien stukk'n noa (=die komt er bij lange na niet) (Westerkwartiers)
  34. Doe da na tegoei (=Doe dit nu goed) (Sint-Katelijne-Waver)
  35. doe kins ’t dien kinjer baeter mèt ein werm handj gaeve as mèt ein kaoj (=je kunt je kinderen beter bij leven iets cadeau doen dan na de dood) (Heitsers)
  36. Doe ta na tegoei (=Doe dit nu goed) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
  37. doent mor ies noar dor meugen der veel achterkommen (=doe het maar eens na dat kunnen er niet veel) (Sint-Niklaas)
  38. dür te gon fietse hochter ferm opzenen ojem getréd (=na het fietsen was hij volledig buiten adem) (Bilzers)
  39. ee-m stille ween (=bidden voor en na 't eten) (Lutters)
  40. een keirmesse es een geiseling weird (=een zwaar hoofd na een nachtje uit) (Wetters)
  41. een koater hebb'n (=de dag na een avondje flink stappen :) (Westerkwartiers)
  42. een slecht joar is nog gien slechte eeuw (=na een slechte periode komt altijd weer een betere) (Westerkwartiers)
  43. Een trent nie (=Bij lange na niet) (Geffes)
  44. een zende van 't geslee (g) 'n zwijn (=een portie voor de buur na het slachten van een varken) (Waregems)
  45. eer dat je klaar bent (=na het wachten totdat je klaar bent,) (Utrechts)
  46. ein doeëdskist haet geine trèkhaok (=je kunt niets meenemen na je dood) (Heitsers)
  47. eind goed, aal goed (=als het na veel inspanning allemaal goed afloopt) (Westerkwartiers)
  48. En nà goat dje oeg vuuge, hê. (=En nu ga je je gedragen, hé.) (Walshoutems)
  49. er iets uitlappen (=onverwachts iets zeggen zonder na te denken) (Sint-Niklaas)
  50. Et melk nog wat noa (gezegd als een regenbui bijna voorbij is) (=Het druppelt nog wat na) (Epers)




Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen