31 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `vlieg`
- als de armoede binnenkomt vliegt de liefde het venster uit (=armoede betekent vaak het einde van vriendschappen en relaties)
- als de stok stijf staat is de uil gaan vliegen (=zit je eenmaal met een erectie, dan is de wijsheid ver zoeken)
- de pan uit vliegen (=erg snel stijgen (inz. gezegd over prijzen))
- de vogel over het net laten vliegen (=goede kansen niet aangrijpen)
- die vlieger gaat niet op (=die gedachte gaat niet lukken)
- een vliegende kraai/vogel vangt/vindt altijd wat (=als je er maar op uit gaat, vind je altijd wel wat in je voordeel)
- elkaar in de haren vliegen (=ruzie maken)
- elkaar vliegen afvangen (=op onbeduidende details elkaar beconcurreren dan wel duidelijk willen laten uitkomen dat men zelf gelijk heeft en de ander niet)
- er een laten vliegen (=een wind laten)
- gebraden duiven vliegen niemand in de mond (=je krijgt niets zomaar (zonder er enige moeite voor te doen))
- geen hoogvlieger zijn (=weinig talent hebben)
- geen vlieg kwaad doen (=uitsluitend goede bedoelingen hebben, niemand tot last zijn)
- het geluk vliegt; wie het vangt die heeft het. (=geluk kan zo maar komen en zo weer gaan)
- hier niet zijn om vliegen te vangen (=niet gekomen om de tijd de verdoen)
- hoger willen vliegen dan men kan (=meer willen doen dan men kan)
- iemand een vlieg afvangen (=iemand te vlug af zijn)
- iemand naar de keel vliegen (=op iemand erg kwaad worden, aanvallen, ermee vechten)
- in de lucht laten vliegen (=laten ontploffen)
- in de nood eet de duivel vliegen. (=als je in nood verkeert, stel je je tevreden met dingen die je anders zou weigeren.)
- last van vliegen hebben (=stotteren)
- men heeft het geluk zo vast als een handvol vliegen. (=geluk komt onverwachts en kan zo weer gaan)
- men vangt meer vliegen met honing/stroop dan met azijn (=door vriendelijk te zijn bereik je meer bij iemand dan met lelijke woorden)
- met kunst- en vliegwerk (=niet volgens de normale gang van zaken)
- niets afslaan behalve vliegen (=alles aannemen)
- om vliegen te vangen (=om te luieren (niets te doen))
- twee vliegen in een klap slaan (=twee problemen gelijktijdig oplossen)
- vliegt de blauwvoet storm op zee (=leuze van de Vlaamse nationalisten (ontleend aan Conscience))
- voor iemand door het vuur gaan/vliegen (=voor iemand alles overhebben, zich opofferen)
- waar aas is vliegen kraaien (=als er iets te halen valt staat iedereen vooraan)
- willen vliegen eer men vleugels heeft (=iets willen doen nog voor men het geleerd heeft)
- ze zien vliegen (=niet goed bij het verstand zijn)
11 dialectgezegden bevatten `vlieg`
- 't vlieg (gelijk) nadde (=het is lichtjes aan het regenen) (Kaprijks)
- baeter een vlieg èn de sop, dan heilegans gee vlees (=excuseer voor die vlieg in de soep!) (Munsterbilzen - Minsters)
- d'r zit een vlieg oan de lamp, 't zal er goan stuiven (=er zwaait wat) (Wichels)
- één 'n vlieg oafvang'n (=iemand net een slag voor zijn) (Westerkwartiers)
- een vlieg in men oeëg; e fluike van ne sent (=dat is gemakkelijk) (Diesters)
- jee ne zindr up, jeet e vlieg in zn oîge (=hij is dronken) (kortemarks)
- mèt ë kënon op ën vlieg sjiete (=alle middelen inzetten om je doel te bereiken) (Munsterbilzen - Minsters)
- vlieg ie niet zo eb ie niet (=Heel hard rennen) (Giethoorns)
- vlieg ie niet, zo eb ie niet (=Heel hard rennen) (Giethoorns)
- vlieg ie niet, zo eb ie niet (=Een druk iemand) (Giethoorns)
- vlieg ie niet,zo eb ie niet (=Heel hard rennen) (Giethoorns)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen