Spreekwoorden met `melk`

Zoek

14 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `melk`

  1. als het melk regent, staan mijn schotels omgekeerd (=wanneer ergens iets voordeligs te verkrijgen valt, loop ik het steevast mis)
  2. de kat bij de melk zetten (=iemand in verleiding brengen)
  3. de koe trekt de melk op. (=je krijgt niet wat je verwachtte)
  4. de melk optrekken (=je woord terugnemen, je belofte niet helemaal vervullen)
  5. een land van melk en honing zijn (=een land waar het goed en voorspoedig leven is)
  6. er een melkkoetje aan hebben (=er veel voordeel uit kunnen halen)
  7. er uitzien als melk en bloed (=er gezond uitzien)
  8. het is melk en water (=het is een futloze zaak)
  9. het is water en melk (=het is een futloze zaak)
  10. huisjes melken (=kleine huizen duur verhuren)
  11. iets in de melk te brokken hebben (=invloed hebben)
  12. iets met de moedermelk binnenkrijgen (=iets leren in de eerste levensjaren)
  13. met de moedermelk ingezogen hebben (=van jongs af zo geleerd hebben)
  14. niets in de melk te brokken hebben (=niets te zeggen hebben)

43 dialectgezegden bevatten `melk`

  1. 'k ben ût min smeete (=ik ben van mijn melk) (Wevelgems)
  2. 't katje bie de melk zetten (=verleiden) (West-Vlaams)
  3. 't kump zo trage as biej nen osn de melk (=er zit geen schot in de zaak) (Twents)
  4. 't zien nog katjes die melk meugn (=Er zijn nog anderen op belust) (Veurns)
  5. ' t katje bie de melk zetten (=in verleiding brengen) (Veurns)
  6. a melk optrekke (=het koud hebben) (Opwijks)
  7. Bij` j ook bange veur een vlei(e) (=Lust je wel een vel op je melk) (Hoogeveens)
  8. Bij`j ok bange veur vlijen (melkvellen.) (=Bezwaar tegen een vel op de melk) (Hoogeveens)
  9. d'r lijt 'n vlei op mien melk (=er ligt een vel op mijn melk) (Westerkwartiers)
  10. daaj hër mëlk ès iëvër aoênt koêke (=haar onderrok hangt onderuit) (Munsterbilzen - Minsters)
  11. daor gaode gin melk aole (=die laat zich niet in de maling nemen) (Oudenbosch)
  12. dat is mósselige melk (=dat is geen zuivere koffie) (Huizers)
  13. de hoês geen heil koe te kope aste on e glaos mëlk genoeg hëbs (=haal je niet zomaar een vrouw in huis) (Munsterbilzen - Minsters)
  14. de hoes geen heil koe, aste alleen mèr e glaos mëlk moes hëbbe (=je moet soms met weinig tevreden zijn) (Munsterbilzen - Minsters)
  15. de hoes geen mëlk te gaeve, vër ën koe te zin (=aan het uiterlijk zie je niet steeds of iemand slim of dom is.) (Munsterbilzen - Minsters)
  16. de katte bie de melk zetn (=Het gevaar uitlokken) (Veurns)
  17. de koe staot droîge (=de melk is op) (kortemarks)
  18. de koeh wordt melk (=de koe moet kalven) (Epers)
  19. de maalk kabbelt (=de melk is geschift) (Sint-Niklaas)
  20. de mëlk wiëd zoer (=haar borsten zwiepen) (Munsterbilzen - Minsters)
  21. die koo sjteit druèg, of ein maus koo (=die koe geeft gèèn melk) (Berg en Terblijts)
  22. die lust 't as de poes melk (=iemand die te veel drinkt) (Westfries)
  23. Et melk nog wat noa (gezegd als een regenbui bijna voorbij is) (=Het druppelt nog wat na) (Epers)
  24. flutte melk (=magere melk) (Londerzeels)
  25. g'et ier nie(ts)in de pap te brokken / niets te retteketetten (=je hebt hier niets in de melk te brokkelen) (Wichels)
  26. gedreize melk (=Geschifte melk) (Walshoutems)
  27. geduepte maalk (=met water verdunde melk) (Lokers)
  28. Hi-j hef de melk heuren klotsen, maor wet neet woor ' t titje hunk. (=Hij heeft de klok horen luiden, maar weet niet niet waar de klepel hangt.) (Achterhoeks)
  29. hij es zijne kluts kwijt (=hij is van zijn melk) (Hams)
  30. hij het niks ien 'e melk te brokkel'n (=hij heeft niets te vertellen) (Westerkwartiers)
  31. kiek us je vlagt\de melk kookt over (=onderrok komt van onder rok) (Zeeuws)
  32. ne klop krijge van den haomël (=helemaal van zijn melk gebracht worden) (Munsterbilzen - Minsters)
  33. ne slok melk (=een slok melk) (Overmeers)
  34. oatie en toatie (=als mijn kat een koe was, kocht ik geen melk meer) (Oudenaards)
  35. oe meer melk daj drinkt, oe grooëder kolf daj weirdt (=melk) (Waregems)
  36. Old uki de vosche molk ut de kolder (=Haal eens de verse melk uit de kelder) (Brugs)
  37. ook de vaulste koe gif nog witte mëlk (=je hebt het of je hebt het niet !) (Munsterbilzen - Minsters)
  38. Slap (=Aangelengde melk) (Ninoofs)
  39. Ut kumt as de melk beej enne'n os. (=Als iets maar moeilijk wil lukken) (Wells)
  40. van zen mëlk (de koeëk) zin (=de kluts kwijt zijn) (Bilzers)
  41. vervloëten mek (=afgeroomde melk) (Veurns)
  42. weteren (=kalveren melk voeren) (Lunters)
  43. zene kluts kwijt zin (=van zijn melk zijn) (Munsterbilzen - Minsters)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen