61 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `orde`
- aan de orde van de dag zijn (=vaak voorkomen)
- aan een balk, die uit het bos gehaald wordt, moet veel gehakt worden, voor hij in het huis past (=in een religieuze groep, vereniging, etc,: je kunt leden uit een gemeenschap winnen, maar hun moet wel geleerd worden zich aan te passen)
- als de ene hand de andere wast worden ze beide schoon (=de taak wordt gemakkelijk als je elkaar helpt)
- als een blinde over de kleuren oordelen (=spreken alsof men een kenner is, over iets waar men niets van weet)
- als een lam ter slachtbank geleid worden (=weerloos zijn)
- boeren en varkens worden knorrend vet (=een boer die klaagt heeft daar wellicht geen reden toe)
- dat staat niet in zijn woordenboek (=dat kent hij niet, daar doet hij niet aan mee, heeft hij nog nooit van gehoord)
- de breedste riemen worden uit andermans leer gesneden (=het is gemakkelijk met kwistige hand te beschikken over wat een ander toebehoort)
- de leer veroordelen maar de leraar sparen (=de wortel van het probleem niet aanpakken)
- de lenden omgorden (=je gereedmaken)
- de vermoorde onschuld spelen (=net doen alsof je van niets weet)
- de woorden uit de mond halen/nemen (=zeggen wat de ander ook net wou zeggen)
- doe wel naar mijn woorden, maar ziet niet naar mijn daden (=ik geef raad waar je je het beste aan kan houden, maar ik doe het zelf niet)
- door het verleden achtervolgd worden (=problemen of fouten van vroeger blijven invloed hebben.)
- een harde dobber (zijn/worden) (=niet gemakkelijk (zijn/worden))
- een leven als een oordeel (=een verschrikkelijk lawaai)
- een nieuwe voordeur krijgen (=gezegd bij het bereiken van een tiende levensjaar, dus 10, 20, 30 etc.)
- een Salomonsoordeel vellen (=met een heel vraagstuk een zeer wijze en goede beslissing nemen)
- er geen woorden aan vuilmaken (=er niets eens over spreken)
- er heet noch koud van worden (=zich nergens iets van aantrekken)
- er over oordelen als een blinde over de kleuren (=erover oordelen zonder kennis van zaken)
- er zouden geen achterklappers zijn waren er geen aanhoorders (=er wordt alleen geroddeld als er ook naar geluisterd wordt)
- gestolen kunnen worden (=van geen belang meer zijn - niet langer nodig zijn)
- gevleugelde woorden (=veel gebruikte en breed gedragen uitspraken)
- gezien mogen worden (=er goed uitzien)
- gezien worden als een rotte appel/kool bij een fruitvrouw/groenvrouw (=er niet erg welkom zijn)
- groen en geel voor de ogen worden (=duizelen en/of erg van schrikken)
- het is een kwade wind die niemand voordeel brengt (=er is altijd wel iemand die van de omstandigheden weet te profiteren)
- het is een Spaans bordeel. (=het is een chaotische wanorde)
- het zwaard aangorden (=(zich klaarmaken om) de strijd aan (te) binden)
- iemand de woorden uit de mond halen (=voor een ander spreken)
- iemand een hart onder de gordel/riem steken (=iemand moed inspreken)
- iemand het voordeel van de twijfel gunnen (=een onzekere factor voor hem zo gunstig mogelijk laten meetellen)
- iets niet koud laten worden (=ergens onmiddellijk op ingaan)
- in het diepe gegooid worden (=in een baan aan het werk moeten zonder ingewerkt te worden)
- je woorden inslikken (=niet uitspreken)
- je woorden kauwen (=eerst nadenken en dan pas spreken)
- je woorden op een goudschaaltje wegen (=uiterst weloverwogen spreken)
- je woorden worden weer thuisgebracht. (=als je iets negatiefs zegt kan dat leiden tot negatieve gevolgen voor jezelf)
- kinderen die vragen worden overgeslagen (=brutale kinderen die altijd overal om vragen, worden genegeerd)
- lieverkoekjes worden hier niet gebakken (=zin of geen zin, je moet het doen)
- met alle zonden van Israël beladen worden (=voor alles de schuld krijgen)
- met de maat waarmee gij meet, zal u weder gemeten worden (=op de manier zoals je een ander behandelt zal je ook zelf behandeld worden)
- met de noorderzon vertrekken (=onaangekondigd vertrekken en niets meer van zich laten horen)
- met een baksteen in de maag geboren worden (=graag een huis willen hebben dat van jezelf is, dat je eigendom is)
- met iemands woorden naar de markt gaan (=overal rondvertellen wat men elders horen zeggen heeft)
- naar zijn woorden zoeken (=niet goed meer weten wat te zeggen)
- ook de ceders van Libanon worden afgehouwen (=ook heilige dingen vergaan)
- ridder te voet geworden zijn (=rijkdom is verdwenen)
- slapende rijk worden (=veel geld verdienen zonder er iets voor te moeten doen)
295 betekenissen bevatten `orde`
- het licht zien (=1: begrijpen wat men daarvoor nog niet begreep 2: geboren worden, ontstaan)
- de kap maakt de monnik niet (=aan het uiterlijke kan men het innerlijke niet beoordelen)
- kinderen die zwijgen zullen ook nooit wat krijgen (=aanvulling op `Kinderen die vragen worden overgeslagen.`)
- iemand het hof maken (=aardig tegen iemand doen in de hoop aardig gevonden te worden)
- een korf krijgen (=afgewezen worden)
- een blauwe scheen lopen (=afgewezen worden)
- een blauwtje lopen (=afgewezen worden (in de liefde))
- de toets kunnen doorstaan (=alle antwoorden op vragen/problemen weten)
- boven water zijn (=alles is bekend geworden of is teruggevonden)
- de kust is veilig (=alles is in orde - er is niemand in de buurt)
- in het donker zijn alle katten grijs/grauw (=als de situatie niet duidelijk is, zijn de zaken niet goed te beoordelen)
- men noemt geen koe bont, of er is een vlekje aan (=als er allerlei vervelende dingen worden verteld is er vast wel iets van waar)
- aan een boom zo vol geladen, mist men een twee pruimpjes niet (=als er van iets grote hoeveelheden zijn, kan er wel wat gemist worden)
- allemans werk is niemands werk. (=als iedereen verantwoordelijk is, doet niemand het daadwerkelijk.)
- dan moet de wal het schip maar keren (=als iemand niet vooraf rekening houdt met een naderend probleem, dan moet het probleem maar daadwerkelijk in volle omvang ontstaan, en dan alsnog worden opgelost)
- een pakje wordt een zakje. (=als je een probleem niet aanpakt kan het zich uitbreiden en erger worden.)
- een vliegende kraai/vogel vangt/vindt altijd wat (=als je er maar op uit gaat, vind je altijd wel wat in je voordeel)
- wie het dichtst bij het vuur zit, warmt zich het meest (=als je ergens nauw bij betrokken bent, geniet je het meeste voordeel ervan)
- ongevraagd, ongeweigerd (=als je iets doet waarvoor geen toestemming is gevraagd kan het achteraf niet meer geweigerd worden omdat het al gebeurd is)
- waar geen aardappelen gepoot worden, zullen er ook geen groeien (=als je niet een goed begin voor iets legt, zal er ook niets van worden)
- wie zijn klomp breekt, schiet gemakkelijk uit zijn slof (=als je wordt teleurgesteld, kun je gemakkelijk boos worden)
- de appel wegdragen/winnen (=als schoonste erkend worden)
- uitdrogen als een Harderwijker (=alsmaar vervelender worden)
- altijd de kwade pier zijn (=altijd als de schuldige aangewezen worden)
- draaien als een molen (=altijd meegaan met de heersende mening - naar de mond van de toehoorder praten)
- ten grave dalen (=begraven worden)
- iets aan de kaak stellen (=bekend maken wat niet in orde is)
- aan het licht komen (=bekend worden van ongunstige dingen)
- op de bon gaan (=bekeurd worden)
- eer is teer (=beledigd worden doet pijn)
- geen mens is zijn eigen maker. (=beoordeel iemand niet om hun uiterlijk.)
- in de val lopen (=betrapt worden)
- tegen de lamp lopen (=betrapt/gesnapt worden)
- om kaneelwater lopen (=beuzelwerk doen - van het kastje naar de muur gestuurd worden)
- de kerk in het midden laten (=bij een meningsverschil geven beide personen wat toe om het eens te worden)
- op een oor na gevild zijn (=bijna in orde zijn)
- in een goed blaadje staan (=bijzonder gewaardeerd worden)
- op de been blijven (=blijven staan; niet ziek worden; niet verslagen worden)
- zo rood worden als een kalkoense haan (=bloedrood worden (van schaamte))
- in de gordijnen klimmen (=boos worden)
- de gal loopt over (=boos worden)
- kinderen die vragen worden overgeslagen (=brutale kinderen die altijd overal om vragen, worden genegeerd)
- daar zal wat zwaaien (=daar zal een hartig woordje gesproken worden)
- die snaar moet men niet aanroeren (=daarover moet niet gesproken worden)
- dat is een paal onder water (=dat brengt meer nadeel dan voordeel)
- daar kan de schoorsteen niet van roken (=dat brengt niets op / men kan niet alleen van vriendelijke woorden leven)
- dat staat op de agenda (=dat gaat nog gebeuren; dat gaat nog besproken worden)
- dat is een bal voor open doel (=dat is een opmerking waar een zeer voor de hand liggend weerwoord op gegeven kan worden)
- iets op je lever hebben (=dat je nog iets wilt uiten, dat er iets is dat je heel erg dwars zit en dat gezegd moet worden)
- dat zit gebeiteld (=dat komt in orde)
50 dialectgezegden bevatten `orde`
- 'En pin op de neus geve. (=Tot de orde roepen.) (Zaans)
- 't es in ordre (='t is in orde) (Waregems)
- 't es van d'nond zèn kluëten (=dat is niet in orde) (Meers)
- 't huus is netjes an kaant (=het huis is netjes op orde) (Westerkwartiers)
- 't is dik veur 'n anner (=het is prima in orde) (Westerkwartiers)
- 't Is in de sacoche! (=Het is in orde) (Antwerps)
- 't is in de zjakos (='t is in orde / opgelost) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
- 't spel es espe (=Alles is in orde) (Deinzes)
- 't spel ès èspe! (=het is in orde) (Gents)
- aïs oep sai pünt, ... sikuur (zeker <1930) (=over iemand die alles piekfijn in orde wil hebben) (Kalforts)
- alf zei gat (=niet in orde) (Hams)
- Alles goe in wel (=Alles in orde) (Zelzaats)
- alles is in dun oak mè mij (=alles is in orde met mij) (Sint-Niklaas)
- Alles op z'n effen leigen (=Alles op orde leggen) (Bevers)
- arezeern / arañ'zérne (=in orde brengen) (Oudenaards)
- arrozjiëre (=in orde brengen) (Munsterbilzen - Minsters)
- as t nie geet dan bok t mèr (='t komt wel in orde) (Bilzers)
- Bende jelemaol betoeterd (=Inleiding om tot de orde geroepen te worden) (Ossendrechts)
- da kump wol ammël èn de sjakosj (=dat komt weer wel in orde) (Munsterbilzen - Minsters)
- da's niet ien 'e hoak (=dat is niet in orde) (Westerkwartiers)
- Daddis in de sakkosj (=Dat is in orde) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
- dae waertj gedèkseldj, dae kriegtj ze gedèkseldj (=hij kreeg slaag; met woorden tot de orde worden geroepen) (Heitsers)
- dao zitj ein speer haor inne bótter (=daar is iets niet in orde) (Heitsers)
- das èn de sakosj (=dat is helemaal in orde) (Munsterbilzen - Minsters)
- das èn de sëkosj (=dat is in orde) (Munsterbilzen - Minsters)
- das èn de sjëkosj (='t is in orde) (Munsterbilzen - Minsters)
- das gekloenke (=dat is dan in orde) (Munsterbilzen - Minsters)
- das gene kontraore (=die lijkt me best in orde) (Munsterbilzen - Minsters)
- dat keump èn de sjakoche (=dat komt in orde) (Tongers)
- dat komt meddertied wel an bod (=dat komt later wel aan de orde) (Westerkwartiers)
- de benen van onder zè gat lopen (=er vaart achter zetten om iets in orde te kijgen) (Sint-Niklaas)
- de boedel doar is onkloar (=de boel daar is niet in orde) (Westerkwartiers)
- de plank op en binnen (=Dat was vlug in orde) (Ninoofs)
- der zal nog veel waotre nao de zièè vloejn (=het zal nog een tijdje duren voor het in orde komt) (Kortemarks)
- det stûmt wi-j elf en 'n mik (=dat is helemaal in orde) (Weerts)
- det stumtj wi-j êlf en 'n mik. (=dat is 100 procent in orde) (Weerts)
- die motte gij us op z n vesje tuffe (=die moet je eens tot de orde roepen) (Oudenbosch)
- diejebbe ze daorus goed bijgewerkt (=die is ernstig tot de orde geroepen) (Oudenbosch)
- diejis daor un kirke goed onderaande genome (=die is ernstig tot de orde geroepen) (Oudenbosch)
- doë mankiërt get on zene meteur (=zijn hart is niet in orde) (Bilzers)
- Een Mesjokkenaar, gestoorde, gekke Henkie, snuggere Harrie, imbecieltje, mongooltjie (=iemand die niet helemaal in orde is, een niet zo snuggere opmerking maakt, of zich als een gek gedraagt. Of iets uithaalt hetgeen anderen de schrik op het lijf jaagt) (Utrechts)
- één terechte zett'n (=iemand tot de orde roepen) (Westerkwartiers)
- effen: 't Lèid op zijn effen (='t Ligt keurig op orde) (Lebbeeks)
- er grust in zin (=denken dat alles in orde is) (Sint-Niklaas)
- ge mottem is op zun nummer zette (=je moet hem tot de orde roepen) (Oudenbosch)
- gezet gelijk nen pui op ne weele (=alles is in orde) (Kaprijks)
- Het is een sleg houtje wa van legge brek (=Dat ding is niet goed / in orde) (Geldermalsens)
- Het keemp in de sjakos (=Het komt in orde) (Vlijtingens)
- hij het nog genog ien zien eig'n tuun te wied'n (=laat hem eerst maar zijn eigen zaakje op orde brengen) (Westerkwartiers)
- hij is van 'e kook (=hij is niet in orde) (Westerkwartiers)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen