Spreekwoorden met `verstand`

Zoek

11 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `verstand`

  1. aan het verstand brengen (=duidelijk maken)
  2. ambt geeft verstand. (=een baan gekregen hebben zonder er iets van af te weten)
  3. boerenverstand (=zonder scholing toch slim zijn)
  4. er verstand van hebben als een kraai van een zaterdag (=er geen verstand van hebben)
  5. het verstand komt met de jaren (=naarmate je ouder wordt, word je wijzer en verstandiger)
  6. je verstand gebruiken (=het verstandig aanpakken)
  7. met het verstand van een garnaal (=erg weinig verstand, erg dom)
  8. mijn verstand staat er bij stil (=dat begrijp ik helemaal niet)
  9. van iets zoveel verstand hebben als een koe van saffraan eten (=ergens geen verstand van hebben)
  10. verstand hebben van gekookt eten. (=ergens verstand van hebben.)
  11. verstand op nul zetten (=niet nadenken en gewoon handelen.)

43 betekenissen bevatten `verstand`

  1. de vrucht der ervaring rijpt niet aan jonge takken (=de verstandigste opmerkingen komen van oudere mensen)
  2. als de wijn is in de man, is de wijsheid in de kan (=drank verdringt gezond verstand)
  3. de gekken krijgen de kaart (=dwaze en onverstandige mensen krijgen hun gelijk of ze dat hebben of niet)
  4. een wigge drijven tussen (=een splitsing of misverstand bewerken)
  5. een wig drijven tussen (=een splitsing of misverstand bewerken)
  6. er verstand van hebben als een kraai van een zaterdag (=er geen verstand van hebben)
  7. er geen kaas van hebben gegeten (=er geen verstand van hebben)
  8. de wijsheid in pacht hebben (=erg verstandig zijn of althans doen alsof)
  9. met het verstand van een garnaal (=erg weinig verstand, erg dom)
  10. van iets zoveel verstand hebben als een koe van saffraan eten (=ergens geen verstand van hebben)
  11. van Teeuwes nog Meeuwes weten (=ergens van helemaal geen verstand hebben)
  12. verstand hebben van gekookt eten. (=ergens verstand van hebben.)
  13. niet thuis zijn van (=geen verstand hebben van - niet willen weten van)
  14. ze alle vijf bij elkaar hebben (=goed bij zijn verstand zijn)
  15. vrij buurmans` kind, dan weet je wat je vindt. (=het is verstandig om vast te houden aan wat bekend en vertrouwd is)
  16. je verstand gebruiken (=het verstandig aanpakken)
  17. er mankeert iets in zijn bovenkamer (=hij is niet goed bij zijn verstand)
  18. gouden appels op zilveren schalen (=iets is erg prachtig/goed/verstandig (verwoord))
  19. met molentjes lopen (=in de war zijn, niet goed bij het verstand zijn)
  20. een schop van een ezel kunnen verdragen (=je moet het aankunnen dat iemand zonder verstand van zaken kritiek geeft)
  21. de domste boeren hebben de dikste aardappelen (=met geluk komt men vaak verder dan met verstand)
  22. wijze raad Is halve daad. (=met verstandig advies ben je al halverwege om succesvol te zijn)
  23. het verstand komt met de jaren (=naarmate je ouder wordt, word je wijzer en verstandiger)
  24. ze niet allemaal (alle vijf) op een rijtje hebben (=niet bij zijn volle verstand zijn. (alle vijf = de zintuigen))
  25. van lotje getikt zijn (=niet goed bij het verstand zijn)
  26. ze zien vliegen (=niet goed bij het verstand zijn)
  27. een klap van de molen (beet) hebben (=niet goed bij het verstand zijn)
  28. een klap van de molen gekregen hebben (=niet goed meer bij verstand zijn)
  29. in het land der blinden is eenoog koning (=tussen dommeriken volstaat een klein beetje verstand om baas te zijn)
  30. als het bier is in de man dan is de wijsheid in de kan (=van dronkaards verwacht men geen verstandige woorden)
  31. van toeten noch blazen weten (=van iets geen verstand hebben)
  32. een grote lantaarn, een klein licht (=veel praat, maar weinig verstand)
  33. grijs haar, wijs haar. (=verstand komt met de jaren)
  34. meer kunnen dan alleen brood eten (=verstand van zaken hebben)
  35. goed van aannemen (=verstandig)
  36. ze niet alle vijf hebben (=vreemd gedragen of niet goed bij het verstand zijn)
  37. niet hoog timmeren (=weinig verstand hebben)
  38. hoe groter geest hoe groter beest (=wel verstandig, maar daarom niet goedhartig)
  39. holle vaten bommen/klinken het hardst (=wie er het minste verstand van heeft, verkondigt het luidst zijn mening)
  40. hoe geleerder, hoe verkeerder (=wie te geleerd is mist soms eenvoudig gezond verstand)
  41. iemand of iets het hoofd bieden (=zich met verstand en beleid verzetten tegen iemand of iets, iemand weerstaan)
  42. de weg kwijt zijn (=zich onhandig opstellen, onverstandige keuzes maken)
  43. geen knip voor de neus waard zijn (=zijn vak niet kennen en er geen verstand van hebben)

50 dialectgezegden bevatten `verstand`

  1. 'j é ne slag van de meuln gad (=niet goed bij zijn verstand) (Knesselaars)
  2. 'n ons geluk is meer as 'n pond verstand (=zonder geluk vaart niemand wel) (Westerkwartiers)
  3. 'n ons gelök is mieër waerd as 'ne kilo verstând (=geluk is soms meer waard dan verstand) (Weerts)
  4. 'n pan aaf höbbe (=Niet goed bij zijn verstand zijn) (Berg en Terblijts)
  5. 't is 'n haalve goare (=zij is niet goed bij d'r verstand) (Westerkwartiers)
  6. 't verstand (=Hij ziet er niet zeer intelligent uit) (Achterhoeks)
  7. a eet een vèis los (=hij is niet goed bij zijn verstand) (Meers)
  8. a wet watem zei (=hij heeft er verstand van) (Nijlens)
  9. Aa is nog goe baa de zaane (=Hij is nog goed bij zijn verstand) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
  10. Aa wet wattem zei (=Hij heeft er verstand van) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
  11. alwier opgelost, zaag de boer, en hae stoek zen vroo bij zen draaj kènder én bed (=het is allemaal een kwestie van gezond verstand) (Munsterbilzen - Minsters)
  12. as den oeil stoet zakt 't verstand in de kluute (=als een man opgewonden is kan hij niet helder meer denken) (Brussels)
  13. Aske nen wief op`nen orgel spoalt kump d`r gin muziek oet.* (=verstand (zonder) ) (Twents)
  14. aste kénner sjiks, kraajgste kénner taus (=verstand komt nooit voor de jaren) (Munsterbilzen - Minsters)
  15. aste stek stijf steet, ès ten aajl al vliege (=als een man een erectie krijgt verliest hij zeker zijn verstand) (Munsterbilzen - Minsters)
  16. beder 'n ons geluk dan 'n pond verstand (=zonder geluk vaart niemand wel) (Westerkwartiers)
  17. Better n oons verstand as n poond geleardheaid! (=Beter een ons verstand dan een pond geleerdheid) (Twents)
  18. dae ès nie heil goed bij de zijne (=hij is niet goed bij zijn verstand) (Munsterbilzen - Minsters)
  19. dae hèt me (r) verstand èn éne vinger, dan dich èn een heil hand (=die is verstandiger dan gij) (Munsterbilzen - Minsters)
  20. dae hèt niks èn de kop, mér waol alles èn de broek (=hij heeft zijn verstand in zijn broek zitten) (Munsterbilzen - Minsters)
  21. dae kan nog gene liëge zak raechzètte (=die heeft geen verstand van werken!) (Munsterbilzen - Minsters)
  22. dae mins hét mei verstand én éne vinger, dan dich én zen heil hand (=die is slimmer dan 2 mensen gelijk gij) (Munsterbilzen - Minsters)
  23. dae stond aateraon én de raaj waaj ze hiëses voertgoefde (=hij stond zeker in de laatste rij toen ze verstand uitdeelden) (Bilzers)
  24. dae stond èn de lèste raaj waaj kristës de hiësëne autdeelde (=hij heeft totaal geen verstand) (Munsterbilzen - Minsters)
  25. dae zë verstand hink èn zën broek (=hij is alleen maar bezig met SX) (Munsterbilzen - Minsters)
  26. dae zënë kop ès zoe dik van zaegmael (=die heeft helemaal geen verstand) (Munsterbilzen - Minsters)
  27. dat geet mich boëve me klekske (=daar kan mijn verstand niet bij) (Munsterbilzen - Minsters)
  28. de bés nie heil tau (van snik) (=je ben niet goed bij je verstand) (Bilzers)
  29. Deé es ne mie heel djust bei zen mêmores (=Iemand die zijn verstand verloren is) (Walshoutems)
  30. den diene hee ze nie alle vijve (=niet goed bij zijn verstand) (Lovendegems)
  31. dër gene keis van geaete hëbbe (=er geen verstand van hebben) (Munsterbilzen - Minsters)
  32. det bezei haet d’r neet (=dat verstand heeft hij niet) (Heitsers)
  33. det is ‘ne aerdgalleprefesser (=dat is iemand die denkt ergens veel verstand van te hebben, maar dat blijkt niet zo te zijn) (Heitsers)
  34. dich hëbs ze vërstand get leig hange (=je hebt je verstand zeker in de broek steken) (Munsterbilzen - Minsters)
  35. dich hëbs ze verstand get leig hange (=waar dacht je wel aan toen je met haar in bed dook) (Munsterbilzen - Minsters)
  36. dich hëbs zëne kop ook nie mèt (=veel verstand (schoonheid) is u niet gegeven !) (Munsterbilzen - Minsters)
  37. die vent die spoort nie (=die kerel is niet goed bij z'n verstand) (Brabants)
  38. dijee un klap van de meule gat (=die is niet bij zijn verstand) (Oudenbosch)
  39. doar het 'er gien kees van eet'n (=daar heeft hij geen verstand van) (Westerkwartiers)
  40. doar het zij gien kees van eet'n (=daar heeft zij geen verstand van) (Westerkwartiers)
  41. Doar is der ene van em an 't blad häärken (=Hij is niet helemaal goed bij zijn verstand) (Epers)
  42. doë hûb ich gene keis van geaete (=daar heb ik geen verstand van) (Bilzers)
  43. doe höbs dao jus zoeaväöl verstendj van, wie 'n koo van sefraon vraete!! (=geen verstand van iets hebben) (Steins)
  44. doë kan ich mèt me klee verstand nie bij (=ik sta perplex) (Munsterbilzen - Minsters)
  45. doë kan ich mèt me verstand nie bij (=dat kan en wil ik niet vatten) (Munsterbilzen - Minsters)
  46. doë kin ich gene bal van (=daar heb ik geen verstand van) (Munsterbilzen - Minsters)
  47. doeë ès më verstand te kleen vër (=dat begrijp ik allemaal niet) (Munsterbilzen - Minsters)
  48. dooë és me verstand te kleen vür (=daar kan ik niet bij) (Bilzers)
  49. dr ei tn hin kis van eheten (=hij heeft er geen verstand van) (Zeeuws)
  50. Dur gin keis van gegete (=Er geen verstand van hebben) (Gastels)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen