Spreekwoorden met `de muur`

Zoek

8 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `de muur`

  1. de mis aan de muur plakken (=niet naar de mis gaan (verzuimen))
  2. iemand van het kastje naar de muur sturen (=iemand voor niets heen en weer laten lopen)
  3. met de kop door de muur willen (=het onmogelijke willen)
  4. met de kop tegen de muur lopen (=nutteloos geweld gebruiken)
  5. met de rug tegen de muur staan (=geen kant op kunnen, hooguit een laatste uitweg)
  6. met het hoofd tegen de muur lopen (=het onmogelijke proberen)
  7. tegen de muur zetten (=doodschieten)
  8. uit de muur eten (=fastfood eten)

2 betekenissen bevatten `de muur`

  1. om kaneelwater lopen (=beuzelwerk doen - van het kastje naar de muur gestuurd worden)
  2. van stuurboord naar bakboord zenden (=van het kastje naar de muur sturen)

24 dialectgezegden bevatten `de muur`

  1. 'k plak nen an de muur (=ik sla hem dood ( (verbaal woedend) ) (Waregems)
  2. de muur is bochtig (=er staat schimmel op de muur) (Sint-Niklaas)
  3. Een prokie in de weeg slaan (=Een spijker in de muur slaan) (Zaans)
  4. één van t'kastje noar de muur stuur'n (=iemand steeds maar doorverwijzen naar weer iets anders) (Westerkwartiers)
  5. ge zoe ze soms an de muur plakkn (=het zijn lastige kinderen) (Kaprijks)
  6. ge zoet ze soms oan de muur plakke, ge zoe ze sewijle oan den hoak hange (=het zijn stoute kinderen) (Gents)
  7. Gij goadt ok van 't kaske neur de muur (=Snel van onderwerp veranderen) (Beerses)
  8. hij liep met de kop teeg'n de muur (=hij stuitte op verzet) (Westerkwartiers)
  9. iemand van riefke naer roofke sturen (=iemand van kastje naar de muur sturen) (Zottegems)
  10. ij kan nog ginne spijker recht in de muur slaon (=hij is zeer onhandig) (Oudenbosch)
  11. ij luept van riefken noar roafken (=Hij loopt van de ene plaats naar de andere, hij loopt van het kastje naar de muur) (Lokers)
  12. Je lult maar een eind weg (=Je praat tegen de muur) (Bargoens)
  13. met de kop teeg'n de muur aan loop'm (=zijn zin niet kunnen krijgen) (Westerkwartiers)
  14. met de kop teeg'n de muur aanloop'n (=behoorlijk tegenstand ondervinden) (Westerkwartiers)
  15. Nehkieje van't kaske nui de muur kloppe (=Eens goed door elkaar slagen) (Aarschots)
  16. sget tege du muur omhoog man geuk (=Zou u mogelijk tegen de muur omhoog uw behoefte willen doen) (Bredaas)
  17. tiëge de wèen of klippe op liege (=tegen de muur op liegen- liegen dat het niet meer mooi is) (Munsterbilzen - Minsters)
  18. va ponsjes nar pieloates (=van het kastje naar de muur) (Wichels)
  19. van 't kasken noër de mier gestierd wèren (=van het kastje naar de muur gestuurd worden) (ninoofs)
  20. Van jeut nau jeir stuure (=Van het kastje naar de muur sturen) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
  21. van jut naor jeir (=van hier naar daar / van het kastje naar de muur) (Booms)
  22. van Pier noar Pol gezonde zein (=van het kastje naar de muur gestuurd) (Gents)
  23. van Pier noar Pow (*opmerking) (=van het kastje naar de muur) (Kaprijks)
  24. Wauvria spelde Jeut vant kaske nau de muur (=Wavria domineerde het spel tegen Koningshooikt) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen