Spreekwoorden met `kun je`

Zoek

9 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `kun je`

  1. daar kun je donder op zeggen (=daar mag je zeker van zijn)
  2. daar kun je ketelaar van blijven (=dat zal niets opbrengen)
  3. met hem kun je gaan vissen (=een prettig persoon in de omgang)
  4. nee heb je, ja kun je krijgen (=je kunt het altijd proberen)
  5. op dat mes kun je naar Keulen rijden (=dat mes is erg bot)
  6. van een kale kip kun je niet plukken (=er valt niets te halen bij iemand die niets heeft)
  7. van een mooi bord kun je niet eten (=aan uiterlijk alleen heb je niets)
  8. van een mooie / knappe tafel kun je niet eten. / Van een mooi bord kun je niet eten. (=knap van uiterlijk heeft ook wel eens nadelen.)
  9. voor geld kun je de duivel doen dansen (=met geld kun je alles gedaan krijgen)

19 betekenissen bevatten `kun je`

  1. aan de veren kent men de vogel (=aan het uiterlijk (verzorging/kleding) kun je zien met wat voor iemand je te maken hebt)
  2. als je geschoren wordt, moet je stilzitten (=als er scherpe kritiek op je is (je wordt geschoren), kun je beter rustig wachten tot het voorbij is, in plaats van erop in te gaan)
  3. laat je linkerhand niet weten wat je rechterhand doet (=als je een ander geld geeft kun je dat beter stilhouden want anderen hoeven het niet te weten)
  4. wie kaatst kan/moet de bal verwachten (=als je een ander plaagt, kun je verwachten dat die jou terug gaat plagen)
  5. geen bericht is goed bericht (=als je niet weet hoe het met iets of iemand gaat, kun je ervan uitgaan dat het goed gaat, zolang je geen slecht bericht ontvangt)
  6. wie zijn klomp breekt, schiet gemakkelijk uit zijn slof (=als je wordt teleurgesteld, kun je gemakkelijk boos worden)
  7. door vragen wordt men wijs (=door het stellen van vragen kun je veel te weten komen en veel kennis opdoen)
  8. buurmans leed troost (=door het verdriet of de pijn van een ander kun je je eigen verdriet en pijn beter verdragen)
  9. voorkomen is beter dan genezen (=door voorzichtig te zijn kun je problemen en ongelukken voorkomen)
  10. een meid en een aardappel kies je zelf (=een vrouw kun je niet door iemand anders laten uitkiezen)
  11. bij kleine hapjes leert men een hond eten. (=geleidelijk aan kun je zelfs aan onmogelijke dingen wennen.)
  12. met je hoed in je hand kom je door het ganse land (maar met je pet op je test kom je er ook best) (=met beleefdheid kun je veel bereiken)
  13. voor geld kun je de duivel doen dansen (=met geld kun je alles gedaan krijgen)
  14. armoe op de stal is armoe overal (=met te weinig dieren in de stal kun je geen geld verdienen)
  15. kleine houwen vellen grote eiken. (=met veel kleine beetjes kun je veel bereiken)
  16. prijs de dag niet voor het avond is (=pas als alles gedaan is kun je zeggen of het goed ging)
  17. een schip op het strand is een baken in zee (=van de fouten die anderen hebben gemaakt kun je zelf veel leren)
  18. wat niet weet, wat niet deert (=waar je geen weet van hebt kun je ook geen last hebben)
  19. zo gewonnen, zo geronnen (=wat je makkelijk hebt gewonnen, kun je ook makkelijk weer kwijt raken)

50 dialectgezegden bevatten `kun je`

  1. 'n goj kins-te breake, mè 'ne fagk neet. (WT) (=een dunne tak kun je gemakkelijker breken dat een wat dikkere tak) (Mechels (NL))
  2. 't is moar net wat 'n gek d'r veur geft (=daar kun je geen prijs aan verbinden) (Westerkwartiers)
  3. ‘N poal bôeve woater ken je mêie (=Een gevaar dat je ziet aankomen kun je vermijden) (Volendams)
  4. A'j gin kop hebt, kö'j nich oet 't raam kiek'n (=Als je geen kop hebt, kun je niet uit het raam kijken) (Twents)
  5. aa bèk hëbbe staajf hoëre (=oude mensen kun je niet van hun oude gewoonten afhouden) (Munsterbilzen - Minsters)
  6. agge die op oew dak krijgt (=daar kun je beter geen onenigheid mee hebben) (Oudenbosch)
  7. ai geen kop heb kun ie ook nie uut roam kiekn (=als je geen hoofd hebt kun je ook niet uit het raam kijken) (Sallands)
  8. ai heide vreet, kuj bessems scheiten (=als je heide eet, kun je bezems poepen) (Noord-Veluws)
  9. Ai lui bint doa kun ie niks an doon, maar ai meu bint is't oe eig'n schuld (=Als je lui bent kun je niets aan doen, maar als je moe bent is het je eigen schuld) (Twents)
  10. Baeter eine lange nek as gooj kaart (=Door bij een ander in de kaarten te kijken, kun je toch winnen. (vals spelen) ) (Venloos)
  11. bau et hat van vol ès, lëpte mond van iëver (=geluk kun je niet voor jezelf houden) (Munsterbilzen - Minsters)
  12. Bende gij doof ofzo? (=kun je me niet verstaan?) (brabants)
  13. bèste mesjun van soekker ! (=kun je daar niet tegen!) (Munsterbilzen - Minsters)
  14. bèste zen toeng kwijt? (=kun je niet antwoorden?) (Munsterbilzen - Minsters)
  15. D'r mot n'n kapp'n sprekker kom'n, wil e nen zwieger verbetter'n (=soms kun je beter niets zeggen) (Twents)
  16. da blef nie mooistaon ee (=daar kun je niet mee blijven aankomen) (Oudenbosch)
  17. Da ken je wel stelle (=Dat kun je wel vaststellen) (Benschops)
  18. da ku'j umsgelieks wel (...) (=dan kun je net zo goed wel (...) ) (Vechtdals)
  19. da kunde op oewe buik schrijve (=dat kun je wel vergeten) (Oudenbosch)
  20. Da ziede (gae) van 'ier (=Dat kun je op je vingers natellen (ook: dat doe ik gewoon niet)) (Wichels)
  21. da's 'n heul rekboar begrip (=die uitleg kun je alle kanten mee uit) (Westerkwartiers)
  22. Dae gluiftj nog dat Oeës Leevenhieër in 'ne paereboum woeëntj (=Hem kun je alles wijsmaken) (Weerts)
  23. dae huit zich get oet ziene nek (=Die kun je niet alles geloven) (Steins)
  24. dae piring konste doër ët sliëtëlkoet trèkke (=hij is zo mager als een pier, die kun je ook door het sleutelgat trekken) (Munsterbilzen - Minsters)
  25. dao kins se baeter keerse mèt aete, as ein erfenis verdeile (=dat is geen makkelijk persoon; daar kun je beter niet te veel serieuze zaken mee moeten regelen) (Heitsers)
  26. dao kintj de sjouw neet van blieve rouke (=daarmee kun je geen geld verdienen) (Heitsers)
  27. daor zuldut altijd tege afle-ge (=daar kun je niet tegenop) (Oudenbosch)
  28. das ne goeie vur lege zakke mee recht te zette (=daar kun je niks mee aanvangen) (Hoogstraats)
  29. dat ken je wel noagoan (=dat kun je wel op je vingers natellen) (Westerkwartiers)
  30. dat kins't ien dien buus steek'n (=dat kun je in je zak steken) (Westerkwartiers)
  31. dat kinst niet moak' n (=dat kun je niet verantwoorden) (Westerkwartiers)
  32. Dat kun je pakken (=Dat is het al bijna) (Volendams)
  33. Dat kunde onder auw klu.mp schrieve (=Dat kun je vergeten) (Genneps)
  34. dat suden jou niet wille mutte (=dat kun je beter niet doen) (Leewarders)
  35. De kins einen neksen boer neet in de tes schiète (=Het onmogelijke kun je niet doen) (Venloos)
  36. de kons gene nokse én zën maole sjijte (=onmogelijke dingen kun je niet doen) (Munsterbilzen - Minsters)
  37. De smerigste vrouw'n heb de laekkerste koffie (=Van een schoon bord kun je niet eten.) (Epers)
  38. dendiejen kun de gemak zat opjööne (=die kun je gemakkelijk opjutten) (Tilburgs)
  39. det kins se dich ónger de sjoon sjrieve (=daar kun je naar fluiten, dat betaal ik nooit) (Heitsers)
  40. die kaans motte waorneme (=dat kun je niet laten lopen) (Oudenbosch)
  41. die kinst ien 'e buus steek'n (=die kun je in je zak steken) (Westerkwartiers)
  42. die kunde nou rustig laote petije (=die kun je nu verder met rust laten) (Oudenbosch)
  43. die kuukskes kun de nie knaawe!! (=die koekjes kun je niet bijten!!) (Tilburgs)
  44. die wit daor wel raot mee (=dat kun je haar wel toevertrouwen) (Oudenbosch)
  45. dien lèste humme haet gein tesse (=als je sterft kun je niets meenemen) (Heitsers)
  46. doar 's gien mouw aan te paaz'n (=daarmee kun je niets beginnen) (Westerkwartiers)
  47. doar ken j' gien peil op trekk' n (=daar kun je niet vast van op aan) (Westerkwartiers)
  48. doar ken je donner op zegg'n (=daar kun je op vertrouwen) (Westerkwartiers)
  49. doar ken je gien peil op trekk'n (=daar kun je niet vast op rekenen) (Westerkwartiers)
  50. doar kin je wat met (=daar kun je mee uit de voeten) (Westerkwartiers)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen