838 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `je`
- het lieve leventje gaande (=de ruzie begonnen - de poppen aan het dansen)
- het loodje (erbij neer)leggen (=overlijden)
- het loopt op rolletjes (=alles gaat als vanzelf)
- het naadje van de kous willen weten (=alle details willen weten)
- het neusje van de zalm (=het beste deel)
- het op een akkoordje gooien (=met elkaar afspreken iets op een bepaalde manier aan te pakken)
- het op je boterham krijgen (=een stevig standje incasseren)
- het oude liedje (=het al zo vaak gebeurde of gezegde)
- het paard van Troje binnenhalen (=door onnadenkendheid of onnozelheid de vijand toelaten)
- het puntje van een scherpe pen is `t felste wapen dat ik ken (=met een kritisch woord kan het meest worden bereikt)
- het ringetje van de deur kussen (=onderdanig / beleefd zijn voorbij geloofwaardigheid)
- het scheelde maar een haartje (=dat ging maar net goed)
- het staat geschreven en gedrukt je moet krabben waar het jeukt (=problemen bij de bron aanpakken)
- het takje buigen als het nog jong is (=goede gewoonten leert men het beste op jonge leeftijd aan)
- het vaatje op zijn kant zetten (=het vat leegmaken (uitdrinken))
- het varkentje wassen (=een klusje wel even doen)
- het zal je kind maar wezen (=je zal er maar voor op moeten draaien)
- het zo druk hebben als een klein baasje (=veel kleine karweitjes moeten doen)
- het zonnetje in huis (=iemand die zorgt voor een goede, opgeruimde sfeer)
- hoe een dubbeltje rollen kan (=hoe iets een onverwacht verloop kan kennen)
- hou je gezicht (=zwijg!)
- huisjes melken (=kleine huizen duur verhuren)
- hutje bij mutje leggen (=ieder draagt bij voor het deel dat die kan)
- ieder dubbeltje drie keer omdraaien (=zo gehecht zijn aan geld dat men aarzelt bij iedere uitgave)
- ieder huisje heeft een deurtje. (=er is altijd een manier om iets te bereiken)
- ieder huisje heeft zijn kruisje (=er mankeert overal wel iets)
- ieder oortje brengt zijn gierigheid. (=zelfs om kleine dingetjes kunnen mensen hebzuchtig zijn (een oortje is een oude munteenheid))
- iedere heilige komt zijn kaarsje toe (=iedere medewerker moet delen in de eer)
- iemand aan het lijntje hebben (=meewerken met iemand)
- iemand de vrije hand geven (=iemand geheel vrij laten in de wijze waarop hij een opdracht uitvoert)
- iemand de vrije teugel laten. (=iemand zijn eigen gang laten gaan)
- iemand een kopje kleiner maken (=iemand vermoorden)
- iemand iets op een briefje geven (=ergens heel zeker van zijn)
- iemand in het ooitje nemen (=met iemand een grap uithalen of voor de gek houden)
- iemand in het zonnetje zetten (=iemand op positieve wijze aandacht geven, iemand eer bewijzen)
- iemand naar de barbiesjes wensen (=iemand verwensen)
- iemand op het matje roepen (=iemand bij zich laten komen en om uitleg vragen waarom iets zo gedaan is)
- iemand op zijn vestje spuwen (=een standje geven en ongenoegen over iemand uiten)
- iemand pootje lichten (=iemand doen struikelen)
- iemand van het kastje naar de muur sturen (=iemand voor niets heen en weer laten lopen)
- iemand voor het lapje houden (=iemand iets wijs maken of voor de gek houden)
- iemands hete adem in je nek voelen (=merken dat een ander je bijna inhaalt; opgejut of opgejaagd worden)
- iets aan het handje hebben (=een beetje verkering hebben)
- iets aan je laars lappen (=geen notitie nemen van regels, wet of voorschriften)
- iets een vernisje geven (=iets opkalefateren)
- iets in je vaandel schrijven. (=een principe waar je je per se aan vast wilt houden)
- iets langs je (koude) kleren af laten glijden (=ergens niets van aan trekken)
- iets mannetje voor mannetje doen (=iets strikt volgens plan uitvoeren)
- iets met een korreltje zout nemen (=iets niet helemaal voor waarheid aannemen)
- iets niet op je laten zitten (=iets niet aanvaarden zonder tegenstand)
585 betekenissen bevatten `je`
- de grote jan uithangen (=je groot voordoen)
- je laatste hemd aan hebben (=je hebt iets fout gedaan en er zal wat voor je zwaaien)
- een doodshemd heeft geen zakken. (=je hebt niets aan je geld als je dood bent)
- jij raapt nog geen stro van de aarde (=je hebt nog niets verwezenlijkt)
- je hebt luxe paarden en werkpaarden. (=je hebt rijke en arme mensen)
- je groen en geel ergeren (=je heel erg ergeren aan iets of iemand)
- je als een vis in het water voelen (=je helemaal op je plaats voelen)
- je iets laten aanleunen (=je iets laten welgevallen)
- je tussen hangen en wurgen bevinden (=je in gevaarlijke en moeilijke omstandigheden bevinden)
- je op de lippen bijten (=je inhouden (niet lachen of kwaad worden))
- aan een dood paard trekken. (=je inspannen voor iets, dat tot mislukken gedoemd is)
- op een blind paard wedden. (=je inzetten voor iets wat gedoemd is te mislukken)
- geen schoner gewaad als een zedig gelaat. (=je kan aan iemands` gezicht zien of hij een goed karakter heeft)
- het gelaat is de spiegel der ziel. (=je kan aan iemands` gezicht zien of hij een goed karakter heeft)
- je bent nooit te oud om te leren (=je kan altijd nog bijleren)
- beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald (=je kan beter iets voortijdig stoppen dan doorgaan tot het helemaal verkeerd gaat)
- vreemde zorgen doden de ezel. (=je kan dingen het beste zelf doen)
- wie veel eist krijgt veel. Wie te veel eist krijgt niets (=je kan door het te vragen veel bij mensen gedaan krijgen, maar als je onredelijk wordt zal je worden overgeslagen)
- de liefde van een man gaat door de maag. (=je kan een man veroveren met goede kookkunst en lekker eten.)
- er is geen rooi mee te schieten (=je kan er niets mee aanvangen)
- kallen is mallen maar doen is een ding (=je kan het beter doen dan er altijd maar over blijven praten)
- men kan zijn kinders wel minnen maar niet zinnen (=je kan je kinderen graag zien, maar ze hebben een eigen aard)
- leringen wekken maar voorbeelden trekken (=je kan mensen iets willen leren , maar geef vooral het goede voorbeeld)
- er is geen land met hem te bezeilen (=je kan met hem niets aanvangen, omdat hij niet wil meewerken)
- allemans vriend is iedermans nar (=je kan niet voor iedereen goed doen)
- je kan wel dansen al is het niet met de bruid (=je kan ook wel tevreden zijn met iets minder dan het beste)
- een vogel zingt zowel van armoe als van weelde. (=je kan positief zijn onder alle omstandigheden)
- je kent een vogel aan zijn veren (=je kent de mens aan zijn gedragingen)
- je bedje is gespreid (=je komt in een situatie terecht waarin alles al voor je geregeld is)
- de koe trekt de melk op. (=je krijgt niet wat je verwachtte)
- gebraden duiven vliegen niemand in de mond (=je krijgt niets zomaar (zonder er enige moeite voor te doen))
- je zult stokvis eten. (=je krijgt slaag.)
- meten is weten, gissen is missen (=je kunt beter afmetingen meten dan schatten)
- een goed pad krom loopt niet om. (=je kunt beter geen onnodige veranderingen aanbrengen)
- een slak op de goede weg, wint het van een haas op de verkeerde weg (=je kunt beter iets langzaam en goed doen, dan snel en niet goed)
- langzaam aan, dan breekt het lijntje niet (=je kunt beter rustig doorwerken, dan kan er het minste fout gaat)
- het is beter de bakkers te paard, als de dokters. (=je kunt beter voldoende en gezond eten, dan straks naar de dokter te moeten)
- wie pleit om een paard, behoudt de staart. (=je kunt beter wat toegeven, dan het tot een duur en langslepende kwestie te laten komen)
- nee heb je, ja kun je krijgen (=je kunt het altijd proberen)
- er is nog nooit een kok gevonden die koken kan voor alle monden (=je kunt het niet iedereen naar de zin maken)
- geef een man een vis dan heeft hij die dag te eten (=je kunt iemand beter leren vissen dan heeft hij z`n leven lang vis te eten)
- proberen is het naaste recht. (=je kunt iets altijd proberen.)
- de aanval is de beste verdediging (=je kunt in een strijd of ruzie beter zelf actie ondernemen dan afwachten)
- je kunt wel dansen, ook al is het niet met de bruid (=je kunt je best amuseren ook al is het niet altijd precies wat je zou willen)
- die geboren is om te hangen, zal niet verdrinken. (=je kunt je lot niet ontlopen.)
- het zijn niet al ridders die sporen dragen (=je kunt niet alleen aan iemands uiterlijk afleiden of hij ergens geschikt voor is)
- het is niet altijd kermis. (=je kunt niet altijd feestvieren.)
- het laatste hemd heeft geen zakken (=je kunt niets meenemen als je dood gaat (laatste hemd = doodshemd))
- wie voor een dubbeltje geboren is, wordt nooit een kwartje (=je kunt nooit boven de stand komen waarin je geboren bent. Arm geboren, zal wel arm blijven)
- de vis aardt naar de zee (=je kunt wel zien waar hij vandaan komt)
50 dialectgezegden bevatten `je`
- alle scheep'm achter je verbrand'n (=al je troeven uitspelen) (Westerkwartiers)
- Allè zedde bekans rap! (=Haast je) (Zolders)
- alle zeil'n biezett'n (=doen zoveel als je kunt) (Westerkwartiers)
- Allée veroat treuzelt zo ni, taffeleir (=Komaan, haast je een beetje) (Herentals)
- Allée veruet treuzelt zo ni, treuzeleir (=Komaan, haast je een beetje) (Herentals)
- Allee, jong? - Allijong? (=Wat zeg je me nou?) (Hulsters (NL))
- alleej, haawdoe èn saluu (t) war! (=nou vooruit, het ga je goed en tot ziens hè!) (Tilburgs)
- allei jom, oustouwa (=komaan, haast je wat) (Moes)
- Allei noa je bed hie (=hup naar bed) (West Zeeuws Vlaams)
- Allei, cirkulei, d'eraf of 'k zet oe deroep! (=Vooruit, rij door, ga van dat (voetpad), of ik zet je op de bon!) (Antwerps)
- alles ès mér ne wiët (=als je alles weet, is het leven gemakkelijk) (Munsterbilzen - Minsters)
- allewaajl moeste bekans zën ooge op zëne règ stoën hëbbe (=tegenwoordig moet je goed uit je doppen zien) (Munsterbilzen - Minsters)
- allewaajl moestë wol ogë mèt stêt hëbbë (=tegenwoordig moet je heel goed uit je doppen kijken !) (Munsterbilzen - Minsters)
- allow na (=wat je nu zegt) (Overijses)
- Als ge het nie wit dan doede ut mee kit (=Als je het niet meer weet) (brabants)
- als ge het nie wit kende ut altijd nog behange (=als je het niet weet (als grap) ) (brabants)
- als ie dat nie dors dan wier ie met de zweep gepakt (=als je dat niet durft dan krijg je straf) (Westlands)
- Als ik zo rijk was ging ik Den Haag wonen. (=Als je geen geld kan bijpassen) (Rotterdams)
- Als je de koeraasje/courage ( op zn Frans uitspreken) hep om…etc. (=Al je het lef hebt om….) (Utrechts)
- als je het lef het, het ut lef eunsch (=heb het lef eens) (Utrechts)
- Alsofst n jong baist op staale hest / Alsofs doe en jong baist op staale hest. (=Het stinkt hier verschrikkelijk. (Alsof je een jong beest op stal hebt staan)) (Oldambsters)
- altèt aa ant owetsteken (=altijd je hand uitsteken) (Denderleeuws)
- Altijd ziek maar nimmer doôd (vaak misbruikt tegen chronisch zieken) (=je klaagt altijd maar mankeert nooit echt wat.) (Utrechts)
- amaaj men klak (=wat zeg je me nu?) (Bilzers)
- amaaj mën klak ! (=wat zeg je me nu) (Munsterbilzen - Minsters)
- Amai maan klak (=Wat zeg je me nu) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
- amai minne frak; kust nô min kloûten (=wat heb je me daar? wat gebeurt daar zeg?) (Sint-Niklaas)
- Amai, dje gôat zekers oep oer groot êit (=je komt er goed voor (iemand die sjiek gekleed is) ) (Walshoutems)
- amaj mne frak (=wat zeg je me daarvan) (Lichtervelds)
- Ami (=In de war / niet weten wat je wil) (Amsterdamse straattaal)
- Ammaal kreuzeneuzen en vraogestèrten (=je moet niet zo veel vragen stellen) (Hulsters (NL))
- ammen ouw nie oien en de voordeur, moestem alt lest achter noar binnen (=je bent een leuke meid) (Graauws)
- Ammuh hoela (=je kunt me wat!) (Nijmeegs)
- an je endje weze (=moe zijn) (Westlands)
- án ów nákse vot / koont (=je kunt me wat!) (Horster)
- Angdui moar ljee' (=Hou je maar op je gemak.) (Deinzes)
- angt 't an je koente (=je kunt ernaar fluiten) (Veurns)
- Antw: Poepe ien de schoe.n (=Wat ben je aan het doen?) (Genneps)
- aoën den aaterkant van piëd en de viërkant van vrolaaj moeste vërzichtëg zin (=opgepast als je aan de achterkant van paarden of de voorkant van meisjes zit) (Munsterbilzen - Minsters)
- aofgank (=als je teveel eet krijg je last) (Munsterbilzen - Minsters)
- aoj je gat verbrand moej up de blaozn zittn (=als je iets verkeerd doet moet je er de gevolgen van dragen) (Kortemarks)
- aoj te scheepe zyt moej vaorn (=als je aan iets begint moet je het afwerken) (Kortemarks)
- aojt nie moet en pakt ton van je gat (=als je het niet lust moet je maar niets eten) (Kortemarks)
- aon dien stutte trekke,
make totste weg kums,
met de start tösse dien bein aofhowwe. (=maken dat je weg komt) (Mestreechs)
- aortje naor z n vaortje ebbe (=laten zien waar je vandaan komt) (Oudenbosch)
- aot je beuze nie vermag dan vermag jn ziel het (=als je je schulden niet kunt betalen scheld ik ze kwijt) (Kortemarks)
- aot jn êrte vermag (=als je er mee akkoord bent) (Kortemarks)
- armpie over 't skoertje (=Met je arm om het meisje haar schouder wandelen) (Noordwijks)
- as 'nne pestoeër boeëtermèllek dreenktj en 'nne boor wiên, staeke ze allebei-j in gein good vel (=doe je niet anders voor dan je bent) (Weerts)
- as 't dat moar deur hest (=als je dat maar door hebt) (Westerkwartiers)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen