10 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `gelijk`
- `t Is gelijk of men van/door de kat of de kater/hond gebeten wordt (=het maakt niet uit hoe of waardoor je benadeeld bent geweest)
- appels met peren vergelijken (=twee totaal verschillende dingen vergelijken)
- er is meer gelijk dan eigen gelijk (=de mening van anderen telt ook)
- gelijke monniken gelijke kappen (=gelijke mensen verdienen/krijgen een gelijke behandeling)
- het gelijk van de vismarkt hebben (=iemand die (altijd) probeert men een grote mond zijn gelijk te krijgen)
- in geen twee sloten tegelijk lopen (=voorzichtig zijn en op zichzelf kunnen passen)
- in het ongelijk stellen (=ongelijk geven)
- met de grond gelijk maken (=totaal vernietigen)
- met gelijke munt betalen (=hetzelfde kwaad terugdoen)
- ongelijke paarden trekken kwalijk. (=mensen die teveel verschillen in kwaliteiten, werken vaak niet goed samen)
84 betekenissen bevatten `gelijk`
- al zijn patronen verschieten (=alle mogelijkheden uitproberen)
- alles over een kam scheren (=alles en iedereen gelijk stellen)
- alles op het spel zetten (=alles inzetten en mogelijk alles verliezen)
- bij nacht zijn alle katjes grauw en alle mondjes even nauw (=als het erop aankomt zijn we allen gelijk)
- hoop doet leven (=als je kan hopen op betere tijden, dan krijg je toch weer levenslust / zo lang je nog hoop hebt zijn er ook nog mogelijkheden)
- met alle winden draaien (=altijd iedereen gelijk geven)
- met alle winden meedraaien (=altijd iedereen gelijk geven)
- met alle winden waaien (=altijd iedereen gelijk geven / door alles en iedereen laten beïnvloeden)
- primus inter pares (=de beste onder zijns gelijken)
- aan de rand van het ravijn bloeien de mooiste bloemen (=de beste resultaten dragen tegelijkertijd de grootste risico`s)
- mastiek maken (=de dagelijkse schoonmaak verrichten)
- in de tredmolen lopen (=de dagelijkse sleur volgen - zich onderwerpen)
- iemand kunnen maken en breken (=de mogelijkheid hebben te beslissingen over iemands leven en dood en welbevinden)
- met zijn talenten woekeren (=de persoonlijke mogelijkheden/gaven goed gebruiken)
- uit wiens hand men eet wiens woord men spreekt (=diegene bij wie we ons geld verdienen geven we meestal gelijk)
- wiens brood men eet, diens woord men spreekt (=diegene bij wie we ons geld verdienen geven we meestal gelijk)
- haast je langzaam (=doe het zo snel mogelijk, maar niet sneller (uit het Latijn: Festina lente))
- je achter de oren krabben (=door een onverwachte, zorgelijke ontwikkeling tot nadenken gestemd zijn)
- de gekken krijgen de kaart (=dwaze en onverstandige mensen krijgen hun gelijk of ze dat hebben of niet)
- een duit in het zakje doen (=een kleine bijdrage leveren. (Historisch: de kleinst mogelijke gave in het collectezakje van de kerk).)
- nood doet zelfs oude vrouwen rennen (=een onverwachte situatie kan verrassende kwaliteiten naar boven brengen (vergelijkbaar met `angst geeft vleugels`))
- iemand het voordeel van de twijfel gunnen (=een onzekere factor voor hem zo gunstig mogelijk laten meetellen)
- een appeltje voor de dorst (=een reserve voor moeilijke tijden die mogelijk nog gaan komen)
- het zeil in top zetten (=een zo goed mogelijke vertoning weggeven)
- sisyfusarbeid (=een zware, onmogelijke, zinloze taak)
- je in allerlei bochten wringen (=er op alle mogelijke wijzen proberen onderuit te geraken)
- er is geen zalf aan te strijken (=ergens niets aan kunnen doen of geen enkel zinvol advies mogelijk voor iemand)
- je ziel in lijdzaamheid bezitten (=gelaten het ongelijk verdragen)
- bij kleine hapjes leert men een hond eten. (=geleidelijk aan kun je zelfs aan onmogelijke dingen wennen.)
- bij kleine lapjes leert men de hond leer eten. (=geleidelijk aan wen je zelfs aan de onmogelijkste dingen.)
- het bij het goede/rechte eind hebben (=gelijk hebben)
- gelijke monniken gelijke kappen (=gelijke mensen verdienen/krijgen een gelijke behandeling)
- geluk is de kunst een boeket te maken van de bloemen waar je bij kunt (=gelukkig leven met de gegeven mogelijkheden/beperkingen)
- als de berg niet tot Mohammed komt, zal Mohammed tot de berg gaan (=genoegen nemen met wat er beschikbaar/mogelijk is)
- gouden bergen beloven (=heel veel (onmogelijks) beloven)
- huilen met de wolven in het bos (=het er niet mee eens zijn maar wel de baas gelijk geven en bevestigen)
- de een scheert schapen, de ander varkens (=het is ongelijk verdeeld in de wereld)
- aal is geen paling (=het mindere is niet gelijk aan het meerdere)
- koeien met gouden horens beloven (=het onmogelijke beloven)
- geen ezel en kan zijn eigen oren afbijten. (=het onmogelijke hoef je niet te doen.)
- met het hoofd tegen de muur lopen (=het onmogelijke proberen)
- met de kop door de muur willen (=het onmogelijke willen)
- naar de maan reiken (=het onmogelijke willen doen)
- de maan met de handen willen grijpen (=het onmogelijke willen doen)
- de wijde wereld intrekken (=het verkennen van nieuwe plaatsen, ervaringen en mogelijkheden buiten het vertrouwde)
- vol gas geven (=het zo snel mogelijk doen verlopen)
- tussen hoop en vrees zweven (=hopen dat het goed gaat, maar tegelijkertijd vrezen dat het mis gaat)
- tussen hoop en vrees dobberen (=hopen dat het goed gaat, maar tegelijkertijd vrezen dat het mis gaat)
- de drie h s meegeven (=iemand (zo mogelijk definitief) wegsturen)
- door de neus boren (=iemand anders iets de mogelijkheid ontnemen)
50 dialectgezegden bevatten `gelijk`
- 't es gelijk e perdemuijle (=iemand met een lelijk uiterlijk) (Oudenhoofs)
- 't gaapt geliek é oven (=het gaapt gelijk een oven) (West-Vlaams)
- 't is een gedacht gelijk een ander (=het is geen goed idee) (Kaprijks)
- 't Reegent d'r ip lik ip een oande: hij / zij is ongevoelig voor berisping, kritiek, vermaning of goede raad (='t Regent erop gelijk op een eend) (Klemskerks)
- 't un trekt nievurs ip, dat 'n trekt ip niet (s), da gelijk (t) nievers an (=het gelijkt nergens op) (Waregems)
- ‘t-ajd azjuë tlangst uit (=voor ieder gelijk verdeeld) (Kaprijks)
- ’t és allieëndert wélk (=gelijk welk) (Meers)
- alf een alf gelijk de mort in Broakel (=plus minus) (Brakels)
- an tkortst ende trekkn (=geen gelijk halen) (Lichtervelds)
- as Poeëse en Pinkstere gelijk valle (=ooit eens, misschien) (Bilzers)
- beege ésnie braeke, wae geen slaeg kraajg hoef nie te kaeke (=zijn ongelijk bekennen is wijzer dan vechten voor zijn gelijk) (Bilzers)
- blekng lik Klemskerke teegn 't oengewirte: liggen te blinken, te schitteren in de zon. De uitdrukking stamt van de West-Vlaamse vissers, die van verre de nog door de zon beschenen kerktoren van Klemskerke blinkend zagen afsteken tegen donkere onweerswolken (=Blikken gelijk Klemskerke tegen 't ongeweerte) (Klemskerks)
- bleuze gelijk nen ietekoeke - ne sniewlekker (=een bleek gezicht hebben) (Gents)
- da kwaam as ne beer op sokke gelijk (=dat deed zich onverhoeds voor) (Oudenbosch)
- dae mins hét mei verstand én éne vinger, dan dich én zen heil hand (=die is slimmer dan 2 mensen gelijk gij) (Munsterbilzen - Minsters)
- daffeseert gelijk buûneknuûpen (=niet vooruit gaan) (Moes)
- dan witte gelijk waoraon en waoraf (=dan weet je waar je aan toe bent) (Oudenbosch)
- daor kondoeweige altijd gelijk innut zweet gaon staon jakke (=daar moest je meteen vanaf het begin in een hoog tempo aan het werk) (Oudenbosch)
- das koekoek éne zang (=het blijft allemaal gelijk) (Munsterbilzen - Minsters)
- das mich gelijk (egaol) (=dat is me om het even) (Munsterbilzen - Minsters)
- dasse geliek et (=dat ze gelijk heeft) (Brugs)
- dastan wir effe, nau stonver wir kit. (=nu staan we weer gelijk) (Bilzers)
- dè affeseerd ier gelijk buenen knuepen (=het werk schiet niet op) (Lokers)
- de hëbs den dikste (=jij hebt altijd gelijk) (Munsterbilzen - Minsters)
- de hëbs iëversjoeët vaqn gelijk (mèr zwijge moeste) (=je hebt volkomen gelijk (maar luister toch maar) ) (Munsterbilzen - Minsters)
- De hubs e geziech wèèj ene vechhoan (=je hebt een gezicht gelijk een vechthaan) (Vlijtingens)
- de hûbs toch altijd den dikste (=je praat juist zolang dat je toch weer gelijk krijgt) (Bilzers)
- dè is ok (=dat is ook zo, daar heb je ook gelijk in) (ossies)
- de kos wol ès gelijk hëbbe (=ik geloof er geen bal van !) (Munsterbilzen - Minsters)
- de moes nie dinke, mér waol wiëte (=ik denk dat....staat niet gelijk met ik weet dat precies) (Munsterbilzen - Minsters)
- dè snee klopt lak 't gat van nen doeë vuigel (=ik voel een kloppende pijn in die wonde (die snede klopt gelijk het gat van een dode vogel) ) (Holsbeeks)
- de zos tich baetër loëtën ènkadëre (=je bent bijna gelijk een heiligenbeeldje) (Munsterbilzen - Minsters)
- den dien zit er euk op gelijk een vliege op een boerenhespe (=een dunne manspersoon met een zeer dikke vrouw) (Wetters)
- dich hëbs de grutste (=jij wil altijd gelijk hebben) (Munsterbilzen - Minsters)
- dikst'n: G'et d'n dikst'n (=Je hebt gelijk) (Lebbeeks)
- doeë zèkste al zau get ! (=dat kan het zijn, je kan gelijk hebben !) (Munsterbilzen - Minsters)
- dou hest de keutel bij 't skoane end (=je hebt gelijk) (Leewarders)
- drinken gelijk een koe wauter (=iemand die veel kan drinken) (Moes)
- è éé faneigens gelijk (=natuurlijk heeft hij gelijk) (Sint-Niklaas)
- é es gelijk de cloons, é komt als 't gedoin es (=te laat komen om mee te helpen) (Lochristis)
- é es geschourd gelijk een koerspulle (=mager iemand met smalle schouders) (Lochristis)
- é es gezet gelijk ne puij op ne weegle (=iemand die geluk heeft en er trots op is) (Lochristis)
- ebbe en tegoetouwe gao nie gelijk (=het is kiezen of delen) (Oudenbosch)
- eedn gelijk nen dewvere (=grote hoeveelheden verorberen) (Kaprijks)
- één 'am, ammaol 'am (=iedereen gelijk bedelen) (Hulsters (NL))
- een oanzichte / e muule lik e bescheetn dekveister: een ontevreden of verongelijkte gezichtsuitdrukking (=een aangezicht / muil gelijk een bescheten dakvenster) (Klemskerks)
- effëkë goën permënieëre ès goed vër beis of mins (=een kleine wandeling kan gelijk wie deugd doen) (Munsterbilzen - Minsters)
- Ei é van de pappij gelijk Bracquenés hoenderken. (=Hij heeft de hik.) (Massems)
- ei go geen oar achteruit (=hij moet gelijk hebben) (Sint-Niklaas)
- ei stinkt gelijk de peste (=iemand met een lijfgeur) (Zottegems)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen