Spreekwoorden met `winnen`

Zoek

3 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `winnen`

  1. de appel wegdragen/winnen (=als schoonste erkend worden)
  2. het pleit winnen (=de zaak winnen)
  3. veld winnen (=steeds belangrijker worden)

14 betekenissen bevatten `winnen`

  1. wee de wolf die in een kwaad gerucht staat (=als je je goede naam verliest is die haast niet terug te winnen)
  2. fris gewaagd is half gewonnen (=de moedigste heeft de meeste kansen om iets te winnen)
  3. het pleit winnen (=de zaak winnen)
  4. de hoofdvogel schieten (=een hoofdprijs winnen, maar vaak ironisch bedoeld. Letterlijk: de hoofdvogel is de hoofdprijs bij het vogelschieten)
  5. niet om de knikkers, maar om het spel (=het gaat niet om het winnen, maar om het spel)
  6. aan een balk, die uit het bos gehaald wordt, moet veel gehakt worden, voor hij in het huis past (=in een religieuze groep, vereniging, etc,: je kunt leden uit een gemeenschap winnen, maar hun moet wel geleerd worden zich aan te passen)
  7. hard tegen hard gaan (=niemand die wil toevoegen en er beide voor gaan om te winnen)
  8. wat de boer aan het koren verliest zal hij aan het spek wel terugvinden (=waar iemand iets verliest zal iemand (anders) iets winnen)
  9. de palm wegdragen (=winnen)
  10. met de winst strijken. (=winnen)
  11. in de wacht slepen (=winnen - verwerven)
  12. een Pyrrhusoverwinning behalen (=winnen wat zoveel heeft gekost dat je de volgende ronde niet meer aan kan)
  13. de bovenhand krijgen (=winnen, zegevieren)
  14. ze trekken om het langst (=ze willen beide winnen)

18 dialectgezegden bevatten `winnen`

  1. Eerst lere, dan kinne en dan de priis winne (=Eerst leren, dan kunnen en dan de prijs winnen) (Bildts)
  2. ae oo gieëne puuët mieër om op te stoan (=hij kon het niet winnen) (Wichels)
  3. Dae höb ich ònger de taofel gezaope (=van iemand winnen bij een (bier) drinkwedstrijd) (Steins)
  4. doar kenn'n ze niet teeg'n op boksel'n (=daar kunnen ze niet van winnen) (Westerkwartiers)
  5. hij vecht teeg'n wiendmeul'ns (=hij vecht tegen iets waarvan hij nooit kan winnen) (Westerkwartiers)
  6. iemëd aoën de drae hagë (=tijd winnen) (Munsterbilzen - Minsters)
  7. iemed aofdreige (=van iemand winnen) (Bilzers)
  8. je kan der gièène lap an leggn (=hij kan niet winnen) (kortemarks)
  9. kinst niet teeg'n 'em optörnen (=van hem kun je niet winnen) (Westerkwartiers)
  10. Neust de praaze valle (=Geen prijs winnen) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
  11. Nijjaor winnen (=Nieuwjaarsvisite afleggen) (Hoogeveens)
  12. trenieëre (=tijd winnen) (Munsterbilzen - Minsters)
  13. uit zin (=het spel winnen (kaartspel) ) (Sint-Niklaas)
  14. we gun daaner aafdrüge! (=wij gaan winnen van de anderen!) (Heusdens)
  15. winn' n met vlag en wimpel (=ruimschoots winnen) (Westerkwartiers)
  16. ze dachtuh dah ze der waereh, maar ze waereh der noh nieh (=ze dachten het WK voetbal te winnen) (arnhems)
  17. ze kon niet teeg'n 'em opboksel'n (=zij kon niet van hem winnen) (Westerkwartiers)
  18. zétte sjempanj al mér kaad (=we gaan zeker winnen) (Bilzers)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen