9 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `harde`
- een harde dobber (zijn/worden) (=niet gemakkelijk (zijn/worden))
- een harde huid hebben (=veel kunnen verdragen)
- een harde knoest heeft een scherpe bijl nodig (=een slechte gewoonte is moeilijk te verdringen)
- een harde nek hebben (=erg onbuigzaam zijn)
- een harde noot kraken (=dingen bespreken die moeilijk liggen, een moeilijk karwei doen)
- gras gaat niet harder groeien als je eraan trekt (=sommige dingen hebben tijd nodig)
- harde noten kraken (=moeilijke tijden moeten doormaken)
- het harde woord moet eruit (=het onaangename moet gezegd worden)
- uitdrogen als een harderwijker (=alsmaar vervelender worden)
5 betekenissen bevatten `harde`
- het is monnikenwerk (=een saaie, harde, langdurige taak)
- geld verzoet de arbeid (=geld dat je krijgt maakt het harde vervelende werk weer goed)
- een Homerisch gelach (=harde en gemene lach om het ongeluk, de mislukking of de handicap van tegenstrevers.)
- iemand een hengst verkopen. (=iemand een harde klap geven)
- je hebt luxe paarden en werkpaarden (=niet iedereen heeft dezelfde positie, de een moet harder of zwaarder werken dan de ander)
29 dialectgezegden bevatten `harde`
- 'n murre, 'n kèze (=harde trap op een bal) (Waregems)
- 't was ard teegn oenzochte (='t Was een harde strijd) (Veurns)
- As de sni-j valt in sliek, ei-j mit dree daegen een harde diek (=Voorspelling) (Giethoorns)
- dae haet ein stöm ôm koks (= cokes) te kloppe. (=wordt gezegd van een man met een harde zware stem) (Steins)
- dae hèt het vieër èn zën K...t (=dat is een harde werker) (Munsterbilzen - Minsters)
- e goed piëd èssen haover wiëd (=harde werkers moeten goed beloond worden) (Munsterbilzen - Minsters)
- een harde kniester (=keiharde) (Lunters)
- één ongezolt'n de woarheid aanzegg'n (=op harde wijze iemand op zijn fouten wijzen) (Westerkwartiers)
- enen de moat nehm (=een opmeten / harde maatregelen nemen.) (Twents)
- erte make de gank, boeëne de klank en oonje de stank (=erwten zetten alles op gang; bonen veroorzaken harde winden en de uien zorgen voor de onaangename reuk) (Heitsers)
- gelijk ne puit op nen harde wegel (=comfortabel) (Waaslands)
- hard getâld zijn (=hij / zij heeft een harde stem) (Lierops)
- Ientje mit hande oit ze mouwe en bit op ze kieze. (=Eerlijke, harde werker.) (zaans)
- iezer moe' j schaarp moak' n met iezer (=harde mensen moet je hard aanpakken) (Westerkwartiers)
- ij ee een arte nodde moedn kraukn (=hij heeft een harde noot moeten kraken) (Hansbeeks)
- kieëpernaegel sjijte (=harde stoelgang hebben) (Munsterbilzen - Minsters)
- kiëpërdroëd sjijte (=harde stoelgang hebben) (Munsterbilzen - Minsters)
- koeëpërdroeëd sjijte (=harde stoelgang hebben) (Munsterbilzen - Minsters)
- koëperdroëd sjijte (=harde stoelgang hebben) (Munsterbilzen - Minsters)
- kwèèke dèsse kos (=ze had een harde stem) (Tilburgs)
- liever kaajkepòt van het harde wèglôope as kaajdôod dur et afwòchte. (=beter blode Jan dan dode Jan.) (Tilburgs)
- ne koëperdroëd autdauwe (=harde keutels kakken) (Munsterbilzen - Minsters)
- ne koëpërdroëd autkaajme (=te harde stoelgang produceren) (Munsterbilzen - Minsters)
- nen boek mé een stoaf koffersool (=een boek met een harde kaft) (Booms)
- seffës kraajgste ne goejen doef èn zëne nak (=dadelijk krijg je een harde slag in je nek) (Munsterbilzen - Minsters)
- Sni'j in de sliek,mit dree daegen een harde diekk. (=Als het sneeuwt in de modder van de dooi) (Giethoorns)
- stevige bries (=harde wind) (Hendrik-Ido-Ambachts)
- vriezen da't kroakt (=heel harde vorst) (Lovendegems)
- zaan peire zeen (=harde tijden doormaken, lijden) (Dilbeeks)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen
