Spreekwoorden met `droog`

Zoek

10 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `droog`

  1. aan elkaar hangen als droog zand (=geen enkele samenhang vertonen)
  2. als de boter duur wordt, leert men het brood droog eten. (=als het niet anders kan, is men ook met minder tevreden.)
  3. boter op je hoofd smeren en droog brood eten. (=in de war zijn.)
  4. droog brood eten (=zuinig moeten zijn, financieel slecht gaan)
  5. hoog en droog (=veilig en wel)
  6. je kruit droog houden (=geen onnodige acties ondernemen of energie verspillen.)
  7. je natje en je droogje lusten (=graag eten en drinken)
  8. nog nat(/ niet droog) achter de oren zijn (=nog uiterst onervaren zijn, zodat men er niet over mee kan praten)
  9. op een droogje zitten (=op visite zijn en niks te eten of drinken krijgen)
  10. zo droog als een haring (=hij zegt bijna niks)

28 dialectgezegden bevatten `droog`

  1. 't ès flok weer (=het weer is veranderlijk, niet droog) (Meers)
  2. 't es zuu druuge of geruukten oarink (=zeer droog) (Gents)
  3. 't vlees was gullèk oûrn (=het vlees was droog) (Sint-Niklaas)
  4. 't zal wel druuëgen oan de mast (=dat wordt vanzelf wel droog) (Wichels)
  5. as het no 5 oor drug blift hebben de ouj wiever kirmis (=als het na 5 uur ophoudt met regenen blijft het voor die dag droog) (Maasbrees)
  6. ben je wel droog achter je oruh (=wat stel je nou voor) (Westlands)
  7. bennie al droog achter je orêh? (=wat stel je nou helemaal voor?) (Westlands)
  8. beuter an je had strieken en droog broead eten (=weet je wat zonde is) (Zeeuws)
  9. dae is nog neet drwèg achter zien warre (=hij is nog niet droog achter zijn oren) (Aelsers)
  10. dae kump nog mër kieke (=hij is nog niet droog achter zijn oren) (Munsterbilzen - Minsters)
  11. Dat brood is zo dreuge as Sunterklaos zien gat (=droog brood) (Giethoorns)
  12. De toarte è nès. (=wordt gezegd van een taart die niet al te droog is) (Zwevegems)
  13. dien appel is zo voos as een roap (=die appel is droog en smakeloos) (Sint-Niklaas)
  14. doë verdienste het zaat op z'n iërappel nie mèt (=daarmee is geen droog brood te verdienen) (Bilzers)
  15. èn zonder toelaog nòr bèd! (=en met droog brood naar bed!) (Tilburgs)
  16. hae moet biëvet gon (=hij zit op droog zaad) (Bilzers)
  17. Is de was al dreuge (=Is de was al droog) (Hoogeveens)
  18. kortresse hen (=op droog zaad zitten) (Veurns)
  19. mën kael sjoert, ze steet krikdreig (=mijn keel schuurt, ze staat helemaal droog) (Munsterbilzen - Minsters)
  20. mulzig zand (=droog zand) (Veurns)
  21. Van geven wordt de beste koe gus (?) (=Van geven komt de beste koe droog te staan) (Aaltens)
  22. zo dreug as ... (=heel droog) (Elspeet)
  23. Zo dreug as 't kuntje van Sintekloas (=Te droog om op te eten) (Diems)
  24. zo dreug as kloasje voars kont (=zo droog als sinterklaas zijn achterste) (Putters)
  25. Zo dreuge as Sinterklaas zien gat (=droog brood) (Giethoorns)
  26. Zo dreuge as Sunterklaos zien gat (=Erg droog) (Giethoorns)
  27. Zo dreuge as Sunterklaos zien gat (=droog brood) (Giethoorns)
  28. zoe droejg as ne kempstek (=droog brood) (Tiens)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen