Spreekwoorden met `antwoord`

Zoek

2 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `antwoord`

  1. het antwoord schuldig blijven (=het antwoord niet kunnen geven)
  2. iets voor zijn verantwoording nemen (=iets op zich nemen)

24 betekenissen bevatten `antwoord`

  1. de toets  kunnen doorstaan (=alle antwoorden op vragen/problemen weten)
  2. allemans werk is niemands werk. (=als iedereen verantwoordelijk is, doet niemand het daadwerkelijk.)
  3. of je worst lust! (=antwoord als iemand `Wat?!` zegt)
  4. een deksel op de kop hebben (=de verantwoordelijkheid voor iets nemen)
  5. is de paus katholiek? (=een antwoord op een vraag waarvan het antwoord overduidelijk `Ja` is)
  6. er niet van terug hebben (=er geen antwoord op weten)
  7. geen been hebben om op te staan (=geen enkele verantwoording kunnen geven)
  8. het antwoord schuldig blijven (=het antwoord niet kunnen geven)
  9. als je alles van tevoren weet, ga je liggen voor je valt (=het heeft geen zin zich na afloop te beklagen over gebrek aan voorkennis. (Meestal in antwoord op klachten als `Als ik dat van tevoren geweten had.`))
  10. als je alles van tevoren wist, dan kwam je met een dubbeltje de wereld rond (=het heeft geen zin zich na afloop te beklagen over gebrek aan voorkennis. (Meestal in antwoord op klachten als `Als ik dat van tevoren geweten had.`))
  11. de teugels afwerpen. (=het loslaten van regels en verantwoordelijkheden)
  12. maak je bed zoals je wilt slapen (=iedereen is verantwoordelijk voor zijn eigen daden)
  13. iemand iets in de schoenen schuiven (=iemand aanwijzen als de schuldige of als de verantwoordelijke voor een mislukking)
  14. iemand van repliek dienen (=iemand gevat antwoorden)
  15. er de vingers voor durven opsteken (=iets durven aanvaarden - zijn verantwoordelijkheid durven opnemen)
  16. hoge bomen/masten vangen veel wind (=in een hoge positie heeft men ook veel verantwoordelijkheid)
  17. de haring hangt aan zijn eigen kieuwen (=men dient verantwoording te nemen voor de eigen daden)
  18. geen ja en geen neen zeggen (=nog twijfelen aan het antwoord)
  19. de bal terugkaatsen (=op een vraag die gesteld wordt geen antwoord geven, maar een tegenvraag stellen; op een kritische opmerking van iemand reageren door zelf ook meteen een kritische opmerking te maken over de ander)
  20. de gebraden haan uithangen (=op onverantwoordelijke wijze erg veel geld uitgeven aan met name lekker eten en drinken)
  21. het hoofd breken over iets (=trachten een antwoord te vinden op een moeilijke vraag)
  22. iemand het volle pond geven (=uitvoerig en duidelijk antwoorden)
  23. tekst en uitleg geven (=verantwoording afleggen)
  24. aan dovemans deur kloppen (=vragen terwijl men geen gunstig antwoord hoeft te verwachten)

50 dialectgezegden bevatten `antwoord`

  1. `de bank is geduldig ` (=antwoord waneer iemand pocht met zijn goederen, auto's of huizen) (Utrechts)
  2. `In zien vel, es er nog neet geströp is!! ` (=antwoord op de vraag `waar is die en die persoon?? `) (Steins)
  3. 'krege doar ne snak en 'n bete (=bits antwoord krijgen (1ste p. enkv.) ) (Waregems)
  4. a ee zèn tong verloren (=hij zwijgt en geen antwoord geeft op een vraag) (Meers)
  5. aa neusbientje is ônt rotte (=antwoord op : edde gaai ne scheet gelôate?) (Antwerps)
  6. As Mie kumt mi de slappe was. (=als iemand vraagt wanneer komt dit of dat als het om geld gaat is het antwoord vaak:) (Mills)
  7. Ast met kanneke ni go muttet lierreke mor pakke (=antwoord op dat kan ik niet) (Antwerps)
  8. Astekootsjes. "Wat zijn astekootsjes?" antwoord "Kluuëten van mastekootsjes" En daarmee was de vraag "Wat eten we" onbeantwoord (=Op de vraag :"Wat eten we") (Lokers)
  9. attemnietstoadanlijtem (=antwoord op: wazeetem?) (Antwerps)
  10. aur: Allieën mijn aur en da stau vast` (=antwoord op `Wa rescheerde?` als je wilt opstappen) (Lebbeeks)
  11. bèste zën toeng verloeëre (=antwoord nu eens !) (Munsterbilzen - Minsters)
  12. broek: 'k Moein der nog in zijn (=antwoord van iemand tegen wie men zegt: `Je broek staat open`) (Lebbeeks)
  13. de iene boer vroagt an den nare boer, wei giet het be oer pjerd me pjerd da giet nie da lupt, en wei lupt oer pjerd oh het giet (=de ene boer vraagt aan de andere boer hoe gaat met Uw paard de boer antwoord mijn paard gaat niet, dat loopt, en hoe loopt Uw paard oh het gaat) (Heusdens)
  14. de MOETEkes (jonge kalveren) stoeën èn de stal, mér KAVER (kalveren dommeriken, zij die iets doen omdat ze dat MOETEN doen) lopen overal... (=als iemand het woord MOETEN tegen je gebruikt, antwoord je met....) (Munsterbilzen - Minsters)
  15. die tièèste riekt tkomt uut zne friek (=het antwoord als iemand zegt dat je een scheet liet) (kortemarks)
  16. doar haar ze niet van t'rug (=daar had ze geen antwoord op) (Westerkwartiers)
  17. een scheef antwort krijgen; de neus afbijten (=een bits antwoord krijgen) (Sint-Niklaas)
  18. een sjeef krijge / zètte (=een scheef antwoord krijgen / geven) (Munsterbilzen - Minsters)
  19. ei gaf èm ne goeie stek (=hij gaf hem een niet mis te verstaan antwoord) (Sint-Niklaas)
  20. én zaajn ooge zienech den heile wérd (mopje : antwoord van aanbedene : zieste dan men otooke ston da gepik és) (=ach, die kijkertjes van jou) (Bilzers)
  21. ërgës nie van trèg van hëbbe (=geen antwoord weten op iets) (Munsterbilzen - Minsters)
  22. ge krêet nòg gin òssem al ha de-t gèèr (=je kreeg nog geen antwoord al had je het graag) (Tilburgs)
  23. gèijn asum geven (=geen antwoord (willen) geven) (Hulsters (NL))
  24. get anges zeen erte (=als je geen passend antwoord voor handen hebt) (Heitsers)
  25. hëbste zën toeng èngeslik (=antwoord nu eens !) (Munsterbilzen - Minsters)
  26. hij vragt noar de bekende weg (=hij vraagt iets waarvan hij het antwoord al weet) (Westerkwartiers)
  27. hoe komt 'n ezel aan twee lange oor'n (=geen antwoord weten op een vraag :) (Westerkwartiers)
  28. Huspot mit braipenne. (=antwoord op de vraag `Wet gane me ete?`) (Zaans)
  29. husse frusse mee oew neus dur tussen (=antwoord op: wat eten we vandaag) (Dongens)
  30. ie es z'n touwe kwij (t) (=hij kan geen antwoord geven) (Waregems)
  31. ie wiste nie wa (e) zeid (=hij bleef het antwoord schuldig) (Waregems)
  32. iemand een snab' en een beete geven (=een nukkig antwoord geven) (Zottegems)
  33. ij kreegt doar ne schieven (=hij kreeg een nors antwoord) (Lokers)
  34. Indien ja het antwoord is, dan hèdde veul witkalk nôodeg!! (=Ken jij de weg naar Rome (Witte gè de wèg naor Rôome ) (Witten is ook met witkalk bestrijken) ) (Tilburgs)
  35. je was dao dierikt ze muule gevuld (=hij kreeg onmiddellijk een gepast antwoord) (Kortemarks)
  36. Kerjeuzeneuzn en vroagsteirtn (=Als antwoord op de vraag van een nieuwsgierig kind , b'.v. Wat is dat) (Maldegems)
  37. kijk noar a êëne (=je bent zelf ... (als antwoord op een verwijt)) (Kaprijks)
  38. Klootzak !! (antwoord ) Touwtjie erom hebbie eun broodzak! (=antwoord op iemand die klootzak tegen je zegt.) (Utrechts)
  39. konste nimei kallë ! (=geef me daar nu maar eens een antwoord op !) (Munsterbilzen - Minsters)
  40. Krijg de pest! (ja in je nest!) (als antwoord , beiden door 1 persoon gezegd. niet al te hard bedoeld als afwijzing van iets (=je kunt me wat !) (Utrechts)
  41. krijgde een poanie brouwk (= antwoord op deze inleidende zin) (=als je iemand aan een lief helpt...) (Waregems)
  42. Kuit van de vuit asker in ligt is te luit. (=antwoord op de vraag hoe laat het is) (Teralfens)
  43. kust mai gat (=een taak niet willen uitvoeren en het antwoord daarop) (Leefdaals)
  44. leupt na den Heust, doar is ehn hunne-eh dè pist in ew munne-eh en doar is eh kejeh deh krabt oan ew gehje. (=antwoord op `ik heb dorst`) (Arendonks)
  45. loj geen klok aste de klüppel nie wiës hange (=geef geen antwoord als je de vraag niet begrijpt) (Munsterbilzen - Minsters)
  46. meine bescheet t'r zich eine (=antwoord op `ik meen dat....`) (Weerts)
  47. Mukke bummele (=fictieve plaatsnaam, gebruikt als antwoord op de vraag waar men geweest is) (Venloos)
  48. Nao opsterop pispotte bakk' n dan mot i-j de aorne dran plakk' n (=antwoord voor kinderen die telkens vragen wat ga je doen) (Achterhoeks)
  49. ne boer scheet ne platte en haa wist nie van watte (=vragende uitroep wat ...wat . antwoord) (hessels)
  50. ne sjeeve krijge (=een krom antwoord krijgen) (Bilzers)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen