Spreekwoorden met `bedrieg`

Zoek

4 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `bedrieg`

  1. iemand met open ogen bedriegen (=iemand bedriegen terwijl hij erbij staat)
  2. schijn bedriegt (=dingen zijn niet altijd zoals ze zich voordoen)
  3. wie liegt bedriegt. (=wie een leugen vertelt doet ook andere dingen die niet mogen)
  4. zuinigheid die de wijsheid bedriegt (=op kleine dingen bezuinigen kan grotere gevolgen hebben)

22 betekenissen bevatten `bedrieg`

  1. het is kwaad stelen waar de waard een dief is. (=het is moeilijk om een bedrieger te bedriegen)
  2. wie met de duivel uit één schotel wil eten, moet een lange lepel hebben. (=het valt niet mee iemand te bedriegen, die er zelf bedrieglijke parktijken op na houdt.)
  3. iemand de huid over de oren halen (=iemand afzetten, bedriegen)
  4. iemand in de luren leggen (=iemand bedriegen of misbruiken)
  5. iemand met open ogen bedriegen (=iemand bedriegen terwijl hij erbij staat)
  6. iemand om de tuin leiden (=iemand beetnemen of bedriegen)
  7. iemand een rad voor de ogen draaien (=iemand iets wijsmaken / iemand op gemene wijze bedriegen)
  8. iemand zand in de ogen strooien (=iemand iets wijsmaken, iemand bedriegen)
  9. iemand verlakken (=iemand onwaarheden wijs maken of bedriegen)
  10. iemand bij de neus nemen (=iemand voor de gek houden; iemand bedriegen)
  11. appelen/knollen voor citroenen verkopen (=oplichten, bedriegen)
  12. het is niet overal zomer waar de zon schijnt. (=schijn bedriegt)
  13. het is niet al goud wat blinkt (=schijn bedriegt)
  14. het zijn niet allen monniken die kappen dragen (=schijn bedriegt, je kunt je in mensen vergissen)
  15. het zijn niet allen koks die lange messen dragen (=schijn bedriegt, je kunt je in mensen vergissen)
  16. het zijn niet allen jagers die op de hoorn blazen. (=schijn bedriegt, je kunt je in mensen vergissen)
  17. de haan en de vos hebben elkaar te gast (=twee bedriegers zijn steeds op hun eigen voordeel uit)
  18. alle scheuten zijn geen rozen. (=uiterlijk bedriegt; niet alles is van hoge kwaliteit.)
  19. paardenkeutels zijn geen vijgen (=uiterlijk kan bedriegen / laat je niks wijsmaken)
  20. iemand van kwade trouw verdenken (=verdenken dat iemand bedriegt)
  21. zij hangt haar man de blauwe huik om (=zij bedriegt haar man)
  22. met hoorntjes lopen (=zijn vrouw bedriegt hem, heeft een minnaar)

Eén dialectgezegde bevat `bedrieg`

  1. sjaune sjijn bedrieg (=bloemen verwelken, scheepjes vergaan, ...maar onze vriendschap bij eeuwig bestaan) (Munsterbilzen - Minsters)

Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen