6 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `loer`
- alles over de vloer halen (=alles verplaatsen)
- de koperen ploert (=de zon)
- de vloer aanvegen met iemand (=iemand gemakkelijk kloppen/verslaan)
- een loer draaien (=een poets bakken)
- het is licht dansen op andermans vloer. (=geld van anderen uitgeven is makkelijk.)
- iemand een loer draaien (=iemand lelijk behandelen, lelijk te grazen nemen)
7 betekenissen bevatten `loer`
- het gras is altijd groener bij de buren (=er is altijd iets te vinden om jaloers op te zijn)
- groen zien van jaloezie (=heel jaloers zijn)
- iemand de ogen uitsteken (=iemand jaloers maken door de aandacht te vestigen op iets wat men heeft, en wat de ander ontbreekt)
- de ogen uitsteken (=jaloers maken)
- de zon niet in het water kunnen zien schijnen (=jaloers zijn, iets niet kunnen verdragen)
- op je luimen/luipen (=op de loer)
- een lange neus maken (=tong uitsteken, iemand iets inpeperen (Jaloers maken))
28 dialectgezegden bevatten `loer`
- 'k za êm ne kiër ne poader schiwdren (=ik ga hem eens een loer draaien) (Kaprijks)
- 'ne flinke kloeët aafdrejje (=iemand een loer draaien) (Weerts)
- dae höbbe ze de geit gelèdj (=ze hebben hem een loer gedraaid) (Heitsers)
- die é mè ligge gat; die é mè ne kloot afgetrokken; die é mè een pee gestoofd (=die heeft mij een loer gedraaid) (Sint-Niklaas)
- Eemes bie de peuët höbbe. (=Iemand een loer draaien.) (Gelaens (Geleens))
- Eemes bie de peut höbbe (=Iemand een loer draaien) (Sittards)
- eentwie ne loer draojn (=iemand in het ootje nemen) (Kortemarks)
- èm ne poëter skiljer'n (=iemand een loer draaien) (Meers)
- emes d’r eine insjödde (=iemand een loer draaien) (Heitsers)
- emus kloêten (=iemand een loer draaien) (Sevenums)
- ene kloêt aoftrèkke (=een loer draaien) (Bilzers)
- énen vo piet snot zetten (=iemand een loer draaien) (Brugs)
- etwië ne loer droajn (=iemand in het ootje nemen) (Lichtervelds)
- geklôt ziên (=een loer gedraaid gekregen hebben) (Sevenums)
- iemand e fitsel steike (=iemand een loer draaien) (Winksels)
- iemand ne kloeët aftrekken (=iemand een loer draaien) (Antwerps)
- iemand ne poater schieljeren (=iemand een loer draaien) (Leeds)
- iemand nen toer lappen (=iemand een loer draaien) (Lovendegems)
- iemes unne kloet riete (=iemand een loer draaien) (Mestreechs)
- immand ne kluët aftrékken (=iemand een kloot aftrekken iemand een loer draaien) (Meers)
- in dien vuuske lache (=iemand een loer draaien) (Mestreechs)
- ip vinkeslag li (g) n (=op de loer liggen) (Waregems)
- kloeët: Ne kloeët aftrekken (=Een loer draaien) (Lebbeeks)
- mèt alleen mér op te loer te ligge, vings te genen haos (=je moet handelen en niet aarzelen) (Munsterbilzen - Minsters)
- ne kluuët aftrekken (=een loer draaien) (Wichels)
- ne poater schilderen (=een loer draaien) (Gents)
- nen poader schiwderen (=een loer draaien) (Kaprijks)
- pispasjol: Iemand ne pispasjol afspeel'n (=Iemand een loer draaien) (Lebbeeks)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen