Spreekwoorden met `ouwe`

Zoek

26 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `ouwe`

  1. dat gaat je niet in de kouwe/koude kleren zitten (=dat is heel ingrijpend. Daar ben je niet snel overheen (bijvoorbeeld een traumatische ervaring))
  2. de handen uit de mouwen steken (=aan de slag gaan en aanpakken)
  3. een gezicht van ouwe lappen (=een huilerig of lelijk gezicht)
  4. een paard dat stormt en een meisje dat wil trouwen zijn niet tegen te houwen. (=niet tot iets anders te bewegen)
  5. een vrouwenhaar trekt sterker dan tien paarden. (=de invloed van een vrouw is zeer sterk)
  6. het bier is niet voor de ganzen gebrouwen. (=niet iets verspillen aan degenen die het niet waarderen)
  7. het is altijd rouwen en trouwen (=het leven is een afwisseling van goede en slechte tijden)
  8. het levenslicht aanschouwen/zien (=geboren worden)
  9. huizen op iemand kunnen bouwen (=sterk op iemand kunnen vertrouwen)
  10. iets op de keper beschouwen (=iets nauwkeurig bekijken)
  11. je hebben en houwen verliezen (=alles wat iemand bezit kwijtraken)
  12. je ogen vertrouwen (=geloven wat men ziet)
  13. je tabernakelen bouwen (=zich vestigen met het doel lang te blijven)
  14. kastelen in de lucht bouwen (=zich illusies maken)
  15. klein is de rouwe, valt de oude koe dood. (=hoe ouder iemand sterft hoe minder het verdriet)
  16. kleine houwen vellen grote eiken. (=met veel kleine beetjes kun je veel bereiken)
  17. leven in de brouwerij brengen (=waar het rustig is activiteit, vrolijkheid of drukte inbrengen)
  18. luchtkastelen bouwen (=zich illusies maken)
  19. met de linkerhand trouwen (=huwen met een vrouw van lagere adelstand)
  20. nood doet zelfs oude vrouwen rennen (=een onverwachte situatie kan verrassende kwaliteiten naar boven brengen (vergelijkbaar met `angst geeft vleugels`))
  21. ook de ceders van Libanon worden afgehouwen (=ook heilige dingen vergaan)
  22. op de garf/garve bouwen (=land bebouwen met betaling van de pacht met een deel van de oogst)
  23. op zand bouwen (=zich op niets baseren)
  24. vertrouwen komt te voet en gaat te paard (=het is makkelijker om iemands vertrouwen te schaden, dan te verkrijgen)
  25. vissers en jagers, zijn vrouwenplagers. (=vissers en jagers zijn vaak bij de vrouw weg)
  26. vrouwenhanden en paardentanden staan nooit stil. (=een vrouw is altijd wel wat aan het doen)

38 betekenissen bevatten `ouwe`

  1. je hart uitstorten (=aan iemand alles (in vertrouwen) vertellen)
  2. ad acta leggen (=als afgedaan beschouwen)
  3. je kan niet alle meisjes haten om één (=als je bent getrouwd wilt dat niet zeggen dat vrouwen je niet meer interesseren)
  4. twee geloven op een kussen daar slaapt de duivel tussen (=als twee personen van een verschillend geloof trouwen, gaat het zelden goed)
  5. als de vis goedkoop is stinkt ze (=de herkomst ergens van is niet te vertrouwen)
  6. door de bril van een ander zien (=de mening van een ander blind vertrouwen)
  7. de beste stuurlui staan aan wal (=de toeschouwers kunnen het altijd beter dan de uitvoerders)
  8. over lijken gaan (=doordouwen zonder oog voor ethiek of moraal)
  9. als de vos de passie preekt boer pas op je ganzen (=een huichelaar is niet te vertrouwen)
  10. een rots in de branding (=een persoon waarop je kunt vertrouwen en die je steunt.)
  11. het ei met de kip krijgen (=een vrouw getrouwd met een kind trouwen)
  12. uit de grond stampen (=erg snel iets opbouwen)
  13. als de rechte Adam komt gaat Eva mee (=gezegd van `n meisje dat liever niet wil trouwen)
  14. hij zal mijn koffer niet kruien (=hem zal ik mijn zaken niet toevertrouwen)
  15. vertrouwen komt te voet en gaat te paard (=het is makkelijker om iemands vertrouwen te schaden, dan te verkrijgen)
  16. iets staat op losse schroeven (=het is onzeker, er valt niet op te bouwen)
  17. in de echt verbinden (=huwen, trouwen)
  18. met iemand te diep in zee gaan (=iemand al te ver vertrouwen)
  19. zo zeker als de bank (=iemand die in alles te vertrouwen is)
  20. het op iemand niet begrepen hebben (=iemand niet vertrouwen)
  21. iemand op de proef stellen (=iemand testen om te zien of die te vertrouwen is of het aan kan)
  22. geen groter venijn, dan vriend tonen en vijand zijn. (=iemands vertrouwen schaden is het gemeenste wat je kunt doen)
  23. er als een berg tegen opzien (=iets voor zichzelf beschouwen als een zeer moeilijke, of onplezierige, taak of omstandigheid)
  24. iets met argusogen bekijken (=iets wantrouwend bekijken. Iets nauwlettend in de gaten houden)
  25. op de garf/garve bouwen (=land bebouwen met betaling van de pacht met een deel van de oogst)
  26. ten voeten uit (=letterlijk: de volledige gestalte is afgebeeld; figuurlijk: een getrouwe persoonsbeschrijving)
  27. daar hangt de schaar uit (=men is daar niet te vertrouwen)
  28. met een goed geloof en een kurken ziel drijft men de zee over (=met vertrouwen en optimisme kan men alles aan)
  29. als een feniks uit de as herrijzen (=na de totale vernietiging opnieuw opbouwen)
  30. streken onder je staart hebben. (=niet te vertrouwen zijn)
  31. op iemands schouders staan (=op andermans werk voortbouwen)
  32. uit de as herrijzen (=opnieuw opbouwen na een brand)
  33. de regels met voeten treden (=overtreden, voorschriften niet opvolgen / onbehouwen te werk gaan)
  34. om de kracht van het anker te voelen moet men de storm trotseren (=pas als men iets ernstig meemaakt, weet men op wie men kan vertrouwen)
  35. witte paarden hebben veel stro nodig (=pronkzieke vrouwen kosten veel geld)
  36. huizen op iemand kunnen bouwen (=sterk op iemand kunnen vertrouwen)
  37. kaart, keurs en kan, bederven menig man. (=ten onder gaan aan gokken, vrouwen en drank)
  38. geloof nooit iemand die in de ene hand water en de andere hand vuur draagt (=wees niet lichtgelovig, niet iedereen is het vertrouwen waard)

50 dialectgezegden bevatten `ouwe`

  1. 'Et regent ouwe waive mit bajonette. (=Het regent zo hard, dat het water opspat.) (Zaans)
  2. 'Et waait ouwe waive mit hoede op. (=Het stormt.) (Zaans)
  3. asun ouwe schuur braant dan braantie aart (=hopeloos om aan te beginnen) (Oudenbosch)
  4. Ater 'ne ouwe sjtok is 't good sjoele. (WT) (=Als een meisje een oudere man trouwt met veel geld) (Mechels (NL))
  5. d n jonge is nog aarger dan d n ouwe (=zoon overtreft vader negatief) (Oudenbosch)
  6. da motte uittut ligt ouwe (=dat moet in het donker bewaard worden) (Oudenbosch)
  7. de duvels ouwe kermis in d el (=er wordt veel lawaai gemaakt) (Oudenbosch)
  8. de duvels ouwe kermis in del (=ze maken er een janboel van) (Oudenbosch)
  9. de ouwe moalen (an 'e Hollanderdyk) (=lompen en oud papier inleverpunt) (Leewarders)
  10. De pad wérm ouwe (n) (Tholen ) (=Er direct op af gaan, veel op bezoek komen) (Zeeuws)
  11. die oede scheure stoat in brande (=die ouwe man is verliefd) (Poperings)
  12. gaan naar dien ouwe moer (=ga naar je oude moeder) (Harlingers)
  13. Ge lek op oewen ouwe (=je lijkt op je vader) (Geldermalsens)
  14. gij mot oew kwee-k / oewe snetter ouwe (=bemoei je er niet mee, gij moogt niet meepraten) (Oudenbosch)
  15. Hai ken raime as ouwe Saime, maar Malle Griet die kennet niet. (=Iemand die graag rijmt.) (Zaans)
  16. Hèsto ouwe Wieltsje konnen (=Heb jij Oude Wieltje gekend) (Snekers)
  17. Hou lang piele jou nou met het ouwe mens om (=Hoe lang ben je getrouwd) (Leewarders)
  18. Hou ouwe bekkis dicht (=hou je mond eens) (Bosch)
  19. ie is van n duvel en zn ouwe moer noh nie benauwd (=niet bang uit gevallen) (Zeeuws)
  20. ik heb de duvel en ze ouwe moer al gehad (=ik heb alles al meegemaakt) (Rotterdams)
  21. in ouwe nakse stoan (=in uw blootje staan) (Overpelts)
  22. Is al op ze ouwe gewicht (=Is al een tijdje dood) (Rotterdams)
  23. Je ouwe Moer (=Je zal je Moeder bedoelen) (Helders)
  24. Je ouwe Vaar (=je zal je Vader bedoelen) (Helders)
  25. je trok un hezicht van ouwe lapn (=je kijkt sip) (Zeeuws)
  26. je vangen gien ouwe mórs mót loës koren (=een kenner laat zich niet beetnemen) (Huizers)
  27. Lijkt precies op zijn vader (=Krek lek d'n ouwe) (Udens)
  28. Mé iel den ouwe God, mo ni mé deze zot (=je gaat mij niet voor de gek houden) (Antwerps)
  29. meej oew eul ebbe en ouwe (=met alles wat je hebt) (Oudenbosch)
  30. Motte gij zitte ouwe (=Wilt u zitten mevrouw / meneer) (Bosch)
  31. naorut Kuivezaand motte kijke (vanuit het Weelestraatje met de rug naar wasserij De Hoop) om d n Einsbaarg (van d n ouwe van Merrienboer ) te zien le-ge (=heel erg loensen) (Oudenbosch)
  32. Ne stuk in ouwe frak hemme (=Dronken zijn) (Noorderkempisch)
  33. nou kunde d n ouwe wel verzuipe (=leve de pasgeborene) (Oudenbosch)
  34. nun ouwe pap rentenier (=iemand die met weinig geld probeert rond te komen met zo weinig mogelijk werk) (Zunderts)
  35. oppun ouwe fiets mottut lere (=ruim leeftijdsverschil tussen vrouw en man) (Oudenbosch)
  36. optiefen ouwe graftak! (=wegwezen bejaarde!) (Amsterdams)
  37. ouwe dibbus (=trouwe kameraad (wordt vaak van honden gezegd)) (Rotterdams)
  38. ouwe grijze postduif (=Oude vrouw) (Amsterdams)
  39. ouwe jonge kaerel (=ongetrouwde man) (Zeeuws)
  40. ouwe jongens krentebroead (=makkers) (Zeeuws)
  41. ouwe paole kundut best mar laote staon (=oude dingen moet je niet willen veranderen) (Oudenbosch)
  42. ouwe tetter! (=Wanneer iemand een onhandigheid begaat) (Volendams)
  43. ouwen oewtlèg is goe, mè ouwe poejer dugt nie! (=Goed geprobeerd, maar ik trap er niet in.) (Neerpelts)
  44. tempo dulu (=goeie ouwe tijd) (Marine jargon (veelal Maleis))
  45. Ut liekt de ouwe Sik wel. (=Als iemand puffend en met moeite iets bewerkstelligt) (Bolserters)
  46. ut regent ouwe wieven en hânspaken (=het regent pijpestelen) (Leewarders)
  47. voor ' t lapke t' ouwe (=voor de gek te houden) (Bergs)
  48. vòrse brôojkes meej aawe kèès. (=verse broodjes met ouwe kaas) (Tilburgs)
  49. we zulle nut mar ne keer te goet ouwe (=niets te danken) (Oudenbosch)
  50. Zedde gij op ouwe kop gevalle? (=Ben je gek?) (Sint-Lenaarts)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen