6 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `steek`
- daar steekt meer in dan een enkele panharing (=daar zit meer achter)
- een schurftig schaap steekt de hele kudde aan (=een slechte persoon in een groep, maakt de hele groep slecht)
- een steek laten vallen (=een fout maken.)
- een zondagse steek houdt geen week (=de zondag is geen werkdag maar de dag des Heeren)
- een zondagssteek houdt geen week (=er rust geen zegen op het werk wat iemand op zondag doet)
- zelfs de beste breister laat wel eens een steekje vallen (=ook al kan iemand iets heel goed, hij of zij zal ook wel eens een fout maken; dat is vergeeflijk)
7 betekenissen bevatten `steek`
- als het schip lek is, gaan de ratten van boord. (=als het verkeerd loopt, laten valse vrienden je in de steek)
- klare wijn schenken (=eerlijk en duidelijk vertellen hoe de situatie in elkaar steekt)
- geen grond houden (=geen steek houden - niet correct zijn)
- voor dood achterlaten (=in de steek laten zonder hoop op herstel.)
- de schellen vallen hem van de ogen (=plotseling iets begrijpen hoe het in elkaar steekt)
- er haring of kuit van willen hebben (=precies willen weten hoe het in elkaar steekt)
- vrienden in nood, honderd in een lood (=wanneer er zich problemen voordoen, laten vrienden je vaak in de steek)
50 dialectgezegden bevatten `steek`
- 'k zien ier geen steek vur min ogen (=het is hier zo donker, ik zie niets) (Sint-Niklaas)
- 'Ou dieje lèrp us binne (=steek je tong niet uit) (Bredaas)
- 't ang nie onieën wattem zeid (=het houdt geen steek wat hij zegt) (Meers)
- 't beste peerd strukelt ok wel es (=ook de beste mensen laten wel eens een steek vallen) (Westerkwartiers)
- 't geluk het 'em de rug toekeerd (=het geluk heeft hem in de steek gelaten) (Westerkwartiers)
- 't Komt op een dood peerd ok gien steek meer an (=Dat kan er ook nog wel bij) (Zaans)
- ‘t een steek nie op een andzjuunpelle (=het steekt niet zo nauw) (Kaprijks)
- aawe ôtleg is goe maar aawe spikkelaas deegt ni (=u kan het goed uitleggen maar het houdt geen steek) (Booms)
- Amai da steek 'k in mijnen holle taand (=Te weinig eten krijgen) (Herentals)
- daaj hër hiësene zitte wol tèsse hër been (=zij laat haar gezin in de steek voor een jongere kerel) (Munsterbilzen - Minsters)
- dae verfroemelde brief gon ich rap voertfoeffele (=steek die gekreukte brief maar ergens weg) (Munsterbilzen - Minsters)
- das tich ook mér geroje (=steek dat maar goed in je hoofd) (Munsterbilzen - Minsters)
- dat geet haaj geen verf pakke (=daar steek ik een stokje voor) (Munsterbilzen - Minsters)
- dat holdt gien steek (=dat is nergens op gebaseerd) (Westerkwartiers)
- dat holt gien steek (=dat is niet betrouwbaar) (Westerkwartiers)
- de zits haaj nie vër vliege te vange (=steek de armen maar uit de mouwen) (Munsterbilzen - Minsters)
- die kirrel voert gien steek uut (=die man doet helemaal niets) (Westerkwartiers)
- doar steek iik mien beide vingers veur op (=dat zweer ik je) (Westerkwartiers)
- doar steek ik mien haand niet veur ien 't vuur (=dat kan ik niet garanderen) (Westerkwartiers)
- één 'n steek onner wodder geev'm (=iemand een sneer geven) (Westerkwartiers)
- én perdél loaten (=in de steek laten) (Hasselts)
- èn perdêl lotte (=in de steek laten) (Bilzers)
- geft 'em buize (=steek een tandje bij) (Herentals)
- Hij ee dem ne pouter geschilderd (=Iemand in de steek laten.) (Bevers)
- hij voert gien steek uut (=hij doet echt niets) (Westerkwartiers)
- Hij ziet er geen steek van. (=Hij ziet er niks meer van.) (Bevers)
- ich loat och in perdell (=ik laat u in de steek) (Lummens)
- ie liet alles in perdel (=hij liet alles in de steek) (Zeeuws)
- iemand (iets) in plan loat' n / loat' n zitt' n (=iemand (iets) in de steek laten (qua werk, klus) ) (Waregems)
- iemand aan zien löt overloat'n (=iemand in de steek laten) (Westerkwartiers)
- iemand ien 'e steek loat'n (=iemand verlaten zonder deze te hebben geholpen) (Westerkwartiers)
- iemand in plaan loate (=iemand in de steek laten) (Winksels)
- iemand lotte barste (=iemand in de steek laten) (Waalwijks)
- iemëd ën sjeef zètte (=iemand een goede steek zetten) (Munsterbilzen - Minsters)
- ienen een pikier zetten (=iemand een steek geven) (Opwijks)
- Ik zien ie gieëne steek (=Ik zie hier niets, het is hier donker) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
- in berdèl loate (=in de steek laten) (Waanroods)
- in perdèl loate (=in de steek laten) (Loois)
- in plan laotn (=in de steek laten) (kortemarks)
- in plan loat'n (=in de steek laten.) (West-Vlaams)
- moei dich nie! (=steek er je neus niet tussen) (Munsterbilzen - Minsters)
- nau mauste ës goed snuive (=steek dat maar goed in je hoofd) (Munsterbilzen - Minsters)
- Ne Stèèk Geven (=iets doorsteken) (kortrijks)
- skit in de bjitn é vint (=wat je zegt houd geen steek) (West-vlaams)
- staek zën slip ës èn ! (=steek je hemd in je broek !) (Munsterbilzen - Minsters)
- steek dat moar ien dien buus (=stop dat maar in je zak) (Westerkwartiers)
- steek et Woar dat De Zunne Nie Een Skinkt (=doe ermee wat le wilt) (Kortrijks)
- stekke tsjiebe 't is mais (=een steek onder water) (Kaprijks)
- stekke tsjiepkes maïs (=een steek onder water geven (figuurlijk)) (Gents)
- Stkt da kleeheld in oer tes (=steek die munten in uw broekzak) (Lummens)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen