162 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `ef`
- lachen als een boer die een hoefijzer vindt (=tevreden lachen)
- leef niet om te eten maar eet om te leven (=vergeet niet om ook plezier te maken in het leven)
- lief en leed delen (=allerlei plezierige en droevige dingen met elkaar beleefd hebben)
- liefde is blind (=door verliefdheid de gebreken van een ander niet zien)
- liefde is waar de geldbuidel hangt (=liefde is te koop)
- liefhebben als de appel van zijn oog (=erg veel van iemand houden)
- maart heeft een krul in zijn staart. (=in maart kan het wisselvallig zijn)
- maart heeft knepen in zijn staart (=weerspreuk)
- men heeft daar latten op het dak (=daar wordt afgeluisterd)
- men heeft hem de hoorns opgezet (=iemand (vooral een bekende) heeft een relatie met zijn vrouw)
- men heeft het geluk zo vast als een handvol vliegen. (=geluk komt onverwachts en kan zo weer gaan)
- menig heeft te veel, niemand heeft genoeg. (=sommige mensen hebben nooit genoeg)
- mist heeft vorst in de kist. (=na mist gaat het vaak vriezen.)
- nakaarten heeft geen zin (=men moet niet doorgaan met zeuren over iets dat al geweest is)
- niets dan lege briefjes hebben in te brengen (=voorstellen waarvan je vooraf al weet dat deze toch niet bekeken worden)
- nooit troef verzaken (=overal bij zijn, altijd meedoen)
- oefening baart kunst (=door veel te oefenen verbeteren de prestaties)
- ongelukkig in het spel gelukkig in de liefde (=wie tegenslag heeft in het spel heeft misschien wel geluk in de liefde)
- onze Lieve Heer heeft vreemde kostgangers (=er bestaan nu eenmaal merkwaardige mensen)
- ook de beste boom geeft slechte vruchten (=zelfs goede ouders kunnen kinderen hebben die het verkeerde pad inslaan.)
- op de bonnefooi/bof (=op goed geluk)
- op dreef zijn (=erg goed actief zijn)
- op het schild verheffen (=tot leider maken)
- oude liefde roest niet (=als men al lang verliefd is, verdwijnt die liefde niet meer)
- oude schoenen wegwerpen voor men nieuwe heeft (=het onzekere voor het zekere nemen)
- over de schreef gaan (=een ernstige fout maken)
- per fas et nefas (=bij al wat heilig is) (Latijn)
- ruim zijn aandeel in `s werelds lief en leed gehad hebben (=genoeg geluk en tegenslagen gekend hebben)
- schots en scheef (=ongeordend door elkaar heen)
- tijd heeft vleugels en geen teugels. (=de tijd gaat snel en is niet te beïnvloeden)
- tot over je oren verliefd (=heel erg verliefd)
- van de kleef zijn (=gierig zijn)
- van liefde rookt de schoorsteen niet (=van de liefde alleen kan je niet leven)
- van voren niet weten dat je van achteren leeft (=erg dom zijn)
- van voren niet weten of men van achteren leeft (=erg dom zijn / erg ziek zijn)
- verdrinken eer men water gezien heeft (=mislukken voordat het begonnen is)
- voor lief nemen (=aanvaarden)
- wat voor vlees men in de kuip heeft (=wat voor iemand (of iets) het is)
- weten wat voor vlees men in de kuip heeft (=weten met wat voor iemand men te doen heeft)
- wie aan de weg timmert heeft veel bekijks (=iemand die grote beslissingen moet nemen, krijgt vaak ook veel kritiek)
- wie bang leeft, gaat ook bang dood (=je gaat zoals je geleefd hebt)
- wie boter op zijn hoofd heeft moet niet in de zon lopen (=wie schuldig is houdt zich best gedeisd)
- wie dan leeft die dan zorgt (=geen zorg om de toekomst van anderen)
- wie dan leeft, wie dan zorgt (=geen zorgen maken over de toekomst)
- wie de naam heeft, krijgt de daad (=wie bekend staat als misdadiger, krijgt de schuld)
- wie een kluitje heeft, heeft er graag een turfje bij (=ieder probeert zijn bezittingen te vermeerderen)
- wie geeft wat hij heeft, is waard dat hij leeft (=als je zoveel geeft zoveel je kunt, dan kan niemand je iets verwijten)
- wie het breed heeft laat het breed hangen (=iemand die veel geld heeft kan veel geld uitgeven)
- wie het grootste hoofd heeft, moet de grootste hoed hebben (=iemand die het recht heeft op het grootste deel, moet dat ook krijgen)
- wie het lang heeft laat het lang hangen (=wie veel geld heeft, kan ook veel geld uitgeven)
290 betekenissen bevatten `ef`
- achterom is kermis (=gezegd als voorlangs niet de voorkeur heeft)
- alle goede dingen bestaan in drieën (=gezegd van iets waarvan men er twee heeft en een derde wil krijgen)
- het takje buigen als het nog jong is (=goede gewoonten leert men het beste op jonge leeftijd aan)
- een gouden hart hebben (=heel aardig/lief zijn)
- tot over je oren verliefd (=heel erg verliefd)
- je het apelazerus schrikken (=heel heftig schrikken)
- de fiolen van zijn toorn uitstorten (=heftig uitvaren)
- alle duivels uit de hel vloeken (=heftig vloeken)
- het beste paard van stal halen (=het beste wat men heeft bovenhalen)
- in de schaduw stellen (=het beter doen dan een ander, iemand overtreffen)
- de rook kan het hangerijzer niet deren (=het heeft geen zin te proberen iets dat vast staat te veranderen)
- als je alles van tevoren weet, ga je liggen voor je valt (=het heeft geen zin zich na afloop te beklagen over gebrek aan voorkennis. (Meestal in antwoord op klachten als `Als ik dat van tevoren geweten had.`))
- als je alles van tevoren wist, dan kwam je met een dubbeltje de wereld rond (=het heeft geen zin zich na afloop te beklagen over gebrek aan voorkennis. (Meestal in antwoord op klachten als `Als ik dat van tevoren geweten had.`))
- het is geen roofgoed (=het heeft veel geld (of moeite) gekost)
- het is geen aangenomen werk (=het hoeft niet noodzakelijk zo snel te gaan)
- het aan zijn water voelen (=het instinctief aanvoelen)
- de muizen sterven er voor de kast (=het is er armoe troef)
- magerman is in die keuken kok (=het is er armoe troef)
- het leven gaat niet altijd over rozen (=het is niet altijd zo mooi, iedereen heeft wel eens tegenvallers)
- het leven is geen zoete krentenbol (=het is niet altijd zo mooi, iedereen heeft wel eens tegenvallers)
- het eet geen brood (=het kost niets om het te bewaren, behoeft geen onderhoud)
- de duivel schijt altijd op de grootste hoop (=het ongeluk treft meestal degenen die al in moeilijkheden verkeren.)
- geen ezel en kan zijn eigen oren afbijten. (=het onmogelijke hoef je niet te doen.)
- het geld brandt hem in de zak (=hij geeft zijn geld graag en gemakkelijk uit)
- er is tuk aan de hengel (=hij heeft beet (krijgt zijn zin))
- buiten hem om lopen (=hij heeft er geen invloed over)
- buiten zijn hoefslag gaan (=hij heeft er geen invloed over)
- het water loopt hem in de mond (=hij heeft er heel veel trek in)
- het kwartje is gevallen (=hij heeft het begrepen)
- je schip is binnen (=hij heeft zijn fortuin gemaakt)
- niet op je achterhoofd gevallen zijn (=hij is behoorlijk slim; hij heeft iets wel in de gaten)
- het komt uit zijn koker (=hij is degene die het heeft bedacht)
- het gaat hem/haar voor de wind (=hij/zij heeft geluk)
- elk huisje heeft z`n kruisje (=ieder gezin heeft eigen zorgen en problemen)
- iedereen moet zijn last dragen (=ieder heeft zijn problemen)
- de wereld is een pijp kaneel ieder likt eraan maar krijgt niet veel (=ieder krijgt een klein deeltje van wat de wereld te bieden heeft)
- de wereld is een schouwtoneel elk speelt zijn rol en krijgt zijn deel (=ieder krijgt een klein deeltje van wat de wereld te bieden heeft)
- vragen staat/is vrij (=iedereen heeft de gelegenheid om vragen te stellen)
- zoveel hoofden, zoveel zinnen (=iedereen heeft een eigen mening waarbij men moeilijk samen tot een oplossing kan komen)
- het krullen van de staart is het fatsoen van de hond. (=iedereen heeft wel een positieve eigenschap)
- elk hart heeft zijn smart. (=iedereen heeft zijn eigen zorgen om iets)
- een mens is geen aardappel (=iedereen heeft zo nu en dan behoefte aan ontspanning)
- men heeft hem de hoorns opgezet (=iemand (vooral een bekende) heeft een relatie met zijn vrouw)
- de drie h s meegeven (=iemand (zo mogelijk definitief) wegsturen)
- iemand in zijn eigen sop gaar laten koken (=iemand aan zijn lot overlaten (iemand die iets niet goed gedaan heeft))
- een schurftig paard vreest de roskam (=iemand die aan iets schuldig is, heeft liever niet dat datgeen onderzocht wordt)
- een volle buik peinst op geen lege. (=iemand die genoeg te eten heeft is niet bezig is met de zorgen van een ander)
- wie het grootste hoofd heeft, moet de grootste hoed hebben (=iemand die het recht heeft op het grootste deel, moet dat ook krijgen)
- een echte huismus (=iemand die het thuis naar zijn zin heeft, geen uitgaanstype)
- iemand in zijn eigen vet gaar laten smoren (=iemand die iets misdaan heeft aan zijn lot overlaten)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen