4 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `later`
- de bastaard van de graaf wordt later bisschop (=alleen hoge heren kunnen hun buitenechtelijke kinderen een toekomst bieden)
- een flater slaan (=een nogal domme fout maken)
- hoe later op de avond, hoe schoner volk. (=vriendelijke of juist schertsende verwelkoming van late bezoekers)
- hoe later op de avond/dag hoe schoner volk (=schertsend gezegd bij het laat binnenkomen van vrienden of familie)
10 betekenissen bevatten `later`
- gezelligheid kent geen tijd (=als het gezellig is, is het niet erg als het wat later wordt)
- jong te paard, oud te voet (=als je in je jeugd erg wordt verwend, krijg je het later erg moeilijk)
- dat is vers twee. (=dat is voor later)
- iets in petto houden (=een mededeling voor later bewaren)
- zuur opbreken (=ergens mee in moeilijkheden komen (later))
- goedkoop is duurkoop (=iets goedkoops kan later kosten veroorzaken, bijvoorbeeld door slechte werking, reparaties of onderhoud)
- uitstel van executie (=iets onaangenaams wordt tijdelijk uitgesteld later gaat dit toch nog gebeuren)
- wat hansje niet leert zal hans nooit weten (=je moet het eerst leren om het later te kunnen)
- voor galg en rad opgroeien (=vanaf de jeugd een levenspad volgen dat later waarschijnlijk naar criminaliteit leidt)
- van de hand in de tand leven (=zo gauw iets verdiend is het meteen weer uitgeven zonder zorgen over later)
34 dialectgezegden bevatten `later`
- as de wichter groeët zeen, doon zeuj de aojers nao béd (=kinderen zorgen later voor hun ouders) (Weerts)
- assët nie geet, moettët mér bokke (=als het niet onmiddellijk lukt, lukt het wel wat later) (Bilzers)
- Da stéök ich i men mouw (=Zoiets vergeet ik niet en haal ik later wel trug boven) (Stals)
- da zien we tege dieje tijd wel (=dat zien we later wel) (Oudenbosch)
- dat holl'n we nog eev'm ien petto (=dat bewaren we nog even voor later) (Westerkwartiers)
- Dat komt deermee. (Straks.)
Dat komt demie wel. (=Dat komt later wel) (Westfries)
- dat komt meddertied wel an bod (=dat komt later wel aan de orde) (Westerkwartiers)
- de hübs tijd vür te réste aste daud bés (=doorwerken nu, later is er tijd om te rusten) (Bilzers)
- De wilstech nog joenk vürdoen aste al aad bés, mér dan ésset viël te laot (=Wacht niet tot later met wat je nu nog kan doen) (Bilzers)
- droë: Tot in d'n droë (=Tot later) (Lebbeeks)
- en it ze wittebroëd voëren (=hij zal het later niet zo breed hebben) (Veurns)
- ge zij loat' an (=je bent later dan normaal) (Waregems)
- keutsachter (=niet veel later) (Overijses)
- liever aad mér rijk dan joenk en erm (=als je jong bent moet je hard werlen om het later goed te hebben) (Munsterbilzen - Minsters)
- navururen (=na vier uur / later op de dag) (Zunderts)
- op 'e lat koop'n (=nu kopen en later betalen) (Westerkwartiers)
- op de poef koopn, borgen (=later betalen) (Veurns)
- op de pof, op de lat iets kopen (=op afbetaling kopen, iets kopen maar later betalen) (Utrechts)
- overleg is 't haalve wark (=iets goed overleggen spaart een hoop tijd later) (Westerkwartiers)
- Strontraper achter den elektieken traan (=Wat ga je later worden .?) (Sint-Katelijne-Waver)
- Strontrauper achter den ellentrieken traan (=Wordt van iemand gezegd die later niet veel zal gaan doen op werkvlak) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
- tés geen daudzin métten vroo te sloëpe, waol dërter wakker blijve lengs te ligge (=Laat nooit een kans onbenut waarvan je later spijt kan hebben) (Bilzers)
- Teutevaégere later Breuzeláere. (WT) (=Carnavalsnaam van Mechelen) (Mechels (NL))
- toet in droai (=tot later) (Poperings)
- tot één d'n droi, to no ne keêr (=tot later) (Waregems)
- tot èn de proemën tijd (=tot later misschien) (Munsterbilzen - Minsters)
- tot énde proemetijd (=tot later eens...) (Munsterbilzen - Minsters)
- veur later is vandaag vreuger (=voor later is vandaag vroeger) (Kinroois)
- we zulle nut op dun boek schrijve (=de betaling volgt later) (Oudenbosch)
- wie laoter opten oëved, wie sjünner de laaj (=Des te later de avond, des te mooier volk) (Munsterbilzen - Minsters)
- wie later op den aovend, wie sjoeander de luuj (=de beste gasten komen het laatst) (Steins)
- wordt gezegd tegen iemand waarvan men denkt dat hij geen deftige job zal vinden (=wa gaade later worden strontraper achter den trein) (Ursels)
- wroak is ne plât dasse kait üp diene (=wraak komt later wel) (Leefdaals)
- zoas de old'n zong'n, piep'm de jong'n (=zoals ouders het voordoen, doen kinderen het later na) (Westerkwartiers)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen