Spreekwoorden met `koek`

Zoek

18 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `koek`

  1. bederf geen pannenkoek om een ei (=op kleine dingen bezuinigen kan grotere gevolgen hebben)
  2. dank je de koekoek (=mij niet gezien!)
  3. dat haal je de koekoek (=mij niet gezien!)
  4. dat is andere koek (=dat is heel iets anders)
  5. dat is lariekoek (=dat heeft iemand verzonnen)
  6. de boon van de koek gekregen hebben (=geluk gehad hebben)
  7. de boter alleen op zijn koek willen hebben (=de anderen niets gunnen - zelf alles willen hebben)
  8. de koek is op (=het maximaal haalbare is bereikt, meer zit er niet in)
  9. de koekoek en de sijs hebben niet dezelfde wijs. (=iedereen is anders)
  10. een koekje van eigen deeg (=iets geven (of krijgen) wat oorspronkelijk bedacht is door degene die het krijgt (of geeft))
  11. het is altijd koekoek éénzang (=altijd hetzelfde verhaal vertellen of zelfde voorbeeld geven)
  12. het is koek en ei tussen hen (=ze zijn zeer bevriend)
  13. het is niet koek en ei (=er ontbreekt iets aan de situatie)
  14. ieder bakt zijn koek zoals hij hem eten wil. (=iedereen behartigt zijn zaken, op een manier zoals hij dat zelf wil.)
  15. iets voor zoete koek aannemen (=iets geloven wat je hoort of ziet zonder kritisch te zijn.)
  16. iets voor zoete koek slikken (=iets zomaar geloven)
  17. lieverkoekjes worden hier niet gebakken (=zin of geen zin, je moet het doen)
  18. op is de koek, en weg zijn de dubbeltjes (=het maximaal haalbare is bereikt, meer zit er niet in)

25 dialectgezegden bevatten `koek`

  1. 't Is allemaa koek iênen diêg (=Die zijn beste maatjes) (Sint-Katelijne-Waver)
  2. 't Is amoul koek en aa (=Goed overeen komen) (Bevers)
  3. 't is doar koek en ei (=daar heerst de lieve vrede) (Westerkwartiers)
  4. 't is eene koek eenen dieeg (=Het is allemaal hetzelfde) (Bevers)
  5. 't is koek en aai (=Alles loopt goed) (turnhouts)
  6. 't is koek en ei tuss'n die beid'nt (=die passen exact bij elkaar) (Westerkwartiers)
  7. 't zal a'n gat voarn (=dat zal andere koek zijn) (Kaprijks)
  8. dae zë pètsjë koëk rap iëvër (=die is rap kwaad) (Munsterbilzen - Minsters)
  9. dae ze pètsje koëk rap iëvër (=hij heeft een kort lont) (Munsterbilzen - Minsters)
  10. das aanderen tei as kaffei (=dat is andere koek) (Bilzers)
  11. dat gijt d'r ien as 'n preek ien 'n ollerling (=dat gaat er in als koek) (Westerkwartiers)
  12. de dikste krinten al autte koek pikke, vërdat tër gebakken ès (=geen risico willen lopen om niet het beste voor zichzelf te kunnen voorbehouden) (Munsterbilzen - Minsters)
  13. de koek is op! (=het feestje is over) (Westerkwartiers)
  14. Effies aige bedankt, jonges (=Er zijn meer gasten dan verwacht werd, er is misschien wat krap koek / taart enz.) (Zaans)
  15. emel: Al wa da d'n emel geve kèin (=koek en ei / Prachtig) (Lebbeeks)
  16. in 't begun es't ol wa wilde en wa zilde, in 't begun 'n kan 't nie ip (=eerst is alles koek en ei) (Waregems)
  17. kaokële ès niks, mér eer lègge ès kuns (=het uitleggen is goed, maar het ook doen is andere koek) (Munsterbilzen - Minsters)
  18. Kaokëler kan iedereen, mér ën ee lègge ès aandre koek (=uitleggen is één, het doen is twee) (Munsterbilzen - Minsters)
  19. koek zejt Kwak en hij scheet appelpap (=Kaartterm: koeken troef) (Brakels)
  20. makrong (=koek mè pokken op zâ laif) (Dendermonds)
  21. nen toek of koek op aa bakkes (=een slag op uw gezicht) (tervurens)
  22. tès wir koek en ee (='t is weer bijgelegd) (Munsterbilzen - Minsters)
  23. tis ammòl wir klaoren blom èn dikke mik tusse hullie (=ze hebben de ruzie bijgelegd, het is weer allemaal koek en ei.) (Tilburgs)
  24. veur zoede koek aannemm'n (=zonder meer aannemen) (Westerkwartiers)
  25. veur zoete koek aannemm'm (=klakkeloos voor waar aannemen) (Westerkwartiers)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen