Spreekwoorden met `leid`

Zoek

10 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `leid`

  1. alle wegen leiden naar Rome (=er zijn veel manieren om je doel te bereiken / de uitkomst is altijd hetzelfde)
  2. als bliksemafleider fungeren (=iemand die of iets dat de boze bui van iemand kan afleiden)
  3. als de ene blinde de ander leidt vallen ze beiden in de gracht (=wanneer onbekwamen andere onbekwamen adviseren gaat het fout)
  4. als een lam ter slachtbank geleid worden (=weerloos zijn)
  5. dan is leiden in last (=dan zijn er problemen!)
  6. een goed gelaat is de beste geleidebrief. (=als je knap bent krijg je veel voor elkaar)
  7. er zijn vele wegen die naar Rome leiden (=er zijn meerdere manieren om iets te doen)
  8. iemand om de tuin leiden (=iemand beetnemen of bedriegen)
  9. iets in goede banen leiden (=ervoor zorgen dat iets goed verloopt)
  10. je er met jantje-van-leiden afmaken (=onzorgvuldig zijn en weinig aandacht aan het werk besteden)

61 betekenissen bevatten `leid`

  1. op kop staan (=aan de leiding staan)
  2. de tongen losmaken (=aanleiding geven tot gepraat)
  3. als de herder dwaalt dolen de schapen (=als de leider het verkeerd doet weten de mensen die hem volgen niet wat ze doen moeten)
  4. als een warm mes door de boter (=als iets erg makkelijk of geleidelijk gaat)
  5. je woorden worden weer thuisgebracht. (=als je iets negatiefs zegt kan dat leiden tot negatieve gevolgen voor jezelf)
  6. dat kan Bruin(tje) niet trekken (=dat kunnen we ons niet veroorloven (afgeleid van een populaire naam voor trekpaarden))
  7. de aanval bloedt dood (=de aanval komt geleidelijk uit op een mislukking)
  8. de bezem in de mast voeren (=de baas zijn en leiding hebben)
  9. aan het roer zitten/staan (=de leiding hebben)
  10. de teugels in handen hebben/houden (=de leiding hebben/houden)
  11. het heft in eigen hand(en) nemen (=de leiding nemen)
  12. eerste viool willen spelen (=de meest prominente taak willen vervullen, bijvoorbeeld als leider of woordvoerder van de groep)
  13. dat zaakje zal wel doodbloeden (=die kwestie zal geleidelijk aan wel worden vergeten)
  14. de bezem uitsteken (=doen en laten wat men wil als de baas of leidinggevende er niet is)
  15. aan iemands leiband (=door iemand geleid)
  16. de knoop doorhakken (=een beslissing forceren. (Afgeleid van het verhaal van de Gordiaanse knoop))
  17. een klein lek doet een groot schip zinken (=een geringe onachtzaamheid kan tot grote schade leiden)
  18. je hemel op aarde verdienen (=een goed en eerlijk leven leiden)
  19. een wit voetje halen (=een goede indruk maken bij de leider(s))
  20. een goede haan kraait nog wel eens weer. (=een goede leider waarschuwt meer dan eens)
  21. de lange weg maakt een moede man (=een langdurige ziekte leidt tot uitputting)
  22. de teugels laten vieren (=een minder streng beleid voeren)
  23. het ene woord brengt het andere voort. (=een negatieve opmerking kan leiden tot negatieve woorden over en weer)
  24. aan de zwabber zijn (=een onbezorgd leventje leiden)
  25. rusten aan abrahams` borst (=een rustig, aangenaam leven leiden)
  26. geen twee kapiteins op één schip (=er moet maar één persoon de leiding hebben, anders gaat het niet goed)
  27. de nacht brengt raad. (=ergens een nachtje over slapen leidt tot betere beslissingen of oplossingen)
  28. tijd brengt raad. (=geduldig zijn leidt tot betere beslissingen of oplossingen)
  29. de geest is gewillig maar het vlees is zwak. (=geef niet toe aan verboden verleidingen)
  30. bij kleine hapjes leert men een hond eten. (=geleidelijk aan kun je zelfs aan onmogelijke dingen wennen.)
  31. bij kleine lapjes leert men de hond leer eten. (=geleidelijk aan wen je zelfs aan de onmogelijkste dingen.)
  32. het schip ingaan (=groot risico nemen, leidend tot verlies)
  33. de keel kost veel (=herhaalde dronkenschap leidt tot armoede)
  34. de vis begint te stinken bij de kop (=het loopt het eerst mis bij de leiding)
  35. iemand de teugels uit handen nemen. (=iemand de leiding afnemen)
  36. als bliksemafleider fungeren (=iemand die of iets dat de boze bui van iemand kan afleiden)
  37. iemand de ogen verblinden (=iemand door uiterlijke schijn misleiden)
  38. de kat bij het spek zetten (=iemand in verleiding brengen)
  39. de kat bij de melk zetten (=iemand in verleiding brengen)
  40. er de boot mee ingaan (=iets hebben ondernomen, dat tot een totale mislukking heeft geleid)
  41. het zijn niet al ridders die sporen dragen (=je kunt niet alleen aan iemands uiterlijk afleiden of hij ergens geschikt voor is)
  42. een zwarte kat krabt niet (=je moet je niet laten leiden door je angsten)
  43. angst is een slechte raadgever (=laat je niet leiden door angst. / Emoties zijn gevaarlijk)
  44. het roer in handen hebben (=leiding geven en door moeilijke tijden heen komen)
  45. zo de abt, zo de monniken (=medewerkers gedragen zich net zoals hun leidinggevende)
  46. zo de heer, zo de knecht (=medewerkers gedragen zich net zoals hun leidinggevende)
  47. de gelegenheid maakt de dief (=men laat zich gemakkelijk verleiden door een goede gelegenheid)
  48. ledigheid is des duivels oorkussen (=niets te doen hebben leidt tot misdaden)
  49. nieuwe bezems vegen schoon, maar oude bezems kennen alle hoeken en gaten (=nieuwe medewerkers (of: nieuwe leiders) pakken de zaken grondig aan, maar oude medewerkers (of: oude leiders) weten hoe het moet op grond van ervaring)
  50. plak en gard ontwassen zijn (=ook zonder begeleiding wel kunnen leven)

8 dialectgezegden bevatten `leid`

  1. dae mèt angere zien leid lachtj, steit ’t zien achter de däör te wachte (=boontje komt om z’n loontje) (Heitsers)
  2. dao geit ut leid op z'n zoondegs (=daar is veel verborgen leed) (Mestreechs)
  3. dao weurtj mieër leîd gevaare as gedraage (=rijke mensen hebben vaak meer verdriet) (Weerts)
  4. det duit ´m leid (=verdriet doen) (Heitsers)
  5. effen: 't Lèid op zijn effen (='t Ligt keurig op orde) (Lebbeeks)
  6. ein groeët leid bie ein klein kuulke (=wordt gezegd bij een kinderlijkje) (Heitsers)
  7. Ins örges lekker gaon aete duit veul hoeselik leid vergaete! (=Eens ergens lekker gaan eten, doet veel huiselijk leed vergeten!) (Kinroois)
  8. louijk: Ze lèid in e louijk (=Ze is afgelegd / dood) (Lebbeeks)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen