Eén spreekwoord bevat `snik`
- niet goed snik zijn (=gek zijn (iemand))
Eén betekenis bevat `snik`
- de mussen vallen (dood) van de daken (=het is snikheet)
23 dialectgezegden bevatten `snik`
- bist ja nait goud snik (=niet goed bij je hoofd) (Gronings)
- bist ja nait goud snik (=hij is niet goed bij zijn hoofd) (Hogelandsters)
- Dae haet 'ne vogel (=Hij is niet goed snik) (Gelaens (Geleens))
- Dae höbbe ze nao Hael gebrach (=Die is niet goed snik) (Roermonds)
- dat ès 'nen have gaore (=hij is niet goed snik) (Kanners)
- die lopt met meul' ntjes (=die is niet helemaal goed snik) (Westerkwartiers)
- ge zeu gij zekers nie goe weus! (=jij bent zeker niet goed snik) (Maldegems)
- ge ziet nie wiies (=je bent niet goed snik) (Overpelts)
- ge zij gê ob-aën keedl zeekre (=je bent vast niet goed snik) (Kaprijks)
- gebeld zaën (=niet goed snik zijn) (Winksels)
- hij zicht ze vlieg'n (=hij is niet goed snik) (Westerkwartiers)
- Ich geleuf doe has ze neet mie nuij (=Ik geloof je bent niet goed snik) (Mechels (NL))
- Ie bent niet goed snik (=Je bent niet goed wijs) (Hoogeveens)
- ie bunt nie wies (=niet goed snik zijn) (Twents)
- ij zit mee'te snik (=hij heeft de hik) (Zottegems)
- inge hui voet hà (=niet goed snik zijn) (Heerlens)
- mit leste snik (ke) (=nog net op tijd) (Gronings)
- ne lauze gêk (=niet goed snik) (Bilzers)
- Nie baa zaane juste zaan (=Niet goed snik zijn) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
- nie goe snik zijn (=niet goed wijs zijn) (Graauws)
- op z'n oofd èvoll'n zien (=niet goed snik zijn) (Veurns)
- ow goed wies kapot hebbe (=Niet goed snik zijn) (Genneps)
- tissum in z n bovekaomer gesloge (=hij is niet goed snik geworden) (Oudenbosch)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen