Spreekwoorden met `is`

Zoek


765 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `is`

  1. `t is gelijk of men van/door de kat of de kater/hond gebeten wordt (=het maakt niet uit hoe of waardoor je benadeeld bent geweest)
  2. aal is geen paling (=het mindere is niet gelijk aan het meerdere)
  3. aan de rand van het ravijn bloeien de mooiste bloemen (=de beste resultaten dragen tegelijkertijd de grootste risico`s)
  4. aan de vishaak bijten (=zich laten vangen, toehappen)
  5. aan een balk, die uit het bos gehaald wordt, moet veel gehakt worden, voor hij in het huis past (=in een religieuze groep, vereniging, etc,: je kunt leden uit een gemeenschap winnen, maar hun moet wel geleerd worden zich aan te passen)
  6. aan een boom zo vol geladen, mist men een twee pruimpjes niet (=als er van iets grote hoeveelheden zijn, kan er wel wat gemist worden)
  7. aan elke goede visser ontsnapt wel eens een aal (=iedereen maakt wel eens een foutje)
  8. aan mijn lijf geen polonaise (=van mij moet je afblijven)
  9. aardewerk is geen paardenwerk. (=graven of in aarde werken is een vermoeiende bezigheid)
  10. acht is meer dan duizend (=voorzichtig zijn is het belangrijkste. (woordspeling: acht=`let op` niet `8`))
  11. achter de coulissen kijken (=de echte toestand zien (ontdekken))
  12. achter het net vissen (=een kans missen)
  13. achterom is kermis (=gezegd als voorlangs niet de voorkeur heeft)
  14. al draagt een aap een gouden ring, het is en blijft een lelijk ding (=wie zich mooi aankleedt wordt daarmee zelf nog niet mooi)
  15. al is de leugen nog zo snel de waarheid achterhaalt haar wel (=leugens komen altijd uit)
  16. al te goed is buurmans gek (=van te veel goedheid wordt misbruik gemaakt)
  17. al te wit is gauw vuil. (=al te grote liefde is niet bestendig)
  18. alle heilige huisjes aandoen (=alle cafés onderweg bezoeken)
  19. alle hout is geen timmerhout (=niet iedereen beschikt over dezelfde kwaliteiten / niet alles is van voldoende kwaliteit)
  20. alle registers opentrekken (=z`n uiterste best doen)
  21. alle vis is geen bakvis (=niet alles is even dienstig (of handelbaar of lekker))
  22. alle waar is naar zijn geld (=van iets goedkoops mag je geen topkwaliteit verwachten)
  23. allemans neus is geen kapstok. (=je moet niet alles aan iedereen vertellen.)
  24. allemans raad is allemans zot. (=volg niet blindelings het advies van iedereen)
  25. allemans vriend is allemans gek. (=als je iedereen te vriend wil houden, zal men misbruik van je maken.)
  26. allemans vriend is iedermans nar (=je kan niet voor iedereen goed doen)
  27. allemans werk is niemands werk. (=als iedereen verantwoordelijk is, doet niemand het daadwerkelijk.)
  28. alles wat los en vast is (=echt alles)
  29. als buurmans huis brand is het tijd om uit te zien. (=leer van andermans problemen)
  30. als de bruid verpatst is wordt zij gewild. (=wat niet meer beschikbaar is lijkt aantrekkelijker voor anderen)
  31. als de kan vol is, loopt zij over. (=als je te veel drinkt komt het er weer uit)
  32. als de kat van honk is dansen de muizen op tafel (=als er geen toezicht is, doen de ondergeschikten hun zin)
  33. als de kat zich wast, komt er gewis een gast (=als de kat zich wast komt er visite.)
  34. als de maan vol is schijnt ze overal (=als iemand gelukkig is, kan iedereen dat zien)
  35. als de nood het hoogste is, is de redding nabij (=in hoge nood komt er vaak plotseling een oplossing)
  36. als de stok stijf staat is de uil gaan vliegen (=zit je eenmaal met een erectie, dan is de wijsheid ver zoeken)
  37. als de vis goedkoop is stinkt ze (=de herkomst ergens van is niet te vertrouwen)
  38. als de wijn is in de man, is de wijsheid in de kan (=drank verdringt gezond verstand)
  39. als een bok op de haverkist (=wakend om de gelegenheid niet te laten voorbijgaan)
  40. als een luis in iemands pels zijn (=iemand voortdurend in de weg lopen. Iemand tegenwerken)
  41. als een luis op een teerton (=vorderen als een luis op een teerton: niet opschieten)
  42. als een muis in de val zitten (=geen uitweg meer hebben)
  43. als een vis op het droge (=iemand die zijn draai niet kan vinden of daar niet thuis hoort)
  44. als er één schaap over de dam is, volgen er meer (=als één persoon iets nieuws geprobeerd heeft, durven anderen ook wel)
  45. als hadden geweest is, is hebben te laat. (=niet zeuren over gedane zaken)
  46. als het bier is in de man dan is de wijsheid in de kan (=van dronkaards verwacht men geen verstandige woorden)
  47. als het geen broertje is dan is het een zusje. (=het is één of het ander)
  48. als het geld op is, is het kopen gedaan (=zonder liquide middelen zijn er geen uitgaven meer mogelijk)
  49. als het hek van de dam is lopen de varkens in het koren (=als er geen toezicht is springen kinderen of ondergeschikten uit de band)
  50. als het huis volbouwd is breekt men de steigers af (=als het doel bereikt is, vergeet men de helpers)

951 betekenissen bevatten `is`

  1. distels maaien is distels zaaien (=`maar distels laten staan, is distels laten vergaan`)
  2. distels breken is distels kweken (=`maar distels laten staan, is distels laten vergaan`)
  3. distels trekken is distels stekken (=`maar distels laten staan, is distels laten vergaan`)
  4. de wijde wereld ingaan/intrekken (=(onbezorgd) op reis vertrekken)
  5. het smelt als boter in de mond (=(van eten) het is erg mals)
  6. wat de heren wijzen moeten de gekken prijzen (=aan beslissingen van het hoger gezag moet men zich onderwerpen)
  7. over de drempel komen (=aan huis komen)
  8. in zijn eigen vet gaar koken (=aan zijn lot overlaten (iemand die iets misdaan heeft))
  9. het oor scherpen/spitsen (=aandachtig luisteren)
  10. aan iemands lippen hangen (=aandachtig luisteren)
  11. aan de voeten van Gamaliël zitten (=aandachtig luisteren naar de les die een wijs persoon meegeeft)
  12. van achteren kijkt men de koe in zijn gat (=achteraf is het makkelijk kritiek geven)
  13. achterna kakelen de kippen (=achteraf is het makkelijk kritiek geven)
  14. de barricades opgaan (=actie voeren om iets voor elkaar te krijgen of juist tegen te houden)
  15. verandering van weide doet de koeien goed. (=afwisseling en verandering positieve effecten kunnen hebben)
  16. uit de oude doos (=al oud, nostalgisch)
  17. al te wit is gauw vuil. (=al te grote liefde is niet bestendig)
  18. zonder geluk vaart niemand wel (=alleen met hard werken komt men er niet, ook een beetje geluk is nodig om ergens te komen)
  19. om den brode doen (=alleen werken voor het geld en niet omdat het werk fijn/leuk is)
  20. wie weet waarom de ganzen blootsvoets gaan? (=alles heeft een reden, ook al is die niet altijd even duidelijk)
  21. er is niets nieuws onder de zon (=alles is al eerder vertoond)
  22. boven water zijn (=alles is bekend geworden of is teruggevonden)
  23. in kannen en kruiken zijn (=alles is geregeld)
  24. de kust is veilig (=alles is in orde - er is niemand in de buurt)
  25. we gaan geen ijsje eten (=alles mislukt)
  26. als het niet gaat zoals het moet, dan moet het zoals het gaat (=als de ideale situatie niet haalbaar is, moet je je aanpassen aan de omstandigheden.)
  27. als de kat zich wast, komt er gewis een gast (=als de kat zich wast komt er visite.)
  28. in het donker zijn alle katten grijs/grauw (=als de situatie niet duidelijk is, zijn de zaken niet goed te beoordelen)
  29. vele handen maken licht werk (=als een karwei samen wordt opgepakt is het snel en gemakkelijk gedaan)
  30. na gedane arbeid is het goed rusten (=als een klus geklaard is kan men er tevreden op terug kijken)
  31. eén rotte appel in de mand, maakt al het gave fruit te schand (=als één persoon uit een groep zich misdraagt, wordt de hele groep erop aangekeken. / Een negatieve beïnvloeding van één persoon kan vele anderen op het slechte pad brengen.)
  32. als `t schip zinkt dan zinkt ook de lading (=als een zaak bankroet gaat, dan is men meestal ook alles kwijt)
  33. men noemt geen koe bont, of er is een vlekje aan (=als er allerlei vervelende dingen worden verteld is er vast wel iets van waar)
  34. als het hek van de dam is lopen de varkens in het koren (=als er geen toezicht is springen kinderen of ondergeschikten uit de band)
  35. als de kat van honk is dansen de muizen op tafel (=als er geen toezicht is, doen de ondergeschikten hun zin)
  36. hoe meer vis, hoe droever water (=als er meer mensen komen valt er minder te verdelen (erfenissen))
  37. als je geschoren wordt, moet je stilzitten (=als er scherpe kritiek op je is (je wordt geschoren), kun je beter rustig wachten tot het voorbij is, in plaats van erop in te gaan)
  38. aan een boom zo vol geladen, mist men een twee pruimpjes niet (=als er van iets grote hoeveelheden zijn, kan er wel wat gemist worden)
  39. als oude honden blaffen, is het tijd om uit te zien (=als ervaren mensen waarschuwen moet je luisteren)
  40. als het huis volbouwd is breekt men de steigers af (=als het doel bereikt is, vergeet men de helpers)
  41. het is maar een weet (=als het eenmaal bekend is, is het niet moeilijk meer)
  42. berouw komt na de zonde (=als het eenmaal gebeurd is komt pas de berouw)
  43. gezelligheid kent geen tijd (=als het gezellig is, is het niet erg als het wat later wordt)
  44. mei koel en wak, veel koren in de zak. (=als het in mei nat en koud is wordt de opbrengst hoog)
  45. als de boter duur wordt, leert men het brood droog eten. (=als het niet anders kan, is men ook met minder tevreden.)
  46. morgen gaat het beter (=als het vandaag niet zo best is gegaan...)
  47. allemans werk is niemands werk. (=als iedereen verantwoordelijk is, doet niemand het daadwerkelijk.)
  48. als de maan vol is schijnt ze overal (=als iemand gelukkig is, kan iedereen dat zien)
  49. als honden konden bidden zou het kluiven regenen (=als is een niet ter zake doende opmerking)
  50. wie zijn ogen sluit, waant zich in Rome (=als je de realiteit negeert, ben je niet bewust van wat er werkelijk gaande is.)

50 dialectgezegden bevatten `is`

  1. Eine dae nao mich kumtj is altied de volgendje! (=Iemand die na mij komt is altijd de volgende!) (Kinroois)
  2. Eine lieëlke frit is nog baeter es eine slechten aerpel! (=Een onsmakelijke friet is nog beter dan een slechte aardappel.) (Kinroois)
  3. geröstj laeve is neet sterve (=gerust leven is niet sterven) (Kinroois)
  4. (=hij is lekker blond) (Achterhoeks)
  5. (=is dat je vriendin / vrouw?) (Bollenstreeks)
  6. (ons mam) 'smam is noit thûs, ze is alt de hort op. (=mijn moeder is nooit thuis, ze is altijd weg) (Reeks)
  7. (Toet) tat ê frang is (=Naar hartelust) (Langemarks)
  8. (waar is die gevelsteen van de ambachtsschool fan mien fader bleven?) (=waar een wil is, is een weg) (Leewarders)
  9. (z) oë es ni op ze gat gedoëpt (=Zij / hij is genen dommerik) (Moorsel)
  10. Nae is niks anges es 't teengegestèldje van Jao! (=Neen is niets anders dan het tegengestelde van ja!) (Kinroois)
  11. `'t is al waal` zag Mien en ze haaj mer eine kiêr gedansj (=zich ergens vlug vanaf maken) (Weerts)
  12. `Aame` zach de köster van Zjwaame. (=Het is uit, afgelopen.) (Roermonds)
  13. `Alles met de moate` zee den kleermaker en hé heuw zien wief met de el. (=Overal is een maat voor) (Twents)
  14. `As` is verbrande turref. (=Gedane zaken nemen geen keer; `als` zeggen is zinloos.) (Zaans)
  15. `de bank is geduldig ` (=Antwoord waneer iemand pocht met zijn goederen, auto's of huizen) (Utrechts)
  16. `Es` is 'n kròm lètter (=uitspraken die beginnen met het woordje `als` zijn maar veronderstellingen) (Steins)
  17. `In zien vel, es er nog neet geströp is!! ` (=antwoord op de vraag `waar is die en die persoon?? `) (Steins)
  18. `n zo ist e en niet aorester (=en zo is het en niet anders) (Flakkees)
  19. `t is ene gie 'edoe'ed. (=Dat is een gluipert.) (Nuths)
  20. `t is mar un maeger plimpie. (= (opmerking) Een mager kind) (Ouddorps)
  21. `tèsse dei twie ès 't fèl oan`; ès 't nog oan? nèèje, 't ès oaf (=`tussen die twee is het ferm aan`; `is het nog aan? Neen het is uit.) (Genker)
  22. `zonde, geld` of ` Jochie/messie dat's toch zonduh van je geld liefie (=Dat is geldverkwisting) (Utrechts)
  23. ´T hee gen avaans. (=Het is zinloos.) (Balens)
  24. ... dat 't e frang is (=... dat het een lieve lust is) (Veurns)
  25. ... te wannut (=deze broek draag ik niet meer, hij is te slordig) (Midden-Walchers)
  26. ' ès rapper gezaach dan gedoeën (=het is sneller gezegd dan gedaan) (Munsterbilzen - Minsters)
  27. ' Nne boor en e vêrreke knorre altiêd (=Een boer is nooit tevreden) (Weerts)
  28. ' T is gjeene njeemer ee (=Dit kan er nog wel bij) (maldegems)
  29. ' t is nao de wuppe (=het is naar de vaantjes) (Kortemarks)
  30. ''Bèste bang dat dien moel iëder verslete is es dien vot!?` (=opmerking als iemand je in het voorbijgaan niet groet) (Steins)
  31. 'aeti èn 'taeti (=as is verbrande turf) (oudenaards)
  32. 'd As nog nie gezieevert he (=Dat is niet niks.) (Bevers)
  33. 'Et is kwalek male mit wind van gustere. (=Achteraf praten is zinloos.) (Zaans)
  34. 'Et is op z'n donders azzik 't lete ken. (=Ik kan het niet laten.) (Zaans)
  35. 'Et is toch wèèrd ééj? (=Schandalig!) (Steenbergs)
  36. 'Ij / zij komt mee zunne zekel nao de oogst (=Hij /zij is te laat met zijn acties / opmerkingen) (Nieuw-vossemeers)
  37. 'j es de piestin (=hij is vertrokken) (Knesselaars)
  38. 'j es roaznde koleirig (=hij is zeer kwaad) (Knesselaars)
  39. 'j est an zijne rekkere (=hij is niet meer te redden) (Knesselaars)
  40. 'k em en neu vuidui gat (=Ik ben verjaard en het 1ste getal is veranderd.) (Hals)
  41. 'k èn dur min bekomst van (=het is genoeg geweest) (Sint-Niklaas)
  42. 'k gon is zing of dak nog ne joenge zaain (=ik ga naar het wc) (Antwerps)
  43. 'k heb last van mien liekdoor'n (=er is regen op komst) (Westerkwartiers)
  44. 'k keune den têjt niemieër zêën (=het is zeer lang geleden) (Kaprijks)
  45. 'k wol heur met 'n tang nog niet aanpakk'n (=het is een vies vrouwtje) (Westerkwartiers)
  46. 'k zal de poempiejers ew euweren is loateh eutspooiteh (=je moet beter luisteren) (Arendonks)
  47. 'k Zal veu ou is e verken oep nen boom jagen (=Iets apart, iets wonderlijks doen) (Mechels (BE))
  48. 'k zeg a mo da (van het frans 'je ne te dis que ça' (=om aan te duiden dat iets heel goed of opmerkelijk is) (Hals)
  49. 'k zien ier geen steek vur min ogen (=het is hier zo donker, ik zie niets) (Sint-Niklaas)
  50. 'k ziet 't al, de lâmp hânk scheef / Dat ken bruintjie niet meer trekku / me schort is bijna leeg / 't zwartu zoad is ook al op / 'k het niks meer te makkuh / ik het/hep/heb pijn aan me portemonnaie / portemetniks (=het geld is bijna op...) (Utrechts)




Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen