de macht

zelfst.naamw. (v.)

Uitspraak:	[mɑxt]
Verbuigingen:	machten (meerv.)

1) vermogen/kracht om iets te (laten) doen zoals je wilt

Voorbeelden:	`macht uitoefenen`, `de ouderlijke macht`
uit alle macht proberen	(proberen met heel veel inspanning en moeite)
niet bij machte zijn om ...	(... niet kunnen)

2) persoon, groep of staat met een speciale taak

Voorbeeld:	`grootmacht`
de rechterlijke macht	()

3)

een getal tot de macht n

(een getal dat n keer met zichzelf vermenigvuldigd moet worden)

armee   autoriteit   belang   bevoegdheid   gezag   heerschappij   instantie   invloed   kracht   massa   mogendheid   sterkte   vermogen   

• met man en macht iets doen (=iedereen werkt hard mee)
• kennis is macht (=veel weten kan veel invloed betekenen)
• eendracht maakt macht (=wanneer mensen samenwerken kan men veel bereiken)
Naar de spreekwoorden

Hoe kun je met macht een ander begrip versterken?
je met man en macht verzetten; met man en macht werken; met man en macht
Uitdrukkingen die macht betekenen (waarin het woord zelf niet voorkomt):
aan het roer zitten/staan; absoluut vorst;

• •het vermogen zijn wil op te leggen. •een staat die zijn macht doet gevoelen. •"met man en ~": met inzetting van alle beschikbare middelen
• het baas zijn, invloed hebben vb: de minister heeft meer macht dan de koningin aan de macht komen [gaan regeren] uit de macht der gewoonte [omdat je het altijd zo gedaan hebt] macht uitoefenen [je invloed gebruiken] iemand in zijn macht krijgen [hem onderwerpen]
• [wiskunde] In de wiskunde: de exponent die aangeeft hoeveel malen een getal met zichzelf moet worden vermenigvuldigd, en die rechts boven dat getal wordt geplaatst. Voorbeeld: het getal 1.000.000 is gelijk aan de 6-de macht van het getal 10: 106.
• Let op: Spelling van 1914 In den slaventijd de gebruikelijke term voor de slavenbevolking op een plantage in de verbinding slavenmacht of negermacht.
• 1) Meerderheid 2) Misbruik van kracht 3) Heerschappij 4) Mogendheid 5) Staat van controle 6) Sterkte 7) Controle 8) Wiskundige term 9) Wiskundig product 10) Wiskundig getal 11) Politieke invloed 12) Dominantie 13) Gezag 14) Geweld 15) Gebied 16) Menigte 17) Wettelijke bevoegdheid 18) Autoriteit 19) Overwicht

Toon uitgebreidere definities

• machteloos• machteloosheid• machthebber• machtig• machtigen• machtiging• machtlijn• machtsbalans• machtsbasis• machtsbehoud• machtsbelust• machtsblok• machtscenakel• machtscentrum• machtsconcentratie• machtsconstellatie• machtsdeling• machtsdrager• machtselite• machtsevenwicht
• Toon alle woorden die beginnen met macht

• hoofdmacht• krijgsmacht• landmacht• luchtmacht• onmacht• overmacht• staatsmacht• volmacht• vredesmacht• zeemacht• zelfverdedigingsmacht• wondermacht• wetgevende macht• wereldmacht• weermacht• uitvoerende macht• troepenmacht• supermacht• strijdmacht• regeringsmacht
• Toon alle woorden die eindigen op macht

macht (vermogen om iets te doen; invloed)

Is het 'de macht' of 'het macht'?

Het is 'de macht', want macht is vrouwelijk. Als je het aanwijst is het 'die macht'.

Wat is het meervoud van macht?

Het meervoud van macht is 'machten'. Eén macht, twee machten.

Wat betekent macht?

'vermogen/kracht om iets te (laten) doen zoals je wilt' en 'persoon, groep of staat met een speciale taak' en ''

Hoe spel je macht?

macht spel je M A C H T

Wat is een ander woord voor macht?

Andere woorden voor macht zijn armee, autoriteit, belang, bevoegdheid, gezag, heerschappij, instantie, invloed, kracht, massa, mogendheid, sterkte en vermogen.

Zoek macht op Woordenlijst.org
Zoek macht op Google
Zoek macht op Wikipedia