Spreekwoorden met `keren`

Zoek

14 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `keren`

  1. als een blad van een boom veranderen/omkeren (=geheel anders gaan gedragen)
  2. binnen de kortste keren (=heel snel, bijna onmiddellijk)
  3. dan moet de wal het schip maar keren (=als iemand niet vooraf rekening houdt met een naderend probleem, dan moet het probleem maar daadwerkelijk in volle omvang ontstaan, en dan alsnog worden opgelost)
  4. de rollen omkeren (=wat de een normaal doet doet de ander nu en andersom)
  5. de wolf zal met het lam verkeren. (=er zal vrede zijn)
  6. het kan verkeren (=het kan veranderen, de dingen blijven niet zoals ze zijn)
  7. het tij keren (=een ontwikkeling stoppen. Bijvoorbeeld ten aanzien van het toenemen van zinloos geweld. Zie getij)
  8. iemand bijspijkeren (=iemand met geld of kennis ondersteunen)
  9. iemand de nek toekeren (=zich minachtend van iemand afwenden)
  10. je in je graf omkeren (=zelfs na zijn dood er nog door geschokt zijn)
  11. je kan er je kont niet keren (=gezegd als het erg druk is)
  12. je rokje omkeren (=lid van een andere (bv politieke) partij worden)
  13. met zijn talenten woekeren (=de persoonlijke mogelijkheden/gaven goed gebruiken)
  14. verkeren kunnen (=omstandigheden kunnen snel veranderen)

14 betekenissen bevatten `keren`

  1. ouderdom komt met gebreken (=als je ouder wordt ga je van alles mankeren)
  2. van zijn voetstuk stoten (=de macht ontnemen - ontmaskeren)
  3. reageren met de voeten (=door ergens weg te gaan, weg te blijven of niet meer terug te keren, aangeven dat men niet tevreden is)
  4. er zonder kleerscheuren afkomen (=helemaal niets mankeren na een ongeluk)
  5. de duivel schijt altijd op de grootste hoop (=het ongeluk treft meestal degenen die al in moeilijkheden verkeren.)
  6. in de laagte zijn (=in armoedige toestand verkeren)
  7. geramd zitten (=in een gunstige positie verkeren)
  8. tussen hemel en aarde hangen (=in een lastige situatie verkeren)
  9. zo veeg als een luis op een kam (=in groot gevaar verkerend)
  10. met het mes in de buik zitten (=in grote angst verkeren)
  11. je maag wel aan de kapstok kunnen hangen. (=in moeilijke financiële omstandigheden verkeren waardoor men weinig eten kan kopen.)
  12. quod deus bene vertat (=laat God het ten goede keren)
  13. aan de scharrel zijn (=verkeren zonder verloofd of getrouwd te zijn)
  14. vaste grond onder de voeten hebben (=weten waar men op steunt - in een goede positie verkeren)

12 dialectgezegden bevatten `keren`

  1. ' t is aans as aans (='t is anders dan andere keren) (Westerkwartiers)
  2. ' t zien goe' geeëstn die keeërn: gezegd als welkomstgroet als iemand na enige tijd terugkeert naar de plek van de spreker. (='t Zijn goede geesten die keren) (Klemskerks)
  3. aste nau en dan ès trëg kieks op ze laeve, laefste twei kër (=wie van herinneringen kan genieten, leef meerdere keren) (Munsterbilzen - Minsters)
  4. boerke: Da kind moe nog 'n boerke laut'n (=Dat kindje moet z'n maag nog laten keren) (Lebbeeks)
  5. In 'n noai en nen droai (=In de korste keren) (Harelbeeks)
  6. korse kere (=kersen keren) (Geldermalsens)
  7. tès aanëster as aanës (=het is anders dan andere keren) (Munsterbilzen - Minsters)
  8. van tiene elf keren (=vast en zeker) (Brugs)
  9. ze karre keren (=veranderen van mening / houding) (West-Vlaams)
  10. zén blad kieëren (=zijn blad keren van gedrag veranderen) (Meers)
  11. zènne mutten loate keren (=een boer (= geluid) maken) (Sint-Niklaas)
  12. zin karre keren (=veranderen van gedacht) (Iepers)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen