16 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `het water`
- als het water zakt, kraakt het ijs (=elke oorzaak heeft gevolgen)
- dat kan al het water van de zee niet afwassen (=daar is niets aan te doen - dat kan je niet wegpraten)
- dat wast al het water van de zee niet af (=iets is niet meer te veranderen/aan te passen)
- de zon in het water kunnen zien schijnen (=kunnen verdragen dat een ander ook iets krijgt)
- de zon niet in het water kunnen zien schijnen (=jaloers zijn, iets niet kunnen verdragen)
- geld in het water gooien (=geld verspillen)
- het water is veel te diep (=hij durft het niet aan)
- het water komt aan/tot de lippen (=in groot gevaar, in hoge nood)
- het water komt op de dijk. (=de tranen komen op)
- het water loopt altijd naar de zee (=zij die al het meest hebben, krijgen ook het meeste)
- het water loopt hem in de mond (=hij heeft er heel veel trek in)
- in het water vallen (=falen (een opzet, een voornemen, een plan), mislukken, niet doorgaan)
- je als een vis in het water voelen (=je helemaal op je plaats voelen)
- je kan een paard wel in het water trekken, maar niet dwingen dat het drinkt. (=je moet iemand niet dwingen, zelfs niet tot iets leuks)
- leven als een vis in het water (=totaal tevreden en onbekommerd leven)
- met het water voor de dokter komen (=zeggen wat je bedoelt)
3 betekenissen bevatten `het water`
- een paling (snoek) gevangen hebben (=iemand die per ongeluk in het water is gevallen)
- een snoek vangen. (=in het water vallen)
- een goeie vis moet drie keer zwemmen (=in het water, in de boter of kookvocht en in de wijn)
23 dialectgezegden bevatten `het water`
- 'Et regent ouwe waive mit bajonette. (=Het regent zo hard, dat het water opspat.) (Zaans)
- 't woater in de moûr begint te zoûn (broebelen) (=het water in de ketel begint te koken) (Sint-Niklaas)
- 't wodder kwam toe de kroan uut (=het water kwam uit de kraan) (Westerkwartiers)
- 't woeët'r zojt (=het water kookt) (Meers)
- ' t geplets van de zwemmers int woater (=het geluid van de zwemmers in het water) (Sint-Niklaas)
- alle enties zwõmt int water (=alle eendjes zwemmen in het water) (Lutters)
- d'r wordt veul ongegund brood eet'n (=de zon niet bij een ander in het water kunnen zien schijnen) (Westerkwartiers)
- da 's wiggesmeetn geld (=dat is geld in het water gooien) (Waregems)
- das draaj daoge raenger (=het regent blaasjes op het water) (Munsterbilzen - Minsters)
- de kèttël zauwt (=het water kookt) (Munsterbilzen - Minsters)
- De zever loëpt nou al m’n móngd uit! (=het water loopt me al in de mond!) (Huizers)
- Es zwoaluuwu loag ovur en bovu ut woater vliegu, komt er règun (=Als zwaluwen laag over en boven het water vliegen, komt er regen) (Brakels (gld))
- ët raengert bliëskës (=het regent kleine luchtbellen op het water) (Munsterbilzen - Minsters)
- Hij reed de ploemp in (=Hij reed het water in) (Hoogeveens)
- Ik krêêg dur ut spaauw van in mun bakkes (=het water liep me in de mond) (Bredaas)
- in 't maaieum pleure (=in het water gooien) (Rotterdams)
- langest zee loëpen (=langs het water van het huidige Gooimeer lopen) (Huizers)
- ne waterbek (=het water in de mond) (maldegems)
- Om aacht uuru 't woatur hièt (=Om acht uur het water heet) (Brakels (gld))
- t woater zuijt (=het water kookt) (Geels)
- vlemke sjieëte (=met een steen zo vlak mogelijk over het water werpen zodat hij meermaals de oppervlakte raakt (vlam maakt)) (Munsterbilzen - Minsters)
- vlémke sjiete (=met platte steentjes over het oppervlak van het water werpen, zodat vlammetjes ontstaan) (Munsterbilzen - Minsters)
- ze pletsen in 't woater (=zwemmersgeluid in het water) (Sint-Niklaas)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen