Spreekwoorden met `zand`

Zoek

13 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `zand`

  1. aan elkaar hangen als droog zand (=geen enkele samenhang vertonen)
  2. als los zand aan elkaar hangen (=zonder enige samenhang)
  3. de hakken in het zand zetten (=zich opstellen als felle tegenstander van een voorstel of ontwikkeling, zonder de bereidheid te zoeken naar positieve aspecten of naar compromissen)
  4. de kop in het zand steken (=doen alsof er geen gevaar dreigt en er niets aan doen)
  5. iemand zand in de ogen strooien (=iemand iets wijsmaken, iemand bedriegen)
  6. in het zand bijten (=tegenstand verduren / verliezen)
  7. je kop in het zand steken (=doen alsof iets (een probleem) er niet is)
  8. landen verzanden, zanden verlanden. (=alles verandert)
  9. met de hakken in het zand (=koppig blijven)
  10. op zand bouwen (=zich op niets baseren)
  11. over land en zand praten (=over lichte onbeduidende dingen praten)
  12. zand erover (=vergeet het maar (in de zin van : we praten er niet meer over))
  13. zand schuurt de maag (=een beetje zand eten is niet erg (meer algemeen: stel je niet aan!))

3 betekenissen bevatten `zand`

  1. zand schuurt de maag (=een beetje zand eten is niet erg (meer algemeen: stel je niet aan!))
  2. gevulde heer (=rond zandgebak)
  3. psalmen zingen (=schuren met baksteen en zand)

19 dialectgezegden bevatten `zand`

  1. al da yard (=Al dat zand) (Antwerps)
  2. da schuurt de moag (=zand in het eten) (Antwerps)
  3. Dat sjoert de maag!! (=Als er zand in het eten zit) (Steins)
  4. de kons wol zen ooge slaute vër feite, mè nie vër zen memoere (=zijn kop in het zand steken zal niet veel uithalen) (Munsterbilzen - Minsters)
  5. Det schoortj de maag (=zand in het eten) (Weerts)
  6. die sulle duir gin gaotjes ien 't sand pisse (=die zullen daarv geen gaatjes in het zand pissen) (Nijmeegs)
  7. geen kat te zien, alléén mèr zand (=de dominee predikt in de woestijn) (Munsterbilzen - Minsters)
  8. Int jeir speile (=In het zand spelen) (Mechels (BE))
  9. Kouten van land en zand en prochieaffairens (=Over van alles spreken) (Izegems)
  10. lookerschen brand (=zand of moddervlekken op de huid) (Lochristis)
  11. lost d'n aandre kaant van 't straand es't er veul miër zaand (=Aan de andere kant van het strand is er veel meer zand) (Antwerps)
  12. mulzig zand (=droog zand) (Veurns)
  13. stel diech neet aon, drek sjoord de maog (=een beetje zand in de salade) (Mestreechs)
  14. ut zand wèjt dur den herd (=er is ruzie / onenigheid) (Heezers)
  15. zand schuurt de deiremen (=wat zand in de groenten) (Moes)
  16. zand schuurt de maug (=zand in eten) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
  17. zene kop ént zand staeke (=de waarheid niet willen zien) (Bilzers)
  18. zijne kop in't zand steken (=doen alsof zijn neus bloedt) (Gents)
  19. zn voetn hiegen as ihhel en zand (=hard lopen) (Zeeuws)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen