Spreekwoorden met `rij`

Zoek


219 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `rij`

  1. vat op iemand krijgen (=iemand van iets kunnen overtuigen)
  2. veel gewrijf en geschrijf (=eindeloze gedachtewisselingen)
  3. veel koks bederven/verzouten de brij (=te veel verschillende raad volgen kan schadelijk zijn)
  4. verrijzen als paddenstoelen na een regenachtige dag (=plots tevoorschijn komen)
  5. voor iemand in het krijt treden (=iemand helpen en verdedigen)
  6. voor top en takel drijven (=scheepvaart : zonder een zeil te voeren)
  7. vragen staat/is vrij (=iedereen heeft de gelegenheid om vragen te stellen)
  8. vrij buurmans` kind, dan weet je wat je vindt. (=het is verstandig om vast te houden aan wat bekend en vertrouwd is)
  9. waar het warm is, is het goed vrijen. (=mensen uit een rijke familie kunnen makkelijker een partner krijgen)
  10. wat de heren wijzen moeten de gekken prijzen (=aan beslissingen van het hoger gezag moet men zich onderwerpen)
  11. wel onder zijn zolen kunnen schrijven (=wel mogen vergeten)
  12. wie de naam heeft, krijgt de daad (=wie bekend staat als misdadiger, krijgt de schuld)
  13. wie met honden omgaat, krijgt vlooien (=wie in slecht gezelschap verkeert, neemt slechte gewoonten over)
  14. wie schrijft, die blijft. (=documenteer alles goed voor je eigen bestwil)
  15. wie veel eist krijgt veel. Wie te veel eist krijgt niets (=je kan door het te vragen veel bij mensen gedaan krijgen, maar als je onredelijk wordt zal je worden overgeslagen)
  16. wijd van huis is altijd rijk. (=iemand die van ver komt, kan makkelijk liegen.)
  17. ze niet allemaal (alle vijf) op een rijtje hebben (=niet bij zijn volle verstand zijn. (alle vijf = de zintuigen))
  18. zo vrij als een vogeltje in de lucht (=alles kunnen doen en laten wat iemand wil)
  19. zonder strijd, geen overwinning (=na grote inspanning wordt succes pas bereikt)

298 betekenissen bevatten `rij`

  1. loon naar werken krijgen (=loon krijgen dat in overeenstemming is met het gedane werk)
  2. stevig in het zadel zitten (=machtig zijn, een belangrijke positie hebben)
  3. armslag krijgen (=meer mogelijkheden krijgen)
  4. een streepje voor hebben (=meer mogen dan een ander, minder gauw straf krijgen)
  5. papier is geduldig (=men kan veel schrijven)
  6. zo men zaait zo zal men oogsten (=men krijgt loon naar werken)
  7. ieder meent dat zijn eigen pak het zwaarst is. (=mensen overdrijven hun eigen moeilijkheden in vergelijking met die van anderen)
  8. waar het warm is, is het goed vrijen. (=mensen uit een rijke familie kunnen makkelijker een partner krijgen)
  9. je eieren goed naar de markt brengen (=met een rijke vrouw getrouwd zijn)
  10. hoeren en dieven, met geld zijn zij mijn gelieven (=met geld krijg je vrienden)
  11. voor geld kun je de duivel doen dansen (=met geld kun je alles gedaan krijgen)
  12. in het gedrang komen (=met moeilijkheden te maken krijgen)
  13. met spek vangt men muizen (=met veel vrijgevigheid kan men iedereen overhalen)
  14. de krant brengt de leugens in het land. (=niet alles wat de media schrijft klopt.)
  15. niet in tel zijn (=niet belangrijk genoeg zijn of genegeerd worden door anderen)
  16. een goed paard maakt nog geen goede ruiter. (=niet enkel de middelen tellen, ook de vaardigheid is belangrijk om resultaat te krijgen.)
  17. niet ruim kunnen soppen (=niet erg rijk zijn)
  18. niet aan zijn trekken komen (=niet krijgen wat men wil)
  19. scheer de schapen als ze wol hebben (=niet tegen elke prijs voordeel willen nastreven)
  20. op je lauweren rusten (=niets doen en genieten van de vrije tijd)
  21. van vreemde smetten vrij (=onafhankelijk, bevrijd)
  22. de berg heeft een muis gebaard (=ondanks de grote beloften is er vrijwel niets van terecht gekomen)
  23. op alle slakken zout leggen (=op alle onbelangrijke dingen commentaar hebben)
  24. iets in de wacht slepen (=op oneerlijke manier verkrijgen, iets in bezit krijgen voor weinig geld)
  25. op een droogje zitten (=op visite zijn en niks te eten of drinken krijgen)
  26. ervan lusten (=op zijn kop krijgen)
  27. over koetjes en kalfjes praten (=over allerlei onbelangrijke dingen praten)
  28. met spek schieten (=overdrijven of opscheppen)
  29. eerst komt het eten dan de moraal. (=overleven is belangrijker dan het volgen van regels.)
  30. liever te dik in de kist dan een feestje gemist (=plezier hebben is belangrijker dan lang leven)
  31. de schellen vallen hem van de ogen (=plotseling iets begrijpen hoe het in elkaar steekt)
  32. goed voordoen doet verkopen. (=presentatie is belangrijk als je iets wil verkopen)
  33. je sporen verdienen (=respect krijgen door goed werk te verrichten)
  34. in bonis (=rijk - gegoed)
  35. ridder te voet geworden zijn (=rijkdom is verdwenen)
  36. het vet wil boven drijven. (=rijke mensen willen domineren)
  37. het met iemand aan de stok hebben/krijgen (=ruzie met elkaar hebben/krijgen)
  38. met iemand in aanvaring komen (=ruzie of problemen met iemand krijgen)
  39. lapsus calami (=schrijffout)
  40. de pen voeren (=schrijven)
  41. bij de pinken zijn (=snel dingen begrijpen, Handig en flink zijn, Vroeg opstaan)
  42. als het regent in mei, is april voorbij (=spreekwoord dat de spot drijft met spreekwoorden die open deuren intrappen)
  43. veld winnen (=steeds belangrijker worden)
  44. contra rationem (=strijdig met de rede)
  45. aan de haak slaan (=te pakken krijgen)
  46. bij de kladden krijgen (=te pakken krijgen)
  47. iemand honing om de mond smeren (=tegen iemand aardige dingen zeggen/vleien om iets gedaan te krijgen)
  48. als David zijn volk telde verloor hij de strijd (=tel de winst pas uit bij het einde van de strijd)
  49. naar de haaien gaan (=ten onder gaan, zinken, zeer grote problemen krijgen en wellicht ophouden te bestaan)
  50. het harnas aantrekken (=ten strijde trekken)




Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen