Spreekwoorden met `top`

Zoek

12 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `top`

  1. dat kan ik wel in mijn holle kies stoppen (=dat is wel een heel klein beetje)
  2. de stoppen slaan bij hem door (=hij verliest zijn zelfbeheersing)
  3. het ene gat met het andere stoppen (=het slecht beheren van geld door met de ene schuld de andere af te lossen)
  4. het zeil (hoog) in de top halen (=een grootse vertoning weggeven)
  5. het zeil in top zetten (=een zo goed mogelijke vertoning weggeven)
  6. iemand iets in de maag splitsen/stoppen (=iemand met iets opzadelen)
  7. iets in de doofpot stoppen (=ergens totaal niet meer over praten, verzwijgen)
  8. iets in zijn holle kies kunnen stoppen (=gezegd van eten : het is de moeite niet, het is te weinig)
  9. onder de (groene) zoden stoppen (=iemand begraven)
  10. op en top (=helemaal, tot in de puntjes)
  11. sanitaire stop (=een bezoek aan de W.C)
  12. voor top en takel drijven (=scheepvaart : zonder een zeil te voeren)

20 betekenissen bevatten `top`

  1. in de kiem smoren (=al van bij het begin doen stoppen)
  2. de kraan dichtdraaien (=de (financiële) hulp sterk verminderen of stopzetten)
  3. de harp aan de wilgen hangen (=de bezigheden stopzetten)
  4. de draad oppakken (=doorgaan van de plaats waar je was gestopt)
  5. het tij keren (=een ontwikkeling stoppen. Bijvoorbeeld ten aanzien van het toenemen van zinloos geweld. Zie getij)
  6. de pijp aan Maarten geven. (=er definitief mee stoppen)
  7. er een streep onder zetten (=er een eind aan maken, ermee stoppen)
  8. er een punt achter zetten (=er voorgoed mee stoppen)
  9. de boel erbij neergooien (=ermee stoppen)
  10. het bijltje erbij neerleggen (=ermee stoppen)
  11. de boeken sluiten (=ermee stoppen - bankroet gaan)
  12. er de balen van hebben (=iets niet meer leuk vinden en willen dat het stopt)
  13. beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald (=je kan beter iets voortijdig stoppen dan doorgaan tot het helemaal verkeerd gaat)
  14. het kan niet altijd kaviaar zijn (=niet elke dag is een topdag)
  15. de slappe lach hebben/krijgen (=niet kunnen stoppen met lachen)
  16. de schop afkuisen (=stoppen met het werk)
  17. de naald in het spek steken. (=stoppen met werken.)
  18. de fiets aan de haak hangen (=stoppen met wielrennen)
  19. alle waar is naar zijn geld (=van iets goedkoops mag je geen topkwaliteit verwachten)
  20. de lier aan de wilgen hangen (=zijn bezigheden stopzetten)

21 dialectgezegden bevatten `top`

  1. 't lihd 'ier oal overende, of: top over koente (=het is hier een chaos) (Nieuwpoorts)
  2. a zal gieënen ouën top skieëren (=hij zal niet oud worden) (Meers)
  3. de waereldj is wie ein hoonderkoeëj: die van baove zitte besjiete altied die óngeraan zitte (=mensen aan de top van de hiërarchie kijken neer op degenen onder hen) (Heitsers)
  4. dun stjoep van minnen duim doe zeer (=de top van mijn duim doet pijn) (Sint-Niklaas)
  5. een hogen top scheren (=oud worden) (West-Vlaams)
  6. Geis se nao de sjop, den ken dienen daag nimmer kepot (=ga je naar de schuur dan is je dag helemaal top) (Tegels)
  7. Het noodsain in top zette. (=Alert zijn.) (zaans)
  8. hij 's op en top 'n zoak'man (=hij is zakenman in hart en nieren) (Westerkwartiers)
  9. hij is op en top ' n heertje (=hij is een echte gentleman) (Westerkwartiers)
  10. hij was tot de tand'n toe bewoap'nd (=hij was van top tot teen bewapend) (Westerkwartiers)
  11. Hjee' 't eus ligt top over kloot'n. (=Heel het huis is een chaos.) (Maldegems)
  12. iëver den top zeeke (=dik overdrijven) (Munsterbilzen - Minsters)
  13. in een aa kassuul mokte de beste soep (soms voegt men daaraan toe) 'mo t moot gebuire mei e joenk wuitelke! (=vrijen met een oudere vrouw is top) (tervurens)
  14. mene maog és mene bèste kammeraod (=lekker eten vind ik top) (Bilzers)
  15. t'lig d'oal top over clooten (=alles ligt overhoop) (Ostêns)
  16. top of tie-eken (=taal noch teken) (Zeeuws)
  17. top oovr kop / klooëtn, kop oovr klooëtn: overhoop, warrig door elkaar gegooid. Bv. Wanneer ga je dat kot eens effen zetten? 't Ligt daar al weken top over kop / kloten. (=top over kop, top / kop over kloten) (Klemskerks)
  18. top oovr t'ès (=door elkaar) (Izegems)
  19. top over tis (=Alles door elkaar) (Avelgems)
  20. vant puntsje van men naos, tot on menendikke tein (=van top tot teen) (Bilzers)
  21. zu zot of nen top (=zeer zot, uitgelaten) (Lovendegems)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen