Spreekwoorden met `zingen`

Zoek

12 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `zingen`

  1. altijd hetzelfde deuntje zingen (=steeds weer hetzelfde herhalen)
  2. een ander liedje laten zingen (=mores leren, van gedacht doen veranderen)
  3. een liedje van verlangen zingen (=op allerlei manieren een wens uitspreken)
  4. een toontje lager zingen (=minder opscheppen, minder grote mond hebben)
  5. geen twee deuntjes voor één cent zingen (=geen zin hebben hetzelfde nog een keer te herhalen)
  6. het hoogste lied zingen (=de baas zijn)
  7. het is nog ver van zingen (=het is nog lang niet in orde)
  8. het uitzingen (=het einde ervan afwachten, het volhouden)
  9. psalmen zingen (=schuren met baksteen en zand)
  10. vogeltjes die zo vroeg zingen zijn voor de poes (=wie zo vroeg wil genieten komt bedrogen uit)
  11. voor het zingen de kerk uit (=coïtus interruptus)
  12. zijn hoogste lied zingen (=zeer vrolijk zijn)

Eén betekenis bevat `zingen`

  1. goede raad is goud waard (=met goede aanwijzingen kan je heel veel doen)

22 dialectgezegden bevatten `zingen`

  1. as ich tich wor, zoo ich mér ë tauntsje leiger zingen (=in jouw plaats zou ik maar niet zo hoog van de toren blazen) (Munsterbilzen - Minsters)
  2. de vooze nie kunnen oeden (=vals zingen) (Veurns)
  3. E kan zo schoein zingen as e pjeit mo zoe et nie loeipen! (=Zijn zangtalent is twijfelachtig) (Teralfens)
  4. e tauntsje hoegger of leiger zinge (=een toontje hoger of lager zingen) (Munsterbilzen - Minsters)
  5. eege stoef stink (=eigen lof zingen is vals) (Munsterbilzen - Minsters)
  6. een potje kwekke (=een liedje zingen) (Kaatsheuvels)
  7. eij ef een stemme umme cocos te kloppen (=hij kan niet zingen) (Kampers)
  8. Gelèk as daa zoengen zo zingen de joenge (=Zoals de ouderen zongen zo zingen de jongen) (Sint-Katelijne-Waver)
  9. gimmeleer knapt oe van de koezen (=heel vals zingen) (Klazienaveens)
  10. ik kan zingen gelek e pjied mo kan zoe noag nie loeëpen (=ik kan zingen zoals een paard maar kan niet zo hard lopen) (Denderleeuws)
  11. in a broek schijten en alleloelia zingen (=luidop dromen) (Erps)
  12. terdoër valle (=vals muziek spelen of zingen) (Munsterbilzen - Minsters)
  13. van zenen traun getomeld (=een toontje lager zingen) (Munsterbilzen - Minsters)
  14. Veur 't zing denne karke uut wezen. (=Voor het zingen de kerk uit gaan.) (Sallands)
  15. veur ' t zingen uitte keirk goan; den trein nor Antweirpen pakken en in Beveren afstappen (=coîtis interuptus) (Sint-Niklaas)
  16. viuër 't zijën de kirk'uit Goan [voor 't zingen de kerk verlaten] (=coitus interruptus) (Kaprijks)
  17. voeës: De voeës (kénn'n) agen (=Goed kunnen zingen) (Lebbeeks)
  18. vrigge viëgël wiëne gepak doër de kat (=niet te vlug glorie zingen) (Munsterbilzen - Minsters)
  19. Wo da ne zanger valt sto ne schoeër op (=zingen om geld te krijgen op zingerkesdag) (Moorsel)
  20. ze zal uire kak wel inave (=ze zal wel een toontje lager zingen) (Leefdaals)
  21. zingen (=zingen) (Genker)
  22. zingendj nao béd, steenkendj nao de hél (=je moet bidden voor je gaat slapen, ipv zingen) (Weerts)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen