Spreekwoorden met `vieren`

Zoek

5 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `vieren`

  1. de boer op de bok liet de teugels vieren, het paard kende zelf de weg wel. (=je moet niet doen alsof je de beste bent, iemand anders weet ook wel wat)
  2. de teugels laten vieren (=een minder streng beleid voeren)
  3. een oortje in vieren zouden bijten (=erg gierig zijn)
  4. het touw wat vieren (=het iets minder streng aanpakken)
  5. hoogtij vieren (=overvloedig aanwezig zijn)

8 betekenissen bevatten `vieren`

  1. eet geen paaseieren op goede vrijdag (=alles op zijn tijd, het feest niet te vroeg vieren)
  2. de bocht achter/onder de arm houden (=extra voorzichtig zijn, iets nog niet garanderen. (een bocht houden in het touw dat je laat vieren))
  3. fiat justitia (=het recht moet zegevieren)
  4. fiat justitia et pereat mundus (=het recht moet zegevieren ook al vergaat de wereld)
  5. het is niet altijd kermis. (=je kunt niet altijd feestvieren.)
  6. de bloemetjes buiten zetten (=uitbundig vieren)
  7. uit de bol gaan (=uitbundig vieren)
  8. de bovenhand krijgen (=winnen, zegevieren)

19 dialectgezegden bevatten `vieren`

  1. an ' t sunterklaze (=sinterklaas aan het vieren) (Westfries)
  2. dè gomme viere (=dat gaan we vieren) (Tilburgs)
  3. De plezierbroek moei-j mit de waarkbroek verdienen (=Eerst werken, dan feest vieren) (Giethoorns)
  4. de vlag autstaeke (=iets vieren) (Munsterbilzen - Minsters)
  5. Durdoen (=Oud en nieuwjaar vieren) (Eersels)
  6. fijfteg kaeskes autbloeëze (=zijn 50e verjaardag vieren) (Munsterbilzen - Minsters)
  7. goed'n zjuubleie vieër (z) 'n (=gouden jubileum vieren) (West-Vlaams)
  8. j' e nie van achter de vieren (=hij is bij de pinken) (Wevelgems)
  9. je zoe ne freng in vieren Bitten (=geld sparen) (Kortrijks)
  10. kerjoole vieër'n (=het binnenhalen van de oogst vieren) (West-Vlaams)
  11. kèrmessen (=de kermis vieren) (Sint-Niklaas)
  12. kgao moetn mne kop in vieren breekn (=ik heb veel kopzorgen) (Kortemarks)
  13. Mi enne wortel makte gin petozzi (=In je eentje kun je geen feest vieren) (Udens)
  14. same doorhaoje (=samen oud op nieuw vieren) (Heitsers)
  15. tswien de bietn injaeghen (=uitbundig vieren) (Roeselaars)
  16. tullepeteren (=carnaval vieren in Roosendaal) (Roosendaals)
  17. vant aaw int nuu speule (=de jaarwisseling vieren) (Tilburgs)
  18. ze speul'n mooi weer van pabbe's cent'n (=ze vieren feest op vaders kosten) (Westerkwartiers)
  19. ze waar'n vier staark (=ze waren met z'n vieren) (Westerkwartiers)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen