23 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `staar`
- als men van de duivel spreekt trapt men hem op zijn staart (=degene waarover men spreekt, laat zich dikwijls op dat moment zien)
- bekend staan als de bonte hond met de blauwe staart (=berucht)
- daar is kop noch staart aan te vinden (=daar geraak je niet uit wijs)
- dat muisje heeft een staartje. (=er zullen nog problemen komen)
- de bastaard van de graaf wordt later bisschop (=alleen hoge heren kunnen hun buitenechtelijke kinderen een toekomst bieden)
- een aal bij de staart hebben (=een lastige taak ondernemen)
- een krul meer in zijn staart hebben dan een ander (=speciaal willen zijn)
- een krul meer in zijn staart hebben dan een gewoon mens (=zich een beetje aanstellen)
- een staart om hebben (=kwaad zijn)
- een varken heeft wel een krul in zijn staart. (=er is altijd iets om trots op te zijn)
- het is muis als moer, een staart hebben ze allemaal. (=beide opties zijn vervelend)
- het krullen van de staart is het fatsoen van de hond. (=iedereen heeft wel een positieve eigenschap)
- het venijn zit hem in de staart (=het slechtste komt op het laatste)
- komen waar de duivel zijn staart keert (=op een zeer onherbergzame plaats aankomen.)
- komt men over de hond, dan komt men over de staart (=als de grootste moeilijkheden overwonnen zijn, dan komt de rest vanzelf)
- maart heeft een krul in zijn staart. (=in maart kan het wisselvallig zijn)
- maart heeft knepen in zijn staart (=weerspreuk)
- maart roert zijn staart (=in maart kan het nog stormachtig weer zijn)
- met de vossenstaart geselen (=zacht straffen)
- streken onder je staart hebben. (=niet te vertrouwen zijn)
- te vangen als een aal bij zijn staart (=moeilijk te vatten)
- tussen kop en staart zit de beste vis. (=extremen zijn zelden wenselijk )
- wie pleit om een paard, behoudt de staart. (=je kunt beter wat toegeven, dan het tot een duur en langslepende kwestie te laten komen)
6 dialectgezegden bevatten `staar`
- 'n staar ènhëbbe (=zat zijn) (Munsterbilzen - Minsters)
- een staar èn zen botte hëbbe (=zat zijn) (Munsterbilzen - Minsters)
- ën goej staar ènhëbbe (=zwaar dronken zijn) (Munsterbilzen - Minsters)
- zich een goej staar ènzaupë (=zich een stuk in zijn voeten drinken) (Munsterbilzen - Minsters)
- zich ën staar ènzaupe (=zich zat drinken) (Munsterbilzen - Minsters)
- zoan staar is geblesterd (=zijn voorhoofd is geschaafd) (Booms)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen