Spreekwoorden met `afwachten`

Zoek

Eén spreekwoord bevat `afwachten`

  1. de bui afwachten (=rustig afwachten wat voor onheil er komt)

8 betekenissen bevatten `afwachten`

  1. de kat uit de boom kijken (=een afwachtende houding aannemen)
  2. het uitzingen (=het einde ervan afwachten, het volhouden)
  3. aan het vinkentouw zitten (=in spanning iets afwachten en graag door willen)
  4. de aanval is de beste verdediging (=je kunt in een strijd of ruzie beter zelf actie ondernemen dan afwachten)
  5. de boot afhouden (=niet meedoen - afwachten)
  6. de zaak nog eens aankijken (=nog even afwachten)
  7. de bui afwachten (=rustig afwachten wat voor onheil er komt)
  8. kijken hoe de hazen lopen (=voorzichtig te werk gaan, eerst afwachten hoe de verhoudingen blijken te liggen)

18 dialectgezegden bevatten `afwachten`

  1. aste goesting vër te wërke bij mich opkump, dan waach ich wol tottët vanzelf iëvërgeet (=je moet nooit te snel handelen, afwachten lost soms de problemen op) (Munsterbilzen - Minsters)
  2. dae geet nog ën goej pijp roke, dattër mér waach (=die krijgt de rekening nog gepresenteerd, even afwachten !) (Munsterbilzen - Minsters)
  3. de kat aut de boom kieke (=afwachten) (Bilzers)
  4. de kat autte boom kieke (=afwachten (tot iemand anders het oplost) ) (Munsterbilzen - Minsters)
  5. de kat uut de buim kieke (=geduldig afwachten) (Opglabbeeks)
  6. de moes hoje attë zon sjaajnt (=de gelegenheid afwachten is de boodschap) (Munsterbilzen - Minsters)
  7. de moes hoje terwaajl de zon sjaajnt (=het gepaste ogenblik afwachten) (Munsterbilzen - Minsters)
  8. ën vroo konste pas smieë at ze heet ès (=je moet altijd het goede ogenblik kunnen afwachten) (Munsterbilzen - Minsters)
  9. er nie op schoven (=het niet afwachten) (Sint-Niklaas)
  10. ik kan ’t bijkangs gien meer ofwachten (=Ik kan't bijna niet meer afwachten) (Huizers)
  11. Kiek'n wat wordt (=Even aankijken, even afwachten) (Enschedees)
  12. ne slaog um den erm haage (=voorzichtig afwachten) (Munsterbilzen - Minsters)
  13. op ne wiër zitten (=zenuwachtig afwachten) (Moes)
  14. slaap'n mi 't lank kordeeël (=een nakende geboorte afwachten) (West-Vlaams)
  15. vë zulle zien, zaag te blinne (=afwachten is de boodschap) (Munsterbilzen - Minsters)
  16. z'n oasm' inoedn (=bang afwachten) (Veurns)
  17. zene tuur aofwachte (=zijn beurt afwachten) (Vlijtingens)
  18. Zijnen tuk afwachten (=Geduldig zijn) (Bevers)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen