40 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `aarde`
- aardewerk is geen paardenwerk. (=graven of in aarde werken is een vermoeiende bezigheid)
- anderhalve man en een paardenkop (=weinig aanwezigen)
- beter één ezel voor de ploeg dan twee paarden op stal. (=kiezen voor zekerheid.)
- boven aarde staan (=overleden zijn maar nog niet begraven)
- de beste paarden staan op stal. (=de leukste meisjes gaan niet uit)
- de groten rijden te paard en de kleinen hangen tussen hemel en aarde. (=de machtige lui leven op kosten van de gewone man)
- de paarden die de haver verdienen krijgen ze niet (=zij die het goede werk verrichten, krijgen niet altijd de beloning)
- de paarden die de haver verdienen, krijgen ze niet. (=verdienste blijft vaak onbeloond)
- eén onderrok trekt meer dan twee paarden. (=de invloed van een vrouw is heel sterk)
- een paardenmiddel (=een uiterste remedie)
- een vrouwenhaar trekt sterker dan tien paarden. (=de invloed van een vrouw is zeer sterk)
- elk zijn meug, zei de boer en hij at paardenkeutels in plaats van vijgen. (=boeren zijn koppige mensen die hun eigen zin doen)
- geen aarde aan de dijk zetten (=niet helpen)
- geen tien paarden brengen me daar naar toe. (=in geen geval ga ik daar naar toe)
- heden in hoogheid verheven morgen onder de aarde (=vandaag nog heel belangrijk, maar morgen misschien al dood)
- hemel en aarde bewegen (=ergens alles aan doen om het gedaan te krijgen (bv van iemand))
- iemand ter aarde bestellen (=iemand begraven)
- in goede aarde vallen (=door de ontvanger goed ontvangen worden)
- je hebt luxe paarden en werkpaarden (=niet iedereen heeft dezelfde positie, de een moet harder of zwaarder werken dan de ander)
- je hebt luxe paarden en werkpaarden. (=je hebt rijke en arme mensen)
- je hemel op aarde verdienen (=een goed en eerlijk leven leiden)
- jij raapt nog geen stro van de aarde (=je hebt nog niets verwezenlijkt)
- met beslagen paarden op het ijs komen. (=goed voorbereid zijn voor zijn taak)
- met de paarden van Sint Franciscus. (=te voet gaan)
- met hem kan je paarden stelen. (=hij is overal voor te vinden)
- ongelijke paarden trekken kwalijk. (=mensen die teveel verschillen in kwaliteiten, werken vaak niet goed samen)
- op de magerste paarden bijten de dazen. (=arme mensen hebben vaak pech)
- op twee paarden blijven rijden. (=men kan geen keus maken)
- oude paarden jaagt men aan de dijk (=als men zijn taak niet goed meer aankan, wordt men ontslagen)
- oude paarden jaagt men achter de schans (=oudere werknemers worden soms aan de kant gezet)
- paarden vallen ook al hebben zij vier benen. (=iedereen maakt fouten)
- paardenkeutels zijn geen vijgen (=uiterlijk kan bedriegen / laat je niks wijsmaken)
- paardenvlees gegeten hebben (=van nature onrustig zijn)
- snotterige veulens worden de gladste paarden. (=kwajongens die nergens voor lijken te deugen, worden vaak flinke mannen)
- tussen hemel en aarde hangen (=in een lastige situatie verkeren)
- van nul en generlei waarde (=waardeloos)
- veel voeten in de aarde hebben (=veel moeite en tijd kosten)
- vrouwenhanden en paardentanden staan nooit stil. (=een vrouw is altijd wel wat aan het doen)
- witte paarden hebben veel stro nodig (=pronkzieke vrouwen kosten veel geld)
- zijn kop is zwaarder dan zijn benen (=hij is dronken (of erg moe))
58 betekenissen bevatten `aarde`
- voor lief nemen (=aanvaarden)
- in een goed blaadje staan (=bijzonder gewaardeerd worden)
- zo gaan er twaalf in het dozijn (=dat heeft weinig waarde)
- zo gaan er dertien in een dozijn (=dat heeft weinig waarde, is niet zo bijzonder)
- dat is een aalshuid (=dat is van weinig waarde)
- dat is naatje/pet (=dat is waardeloos)
- dat kan Bruin(tje) niet trekken (=dat kunnen we ons niet veroorloven (afgeleid van een populaire naam voor trekpaarden))
- de neus optrekken (=duidelijk maken dat men iets of iemand niet waardeert)
- conditio sine qua non (=een onvermijdelijke voorwaarde)
- er oog voor hebben (=er de waarde van inzien of aandacht voor hebben)
- je draai niet kunnen vinden (=ergens niet kunnen aarden)
- aardewerk is geen paardenwerk. (=graven of in aarde werken is een vermoeiende bezigheid)
- parels/paarlen voor de zwijnen werpen (=het goede verspillen aan hen die het niet verdienen/waarderen)
- eigen haard is goud waard (=het is nergens zo mooi als thuis / men hecht veel waarde aan het eigen bezit)
- er voor tekenen (=het met plezier willen aanvaarden)
- het kaf van het koren scheiden (=het waardevolle van het waardeloze scheiden)
- een profeet die brood eet (=iemand die waardeloze voorspellingen doet)
- iemand iets aansmeren (=iemand iets (weinig waardevols) verkopen)
- iemand blij maken met een dode mus (=iemand iets goeds in het vooruitzicht stellen, dat uiteindelijk waardeloos zal blijken te zijn)
- een dood kind met een lam handje (=iets dat totaal waardeloos is)
- er de vingers voor durven opsteken (=iets durven aanvaarden - zijn verantwoordelijkheid durven opnemen)
- rozen voor de varkens/zwijnen strooien (=iets goed doen voor mensen die dat niet waarderen)
- van zijn mast een schoenpin maken (=iets goeds bederven om iets van weinig waarde te bekomen)
- iets niet op je laten zitten (=iets niet aanvaarden zonder tegenstand)
- een hark zonder steel (=iets waardeloos)
- wat in het vat zit, verzuurt niet (=iets wat goed is en goed bewaard wordt, verliest zijn waarde niet / wat beloofd is zal ook worden ingelost)
- met een metworst naar een zij spek gooien (=iets weinig waardevols opofferen om iets waardevols terug te krijgen)
- in het niet zinken (=in vergelijking met iets anders nog weinig waarde hebben)
- onder ogen zien (=inzien, aanvaarden)
- van Lillo komen (=je dom houden. Volgens de overlevering vindt dit gezegde zijn oorsprong in het (ontkennende) gedrag van de inwoners van Fort Lillo na een aan hen toegeschreven roofoverval op een boerderij te Waarde in 1579)
- wie het kleine niet eert, is het grote niet weerd (=je moet waardering hebben voor het geringe)
- wat je van ver haalt is lekker. (=je waardeert dingen extra als je er veel werk voor moet doen)
- met beide handen toegrijpen (=met graagte aanvaarden)
- iets voor Jan Lul doen (=moeite doen zonder enig resultaat of waardering)
- iets voor Jan Joker doen (=moeite doen zonder enig resultaat of waardering)
- je hebt luxe paarden en werkpaarden (=niet iedereen heeft dezelfde positie, de een moet harder of zwaarder werken dan de ander)
- het bier is niet voor de ganzen gebrouwen. (=niet iets verspillen aan degenen die het niet waarderen)
- niets om het lijf hebben (=niets betekenen, geen waarde hebben)
- van Jan Pet (=onverzorgd, waardeloos)
- in het land der levenden (=op aarde, voor de dood)
- een woord op zijn pas is een daalder waard (=spreken op het juiste ogenblik is waardevol)
- een woord op zijn pas is zo goed als geld in de tas (=spreken op het juiste ogenblik is waardevol)
- sap noch kracht hebben (=totaal geen waarde hebben)
- je van het lijf houden (=van je afhouden, niet aanvaarden)
- je van de hals houden (=van je afhouden, niet aanvaarden)
- van likmevestje (=van weinig waarde, waardeloos)
- naai geen zakken met zijde (=verspil geen dingen aan iets wat niet wordt gewaardeerd)
- beter een goede buur dan een verre vriend (=vriendschap op afstand is minder waardevol)
- van nul en generlei waarde (=waardeloos)
- dat is nog geen haaienvin waard (=waardeloos)
19 dialectgezegden bevatten `aarde`
- 'k oa d'n ap ipgeetn (=mijn woorden vielen niet in goede aarde) (Waregems)
- 'n heupken eirde (=een hoopje aarde) (Overmeers)
- 't kot za were te klêënne zijn (=dat zal niet in goede aarde vallen) (Kaprijks)
- aarde gij wir posjus ghe-te? (=waar kwam je voor je werk zo laat vandaan?) (Oudenbosch)
- bete dabbe (=aarde van bieten verwijderen met een mes) (Hoeselts)
- boven de aarde staan (=opgebaard staan) (Enkhuizens)
- Da is nieks genodderd (=Dat brengt geen aarde aan de dijk) (Bevers)
- da smokt na jeir (=dat proeft naar aarde) (Sint-Katelijne-Waver)
- daorebbe we veul mee te stelle gat (=dat heeft wat voeten in aarde gehad) (Oudenbosch)
- dat haar veul voet'n ien 'e aarde (=daar moest heel veel voor gebeuren) (Westerkwartiers)
- den hiemel opt'iëd (=de hemel op de aarde) (Bilzers)
- dood zijn (lett =over aarde liggen) (=ieëvër ieëd ligge) (Munsterbilzen - Minsters)
- iëvër d'iêd ligge (=dood zijn over de aarde liggen) (Munsterbilzen - Minsters)
- in de jeer dabbe (=in de aarde (grond) graven) (Geels)
- ok al gaode op aande en voete staon (=ook al beweeg je hemel en aarde) (Oudenbosch)
- onze Lieve Heer het roare kostgangers (=er lopen rare figuren op aarde) (Westerkwartiers)
- ooze lieven heir hèt raar kosgangers (=er lopen rare individuen rond op aarde) (Munsterbilzen - Minsters)
- tès ammel geen avans (=dat alles brengt geen aarde aan de dijk) (Munsterbilzen - Minsters)
- tramplen mee de voetn (=losse aarde aanstampen (tuinieren) ) (Waregems)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen