10 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `plat`
- botten blijven platvis (=als je dom bent dan blijf je dat)
- de deur platlopen (=steeds weer bezoeken)
- de drempel platlopen (=steeds opnieuw bezoeken)
- een proefballonnetje oplaten (=door het doen van een uitspraak de mening van anderen peilen)
- hij droomt van schol maar eet graag platvis (=hij verwacht te veel)
- ik maak een platvis van je (=iemand dreigen in elkaar te slaan)
- plat op de buik gaan (=aan iemand toegeven, zich overleveren)
- platgetreden paden/wegen (=dingen die anderen al eerder gedaan hebben)
- platvis eet je met de ramen open en rondvis met de ramen dicht (=m.a.w. platvis is een zomervis en rondvis is in de winter op z`n best)
- ze is zo plat als een botje (scholletje) (=ze heeft bijna geen borsten)
3 betekenissen bevatten `plat`
- platvis eet je met de ramen open en rondvis met de ramen dicht (=m.a.w. platvis is een zomervis en rondvis is in de winter op z`n best)
- van december tot maart is de schol de pan niet waard (=platvis moet je in de zomer eten)
- geen olie meer in de lamp hebben (=platzak zijn - levensmoe (of ernstig ziek))
50 dialectgezegden bevatten `plat`
- 't Anbarger plat (=het dialect van Hardenberg) (Vechtdals)
- 't es plat (=gelijke stand (kaartspel) ) (Ninoofs)
- ' t plat is er af (=gezegd van een baby die enkele maanden oud is) (Leefdaals)
- a'j plat könt praoten, mo'j ‘t neet laoten (=als je nedersaksisch kan praten moet je het niet laten) (Achterhoeks)
- A'j plat könt proat'n, mu-j 't niej loat'n (=als je plat kan praten moet je het niet laten) (Sallands)
- A'j plat könt proat'n, mu-j 't niej loat'n (=waar je dialect kunt praten, daar moet je het ook doen.) (Vechtdals)
- A'j Twents könt proat'n, mu'j 't um mie nich loat'n. A'j plat kuiern könt, mö'j ’t nie loatn! (=Als je Twents kan praten moet je het om mij niet laten.) (Twents)
- aa velo stoe plat (=uw fiets heeft een lekke band) (Hals)
- d'es plat Vlams (=Ik zeg het je klaar en duidelijk) (Wichels)
- da is zoewe plat as ne stront (=iets dat overgaar is) (Westels)
- daaj ès zoe plat assën vaajg (=zij heeft kleine borsten) (Munsterbilzen - Minsters)
- daaj hèt onder ën wals gelaege (=zij is zo plat als een vijg) (Munsterbilzen - Minsters)
- dae goenk rap plat op zene bauk (=hij gaf vlug toe!) (Munsterbilzen - Minsters)
- De deur oet de hengen lopen (=De deur plat lopen) (Drents)
- de deure plat loîpn (=veel over de vloer komen) (Kortemarks)
- dichen breuk (ne kroef) laachte (=plat gaan van het lachen) (Bilzers)
- dieje bol stoa zoewe plat lak een vijg (=de bal staat plat) (Hulshouts)
- fiegeplat (=zo plat als een vijg) (Wevelgems)
- ge gao me nog plat rinneweern (=je zult me nog veel geld kosten) (Kortemarks)
- hae liktj herstikke plat (=hij is dood) (Weerts)
- hedder dost, gat dan no bost, do es a hunke en da pist vor niks in oer munke (=als je dorst hebt, ga dan naar Bost, daar is een hondje en dat plat gratis in je mondje) (Neerlinters)
- hee prut plat (=hij praat plat) (Twents)
- Hij proat un bietie plât Harinxvelds (=Hij praat een beetje plat Hardinxvelds) (Hardinxvelds)
- Ich bîn ver 't behââd van 't plat Hotems (=Ik ben voor het behouden van het Walshoutems dialect) (Walshoutems)
- ich kal plat (=ik spreek dialect) (Riemsts)
- ij lopt daor de deur plat (=hij is daar kind aan huis) (Oudenbosch)
- immand te plat af zijn (=leper zijn dan iemand anders) (Meers)
- klaikoeten (=plat dialect spreken) (Werviks)
- Maanen tuub stau zoeë plat as een vaag (=Mijn (fiets) band is helemaal leeg) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
- mën tuub steed zoe plat as een vaajg (=platte band) (Munsterbilzen - Minsters)
- mëne vulo ès al 70 joër aad en mëne iërband steet allang plat (=ik ben al 70 en te oud voor sex) (Munsterbilzen - Minsters)
- opgedrage an alle lu i gullepe en a wirsziee van de Gulp, die hun plat nog kalle (=opgedragen aan alle mensen in Gulpen en aan beide kanten van de Gulp die hun dialect nog spreken) (Gulpens)
- opgeruimp steet sjaun, zaag de boer, èn hae brande zene rattestal plat (=met man en muis vergaan) (Munsterbilzen - Minsters)
- plat kalle (=dialect praten) (Opglabbeeks)
- plat kallen (=Dialect praten) (Limburgs)
- plát proate (=plat praten) (Nijkerkerveens)
- plat proate (=Dialect spreken) (Helenaveens)
- plat voert gezaag (=simpelweg gezegd) (Munsterbilzen - Minsters)
- Pol mè zn blekkn ol, mè ze leern gat zet gièèl Kortmark plat (=Kortemarks gezegde) (Kortemarks)
- praot nederlaans as 't mut en plat as 't kan. (=praat nederlands als het moet en plat als het kan.) (Sallands)
- praote gij mar gewôôn, das plat zat (=Praat maar gewoon Nederlands) (Bredaas)
- proat ie ' s in oew moodersproake (=praat jij eens plat in jouw taal) (Twents)
- vall' n: Op a plat vall' n (=Niet op je mond / tong gevallen zijn) (Lebbeeks)
- Witte wa gullie et hendigste kant doewn? Gewon aalt plat blieve praote, ok al bende nie in brabant. Da gift ammal niks nie (=Weet je wat jullie het beste kunnen doen? Gewoon altijd plat blijven praten, ook al ben je niet in brabant. Dat geeft allemaal niks) (Liessents)
- wroak is ne plât dasse kait üp diene (=wraak komt later wel) (Leefdaals)
- z`es nie op 'r plat gevallen (=ze is niet op haar mond gevallen, het goed weten uit te leggen) (Meers)
- Zenne mastik es te plat (=Hij brengt er niet veel van terecht, willen maar niet kunnen) (Hoeilaart)
- zo plat of e zesse: helemaal plat, vooral gezegd van iets wat platgeslagen of op de weg platgereden is (=zo plat als een zes) (Klemskerks)
- zoe plat as een vaajg (=heel plat) (Munsterbilzen - Minsters)
- Zoeë plat as een vaag (=Heel plat) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen