6 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `zaken`
- advocaat van kwade zaken (=wie slechte zaken verdedigt)
- gedane zaken hebben geen keer (=wat voorbij is, keert niet meer weer)
- je neus in andermans zaken steken (=zich bemoeien met zaken die je niet aangaan)
- kleine oorzaken, grote gevolgen (=kleine dingen kunnen grote gevolgen hebben)
- nooit troef verzaken (=overal bij zijn, altijd meedoen)
- zaken gaan voor het meisje. (=verplichtingen zijn belangrijker dan plezier)
46 betekenissen bevatten `zaken`
- in het donker zijn alle katten grijs/grauw (=als de situatie niet duidelijk is, zijn de zaken niet goed te beoordelen)
- wie hoog klimt kan laag vallen (=belangrijke zaken snel kwijt raken door kleine dingen)
- ons kent ons (=betrekkelijk afgesloten clubje mensen dat onderling de zaken regelt)
- onder de pannen zijn (=de (geld)zaken goed voor elkaar hebben)
- de puntjes op de i zetten (=de details erbij zetten - orde op zaken stellen)
- de eigen boontjes doppen (=de eigen zaken regelen zonder hulp van anderen)
- ook tussen de mooie bloemen groeien brandnetels (=de schoonheid van de omgeving biedt geen garantie voor onaangename zaken)
- je schaapjes op het droge hebben (=de zaken op orde hebben of voldoende hebben om niet meer te hoeven werken)
- oude wijn in nieuwe zakken (=de zaken zijn anders gepresenteerd, maar niet wezenlijk veranderd)
- voorzichtigheid is de moeder van de porseleinkast (=door voorzichtig te zijn, gaan tere zaken langer mee)
- de lont in het kruit steken/werpen (=een uitbarsting veroorzaken)
- een vreemdeling in Jeruzalem zijn (=ergens niet bekend zijn met de gang van zaken of zich ergens niet thuis voelen)
- er over oordelen als een blinde over de kleuren (=erover oordelen zonder kennis van zaken)
- waar de boom gevallen is, blijft hij liggen (=gedane zaken nemen geen keer)
- te groot voor een servet en te klein voor een tafellaken (=geen kind meer, maar nog te jong voor volwassen zaken)
- gestolen goed gedijt niet (=gestolen zaken brengen nooit voordeel)
- dood en verderf zaaien (=grote schade of vernietiging veroorzaken.)
- hij zal mijn koffer niet kruien (=hem zal ik mijn zaken niet toevertrouwen)
- wie wat bewaart, die heeft wat (=het bewaren van zaken kan op lange termijn voordelig blijken te zijn)
- ieder bakt zijn koek zoals hij hem eten wil. (=iedereen behartigt zijn zaken, op een manier zoals hij dat zelf wil.)
- goedkoop is duurkoop (=iets goedkoops kan later kosten veroorzaken, bijvoorbeeld door slechte werking, reparaties of onderhoud)
- als ik ze niet hoef te hoeden laat ik de ganzen ganzen zijn (=ik bemoei me niet met andermans zaken als het niet hoeft)
- in het achterschip geraken (=in zaken achteruit gaan)
- een schop van een ezel kunnen verdragen (=je moet het aankunnen dat iemand zonder verstand van zaken kritiek geeft)
- iets door het oog van de schaar halen (=materiaal van op het werk voor jezelf houden / Jezelf oneerlijk zaken toe-eigenen)
- met een kennersblik bekijken (=met kennis van zaken beoordelen)
- in grove lijnen (=met vooral aandacht voor de hoofdzaken)
- met kunst- en vliegwerk (=niet volgens de normale gang van zaken)
- als hadden geweest is, is hebben te laat. (=niet zeuren over gedane zaken)
- nieuwe bezems vegen schoon, maar oude bezems kennen alle hoeken en gaten (=nieuwe medewerkers (of: nieuwe leiders) pakken de zaken grondig aan, maar oude medewerkers (of: oude leiders) weten hoe het moet op grond van ervaring)
- over de balk gooien (=onnodig geld uitgeven voor zaken die niet nodig zijn)
- een knuppel in het hoenderhok gooien (=opschudding veroorzaken)
- er paal en perk aan stellen (=orde op zaken stellen)
- de vuile was buiten hangen (=over onaangename zaken spreken met buitenstaanders)
- er de mond vol van hebben (=praten over de zaken die iemand bezighouden)
- tegen windmolens vechten (=tegen irreëele gevaren/zaken vechten)
- je kunt niet met twee voeten in één sok (=twee onverenigbare zaken kunnen niet worden gecombineerd)
- spijkers op laag water zoeken (=uitermate achterdochtig zijn, onprettige opmerkingen maken over onbelangrijke zaken)
- aan een oud dak moet je veel herstellen (=verouderde zaken vergen nu eenmaal onderhoud)
- meer kunnen dan alleen brood eten (=verstand van zaken hebben)
- advocaat van kwade zaken (=wie slechte zaken verdedigt)
- haastige spoed is zelden goed (=zaken in te hoog tempo afwerken vergroot de kans op fouten)
- tijd is geld (=zaken zo snel mogelijk voor elkaar krijgen is het goedkoopste)
- je neus in andermans zaken steken (=zich bemoeien met zaken die je niet aangaan)
- het hebben over blauwe aardappelen en blauwe sokken (=zonder het aanvankelijk beseft te hebben over verschillende zaken spreken)
- klagers hebben geen nood en pochers hebben geen brood (=zowel klagers als pochers kunnen de zaken nogal eens overdrijven)
50 dialectgezegden bevatten `zaken`
- `As` is verbrande turref. (=Gedane zaken nemen geen keer; `als` zeggen is zinloos.) (Zaans)
- 't gijt zoas 't gijt (=zaken op 'n beloop laten) (Westerkwartiers)
- 't Goa a nie an (=Het zijn uw zaken niet) (Zelzaats)
- 't Zijn a tantelafaires nie. (=Het zijn uw zaken niet) (Zelzaats)
- a schiet onder men doaven (=hij wil zaken afnemen) (Nijlens)
- aalk zijn kouse (=men moet zich niet met andermans zaken bemoeien) (Lokers)
- Alle honske zaken (=Aanhoudend) (herenthouts)
- As HADDE verbij és, kump HEBBE te laot (=Gedane zaken nemen geen keer) (Bilzers)
- as men tante kloete hoch, wor et mene noenk (=gedane zaken nemen geen keer) (Munsterbilzen - Minsters)
- as ne volleirde prëfessër (=met kennis van zaken) (Munsterbilzen - Minsters)
- As' t je niet jokt moej niet krabben. (=Je moet je niet met andermans zaken bemoeien) (Drents)
- asmen tante kloete ho, worret mene noenk (=gedane zaken nemen geen keer) (Bilzers)
- aste kènder sjiks, kraajgste kènder taus (=laat belangrijke zaken nooit over aan kinderen) (Munsterbilzen - Minsters)
- baeter e koet én zenne sjoen, danne sjoen én je koet (=neem van 2 zaken de minst slechte) (Bilzers)
- baeter e naachske triëver sloeëpe vür daste zen plannen uitvoers, dan ternoë wakker te liggen asset te laot ès (=gedane zaken nemen geen keer) (Munsterbilzen - Minsters)
- baeter spijt hëbbe van woste waol gedon, dan van woste nie gedon hëbs (=gedane zaken nemen geen keer) (Munsterbilzen - Minsters)
- Bemoeije mètje eiguh kejak jung (=Bemoei je met je eigen zaken) (Arnhems)
- Boergondje laeten waai'n (=De zaken op hun beloop laten) (Iepers)
- Da gaddau ni aan! (=Dat zijn je zaken niet!) (Mechels (BE))
- da zèn a zouken nie (=dat zijn je zaken niet) (Meers)
- dao kins se baeter keerse mèt aete, as ein erfenis verdeile (=dat is geen makkelijk persoon; daar kun je beter niet te veel serieuze zaken mee moeten regelen) (Heitsers)
- dat steed nie èn mëne kattekismës (=aan verdachte zaken doe ik niet mee) (Munsterbilzen - Minsters)
- Daur edde gaa gieën affeire mee (=Dat zijn uw zaken niet) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
- de gees nog baeter mèt zën fëmiele waandële, dan tërmèt te haandële (=doe nooit zaken voor je familie) (Munsterbilzen - Minsters)
- de kons de klok nie trègdraeë (=gedane zaken nemen geen keer) (Munsterbilzen - Minsters)
- de kons nie teglijk èn de persessë mètgoën en de klok lojë (=je kan geen twee zaken tegelijk doen) (Munsterbilzen - Minsters)
- der is mieer dan ieen koe die Bloare (h) eet (=meerdere mensen of zaken kunnen dezelfde naam hebben) (Lokers)
- dich moks tër nogal ën graute poeppëkas van (=jij blaast de zaken nogal op) (Munsterbilzen - Minsters)
- dievel'n: Wau es 'n nottoe? 't Land oët de dievel'n tell'n. (=Waar is hij naartoe? Ik weet / zeg het niet / je hebt er geen zaken mee) (Lebbeeks)
- doar edde giën affaire mè (=dat zijn je zaken niet) (Antwerps)
- dokter de puut (=iemand die zg alles weet over medische zaken) (Zeeuws)
- dor edde gè geen afjeiren mee (=dat zijn uw zaken niet) (Sint-Niklaas)
- dor edde gè niet mé te moaken!, dor edde geen affjeire mee! (=dat zijn uw zaken niet!) (Sint-Niklaas)
- Een op gemaekte mouwe (=Een verkeerde voorstelling van zaken) (Giethoorns)
- elk moet zien eig'n stroadje schoonveeg'n (=elk moet zorgen voor zijn eigen zaken) (Westerkwartiers)
- elk moet zien eig' n stoepke schoon holl' n (=elk moet zijn eigen zaken regelen) (Westerkwartiers)
- gaa mè ei fantonte (=jij met je irritante zaken) (herenthouts)
- Ge moet oew traktementniej òlling versnètteren (=Je geld niet opmaken aan onbenullige zaken) (Rosmalens)
- Gét er gieën affaire mee (=Je hebt er geen zaken mee) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
- giejn affirns mee èn (=geen zaken mee hebben) (Brakels)
- giën affeiren mee emmen (=zijn je zaken niet) (Moes)
- gien olle koei'n uut de sloot hoal'n (=gedane zaken niet weer oprakelen) (Westerkwartiers)
- gin affaires mi emmen (=geen zaken met hebben) (Erps)
- haatop mét te mauze én maajn prulle (=hou op met te snuffelen in mijn zaken) (Bilzers)
- hae ès nog te loemp vër liëg zêk raech te zètte (=de meest eenvoudige zaken kan hij nog niet aan) (Munsterbilzen - Minsters)
- Hee het de biêne olweer aardig onder ' t lief (=De zaken gaan alweer beter) (Texels)
- hennige minsen hèmme hennige zoake en dei ze nie hèmme, lótte ze zich moake (=handige mensen hebben handige zaken en wat ze niet hebben, laten ze zich maken.) (Genker)
- hij is van alle maarkt'n thuus (=hij weet van heel veel zaken iets af) (Westerkwartiers)
- ie zit in mijn rop'n (=hij moeit zich met mijn zaken) (Waregems)
- ij oud em mee klodden bezig (=Hij is verwikkeld in foute zaken) (Lokers)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen