5 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `verlies`
- een vos verliest wel zijn haren maar niet zijn streken (=mensen veranderen zelden echt)
- waar niets is verliest de keizer zijn recht (=van wie niets heeft, kan men niets vorderen)
- wat de boer aan het koren verliest zal hij aan het spek wel terugvinden (=waar iemand iets verliest zal iemand (anders) iets winnen)
- wat het huis verliest, brengt het weer terug (=als men iets in huis zoek maakt, komt het meestal vanzelf weer tevoorschijn)
- wat men aan het zaad spaart verliest men aan de oogst (=verkeerde zuinigheid is niet goed)
13 betekenissen bevatten `verlies`
- wee de wolf die in een kwaad gerucht staat (=als je je goede naam verliest is die haast niet terug te winnen)
- heeft de duivel `t paard gegeten, dan neemt hij de toom ook nog. (=ben je eenmaal in handen van slechte mensen gevallen, dan verlies je alles.)
- de rode cijfers (=de verliescijfers)
- de broek lappen en het garen toegeven (=er veel verlies aan overhouden)
- goed geld naar kwaad geld gooien (=geld ergens insteken waarvan bekend is dat het verlies oplevert)
- het schip ingaan (=groot risico nemen, leidend tot verlies)
- het hart zinkt hem in de schoenen (=hij verliest alle moed)
- de stoppen slaan bij hem door (=hij verliest zijn zelfbeheersing)
- wat in het vat zit, verzuurt niet (=iets wat goed is en goed bewaard wordt, verliest zijn waarde niet / wat beloofd is zal ook worden ingelost)
- wat de boer aan het koren verliest zal hij aan het spek wel terugvinden (=waar iemand iets verliest zal iemand (anders) iets winnen)
- het eerste gewin is kattengespin (=wie het eerste spelletje wint, verliest soms alle volgende spelletjes)
- wie zijn neus schendt schendt zijn aangezicht (=wie zijn goede naam verliest, komt in moeilijkheden)
- met ongebroken lading wegzeilen (=zich zonder gezichtsverlies uit de situatie redden)
21 dialectgezegden bevatten `verlies`
- 'k zen trug oep me zaat (=ik heb mijn verlies teruggewonnen) (Schunnebroecks)
- aste tot aon zëne nak èn de sjit zits, loeët dan zëne kop nie hange (=verlies nooit de moed om terug te vechten) (Munsterbilzen - Minsters)
- daaj hèt bang datse get verlies (=ze loopt met haar knieën tegen mekaar) (Munsterbilzen - Minsters)
- dao sjuutj d’r kop en kóntj aan in (=hij verkoopt het met verlies) (Heitsers)
- de verlies baeter zene kop dan zen hat (=liefde kent geen rede) (Munsterbilzen - Minsters)
- Doar ee 't ij zijn broek aan gescheurd (=Daar heeft hij verlies aan geleden) (Hansbeeks)
- dran toesteken (=verlies maken) (Waregems)
- een pille krijgen (=verlies oplopen) (Lovendegems)
- èn de liefde verlies te baeter zën hat dan zënë kop (=als je hevig verliefd zijt moet je dubbel opletten) (Munsterbilzen - Minsters)
- er juust ôn uit kunnen (=iets verkopen zonder winst of verlies) (Sint-Niklaas)
- ge moe poaurten of ij verlies zijne was (=je moet delen met hem want anders zal hij niet meer verder groeien) (Lokers)
- iëste wèns ès rap verlies (=eerste gewin is kattegespin) (Munsterbilzen - Minsters)
- kop en k...trop ènsjieëte (=er zwaar verlies incasseren) (Munsterbilzen - Minsters)
- kop en kogel trop ènsjieëtë (=een zwaar verlies boeken) (Munsterbilzen - Minsters)
- krómme zètte, gelaeje (=financieel verlies lijden) (Heitsers)
- verlies lijden (=er zijn broek aan scheuren) (Lovendegems)
- wae ne gek traut vër de drek, verlies de drek en hilt de gek (=wie een gek huwt voor de grond, verliest de grond maar houdt de gek) (Munsterbilzen - Minsters)
- ze hëbbën ëm ne lëlëkë tand getrokkë (=hij heeft een groot verlies te verduren) (Munsterbilzen - Minsters)
- zen broek sjieëre (=verlies lijden) (Munsterbilzen - Minsters)
- zen broek sjiëre (=verlies maken) (Munsterbilzen - Minsters)
- zen broek tron sjieëre (=verlies lijden) (Bilzers)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen
