Spreekwoorden met `doorgaan`

Zoek

3 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `doorgaan`

  1. doorgaan tot het gaatje (=doorzetten tot het einde is bereikt)
  2. onder het Caudijnse juk moeten doorgaan (=vernederd worden)
  3. onder het juk moeten doorgaan (=zich aan andermans macht moeten onderwerpen)

13 betekenissen bevatten `doorgaan`

  1. tegen de klippen op gaan (=aan een stuk doorgaan (met liegen))
  2. wie appelen vaart, die appelen eet (=als je handelt in bepaalde goederen, dan zul je deze zelf waarschijnlijk ook gebruiken. / Iemand die bepaalde werkzaamheden voor een ander moet verrichten, geniet daar doorgaans zelf ook van)
  3. de draad oppakken (=doorgaan van de plaats waar je was gestopt)
  4. in het water vallen (=falen (een opzet, een voornemen, een plan), mislukken, niet doorgaan)
  5. het onweer is niet van de lucht (=iets dat steeds blijft doorgaan of iemand die telkens weer kwaad tekeer gaat)
  6. je met hand en tand verzetten (=je  heftig verzetten en er alles aan doen om het niet te laten doorgaan)
  7. beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald (=je kan beter iets voortijdig stoppen dan doorgaan tot het helemaal verkeerd gaat)
  8. nakaarten heeft geen zin (=men moet niet doorgaan met zeuren over iets dat al geweest is)
  9. zo lang aardappels poten als je mest hebt (=met iets zo lang mogelijk doorgaan)
  10. geen krimp geven (=niet opgeven, doorgaan zonder te klagen)
  11. geen maat weten te houden (=onbeheerst doorgaan waarmee men begonnen is)
  12. in duigen vallen (=plannen die niet doorgaan / uiteenvallen - verloren gaan)
  13. er op inhaken (=reageren op iets dat gezegd is en daar verder op doorgaan)

16 dialectgezegden bevatten `doorgaan`

  1. 't is buug'n of barst'n (=het moet ten koste van alles doorgaan) (Westerkwartiers)
  2. aan een boksem aan deurgoan (=aan één stuk doorgaan) (Westerkwartiers)
  3. agge innut schu (i) tje zit dan motte vaore (=blijven doorgaan nadat je begonnen bent) (Oudenbosch)
  4. ait vedan (=altijd doorgaan) (Enschedees)
  5. asset mich vrigs, geetat geen verf pakke (=als het van mij afhangt, zal dat zeker niet doorgaan) (Munsterbilzen - Minsters)
  6. effe de handjes laten wappperuh (=schouders eronder / doorgaan) (Westlands)
  7. ge keut'er e kruis over moakn (=het zal niet doorgaan) (Kaprijks)
  8. hij wiet van gien opholl'n (=hij wil maar steeds doorgaan) (Westerkwartiers)
  9. ie wil per see deuredrijv'n (=hij wil onverstoorbaar doorgaan met) (Waregems)
  10. ij goat der vandeur me zijne steirt tusse zen pote (=bang doorgaan) (Temses)
  11. op tijd zen vasse lichte (=bij tijds er van doorgaan) (Munsterbilzen - Minsters)
  12. sjette geevn (=snel doorgaan) (Veurns)
  13. ter mèt zen platviët dürgon (=brutaal doorgaan zonder omzien) (Munsterbilzen - Minsters)
  14. ver doen mè waaj ze het èn Mestrich doen : lotte valle (=Gewoon doorgaan als het regent) (Munsterbilzen - Minsters)
  15. we goun deure goune (=We zullen doorgaan) (Lokers)
  16. weir doeng voesj (=wij blijven doorgaan) (Aalsters)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen