5 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `slaat`
- bloot slaat dood (=iemand voor het blok zetten: iemand dwingen een keuze te maken)
- dat slaat als een knots op een kangoeroe (=dat choqueert je)
- dat slaat als een tang op een varken (=dat slaat nergens op)
- er een slaatje uit slaan (=er een voordeeltje uit halen)
- weten wat de klok slaat (=weten hoe laat het is)
Eén betekenis bevat `slaat`
- dat slaat als een tang op een varken (=dat slaat nergens op)
31 dialectgezegden bevatten `slaat`
- 'n redenoatie van lik mij 't kaalk'n piepke (=een redenering die nergens op slaat) (Westerkwartiers)
- 't es van de ond zijn kluten (=het slaat tegen) (Wetters)
- ' t es van den hond zijn klouidn (=het slaat tegen) (Lochristis)
- amaai, dasoek giëne vette (=dat slaat tegen minder dan verwacht) (Antwerps)
- As de broek gespannen staat, ben je gek als je er niet voor slaat (=verleiding) (Giethoorns)
- bin ik er ientje van de Stuejkeraaip? (=je slaat mij over!) (Volendams)
- Da peirt is op sturm gesloogen. (=Dat paard slaat op hol.) (Bevers)
- da slààij as un tang op un vaarekè (=dat slaat nergens op) (`t-Heikes)
- da staolt nerges op (=dat slaat nergens op) (Oudenbosch)
- da trekt nerges oep (=Dat slaat nergens op) (Ossendrechts)
- Da's zè.jk óp enne rie.k (=Dat is niet steekhoudend, slaat nergens op) (Genneps)
- das ë woëd van ne kilo (=dat woord slaat echt aan) (Munsterbilzen - Minsters)
- dat rakt kaant noch waal (=dat slaat nergens op) (Westerkwartiers)
- dat staalt nörges op (=dat slaat nergens op) (Steins)
- de graute klok slig zwaur en de kleen têmp zietëkës aon (=de grote kerkklok slaat hard en het kleintje slaat lichtjes) (Munsterbilzen - Minsters)
- dè stoalt nerregend op (=dat slaat nergens op) (Luyksgestels)
- Dè's zeik op 'nne riek / Dè slùt nergus op (=Dat slaat nergens op) (Helenaveens)
- Deer slaat me toch 'n blinde ezel in! (=Daar begrijp ik niets van.) (zaans)
- det staaltj nörges op (=dat slaat nergens op) (Heitsers)
- dich hoëts mèr get aut zën kl... (=je slaat maar wat uit je botten) (Munsterbilzen - Minsters)
- hij spijt roar goedje (=hij slaat een gemene toon aan) (Westerkwartiers)
- Ie n'ee gin zanse (=Het slaat niet mee) (Harelbeeks)
- ie trek zijn'n plan (=hij slaat er zich doorheen) (Waregems)
- je slaot e gat in de lucht (=hij slaat er naast) (Kortemarks)
- je sloat e gat in de lucht (=hij slaat ernaast) (Lichtervelds)
- nog zu enen en 't es donkere (=iets vertellen dat nergens op slaat) (Knesselaars)
- Nou slaat me toch 't onweer in de arremoed! (=Dit is toch het toppunt!) (Zaans)
- twor een moeët vër niks (=de dirigent slaat de stok mis) (Munsterbilzen - Minsters)
- Ut neije maeimachien slit ut graes tot gruzelementen (=Het nieuwe maaimachine slaat het gras kort) (Ewijk (Euiwwiks))
- Wa zit je nou stom te lulle joh (=slaat nergens op) (Westlands)
- Zijn moag slaat ep (=Hij laat een boertje) (Wetters)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen