Spreekwoorden met `snor`

Zoek

3 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `snor`

  1. dat zit wel snor (=dat komt wel goed)
  2. een snor aan hebben (=lichtjes dronken zijn)
  3. je snor drukken (=afwezig blijven / zijn werk niet doen)

7 dialectgezegden bevatten `snor`

  1. dae hèt nogal ne bossël onder zën naos hange (=wat heeft die een grote snor) (Munsterbilzen - Minsters)
  2. Dat zit wel snor (=Dat zit wel goed) (Amsterdams)
  3. de snor drukken , de kuielattuh nemuh (=zich uit de voeten maken) (Utrechts)
  4. diej hee zen joeng opgefret (=man met snor en baard) (Ransts)
  5. ën goej poes hèt altijd ën naoëtë snor (=laat altijd iets dienen waarvoor het dient) (Munsterbilzen - Minsters)
  6. zên snor begint al te krolle (=stilte voor de storm, hij wordt al kwaad) (Munsterbilzen - Minsters)
  7. zën snor doen krolle (=kwaad kijken) (Munsterbilzen - Minsters)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen