Spreekwoorden met `us`

Zoek


186 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `us`

  1. elkaar bij de neus nemen (=elkaar voor de gek houden)
  2. er geen speld tussen kunnen krijgen (=iets klopt precies, geen gelegenheid krijgen in een gesprek ertussen te komen)
  3. er met zijn neus bij staan (=er vlakbij staan)
  4. er niet van tussen kunnen (=er aan vastzitten)
  5. er wel pap van lusten (=er niet genoeg van kunnen krijgen)
  6. er zijn kapers op de kust (=er zijn er die willen meeprofiteren)
  7. er zijn neus voor optrekken (=zich te goed vinden om iets te doen)
  8. ervan lusten (=op zijn kop krijgen)
  9. ervan tussen (=ontsnapt)
  10. fiat justitia (=het recht moet zegevieren) (Latijn)
  11. fiat justitia et pereat mundus (=het recht moet zegevieren ook al vergaat de wereld) (Latijn)
  12. geen knip voor de neus waard zijn (=zijn vak niet kennen en er geen verstand van hebben)
  13. geld baart onrust. (=waar geld is onstaat vaak onenigheid)
  14. het botert niet tussen hen (=ze kunnen niet goed met elkaar over weg)
  15. het buskruit niet uitgevonden hebben (=niet erg slim zijn)
  16. het ei van Columbus (=de (slimme) oplossing)
  17. het gaat aan zijn neus voorbij (=hij loopt iets mis)
  18. het is koek en ei tussen hen (=ze zijn zeer bevriend)
  19. het is zusje en broertje (=het is zo ongeveer hetzelfde)
  20. het klopt als een bus (=deze uitdrukking is een contaminatie van het sluit als een bus met: het klopt als een zwerende vinger)
  21. het moet zo tussen neus en lippen gebeuren (=het moet bijna ongemerkt gebeuren)
  22. het naadje van de kous willen weten (=alle details willen weten)
  23. het neusje van de zalm (=het beste deel)
  24. het ringetje van de deur kussen (=onderdanig / beleefd zijn voorbij geloofwaardigheid)
  25. het sluit als een bus (=de beredenering klopt)
  26. het verschil tussen mijn en dijn niet kennen (=stelen)
  27. homo homini lupus (=de mens benadert zijn medemens als een wolf) (Latijn)
  28. honger is de beste kok/saus (=wanneer men honger heeft, smaakt alles goed)
  29. honoris causa (=eershalve) (Latijn)
  30. iemand bij de neus nemen (=iemand voor de gek houden; iemand bedriegen)
  31. iemand blij maken met een dode mus (=iemand iets goeds in het vooruitzicht stellen, dat uiteindelijk waardeloos zal blijken te zijn)
  32. iemand de pen op de neus zetten (=streng ondervragen of aanpakken)
  33. iemand de voet kussen (=erg onderdanig naar iemand doen)
  34. iemand een bril op de neus zetten (=iemand terechtwijzen of dwingen gehoorzaam te zijn)
  35. iemand een pen op de neus zetten (=iemand dreigend vermanen)
  36. iemand iets aan de neus hangen (=iemand iets vertellen wat die beter niet kan weten)
  37. iemand iets door de neus boren (=ervoor zorgen dat iemand iets niet krijgt)
  38. iemand met de neus op de feiten drukken (=iemand iets zó onder de aandacht brengen, dat hij het niet langer kan negeren)
  39. iesus hominum salvator (=jezus de redder der mensheid)
  40. iets met argusogen bekijken (=iets wantrouwend bekijken. Iets nauwlettend in de gaten houden)
  41. iets op een procrustesbed leggen (=een regeling zo toepassen dat hij er voordeel van heeft)
  42. iets tussen neus en lippen zeggen (=zonder dat je het merkt in het geheel iets zeggen)
  43. ik geloof er in als een jood in Jezus Christus (=ik geloof er maar weinig in)
  44. in de bus blazen (=flink betalen)
  45. in partibus infidelium (=in het land der ongelovigen) (Latijn)
  46. in Rome geweest zijn, maar de Paus gemist hebben (=het belangrijkste laten schieten)
  47. is de paus katholiek? (=een antwoord op een vraag waarvan het antwoord overduidelijk `Ja` is)
  48. je het apelazarus werken (=heel hard werken)
  49. je het apelazerus schrikken (=heel heftig schrikken)
  50. je kruit op de mussen verschieten (=zijn woorden verspillen)

118 betekenissen bevatten `us`

  1. piano aan gaan (=heel rustig en langzaam gaan)
  2. op je dooie gemak (=heel rustig, zonder zich te haasten)
  3. gas terugnemen (=het iets rustiger aan gaan doen)
  4. het is galgen of burgemeesteren. (=het is goed of fout, er is geen tussenweg)
  5. het klopt als een zwerende vinger (=het past goed; het is logisch; het is volkomen juist; er is niets tegen in te brengen. (Equivalent aan: het sluit als een bus.))
  6. het gaat zo zijn gangetje (=het verloopt rustig, zonder ups en downs)
  7. als hamerstuk behandelen (=het voorstel zonder discussie aannemen)
  8. hij zoekt zijn paard en hij zit er op (=hij zoekt iets wat voor zijn neus is, wat iedereen ziet)
  9. de hete aardappel doorspelen (=iemand anders de vervelende klus laten opknappen)
  10. iemand te grazen nemen (=iemand een gemene streek leveren, op gemene manier er tussen nemen)
  11. iemand op de hak nemen (=iemand er tussen nemen (grap uithalen) of spottend over iemand praten)
  12. iemand een koud bad geven (=iemand kalmeren , illusies ontnemen)
  13. iemand in de kaart spelen (=iemand onbewust helpen)
  14. iemand een kool stoven (=iemand op een onprettige manier ertussen nemen)
  15. iemand voor vol aanzien (=iemand serieus nemen en respecteren.)
  16. zien eten doet eten. (=iemand zien eten bevordert de eigen eetlust.)
  17. een voetveeg zijn (=iemand zijn die voor minderwaardige klusjes gebruikt wordt)
  18. vingers en duimen aflikken (=iets erg graag lusten)
  19. vinger en duim naar iets likken (=iets erg graag lusten)
  20. tuk op iets zijn (=iets erg graag lusten of dol op zijn)
  21. er geen speld tussen kunnen krijgen (=iets klopt precies, geen gelegenheid krijgen in een gesprek ertussen te komen)
  22. een kink in de kabel komen (=iets tussen komen)
  23. onder de vijgenboom rusten (=in rust en welstand leven)
  24. in troebel water is het goed vissen (=in tijden van onlust of oorlog kan men gemakkelijk voordelen halen)
  25. langzaam aan, dan breekt het lijntje niet (=je kunt beter rustig doorwerken, dan kan er het minste fout gaat)
  26. je kunt wel dansen, ook al is het niet met de bruid (=je kunt je best amuseren ook al is het niet altijd precies wat je zou willen)
  27. op twee oren slapen (=je mag gerust zijn)
  28. je moet een gegeven paard niet in de mond kijken (=je moet niet te kritisch zijn over cadeaus, of koopjes)
  29. je katoen houden (=je rustig houden)
  30. iesus hominum salvator (=jezus de redder der mensheid)
  31. jesus nazarenus rex judaeorum (=jezus van Nazareth, koning der Joden)
  32. op twee paarden blijven rijden. (=men kan geen keus maken)
  33. met een dood kalf is het goed sollen (=men kan gerust wat proberen met iets dat al verloren is)
  34. de sterke arm der wet (=met gepast geweld optredende overheidsorganisatie, bijvoorbeeld politie of justitie)
  35. geliefdes kijven doet liefde bedrijven. (=na een ruzie tussen geliefden volgt liefde)
  36. met Sint Juttemis als de kalveren op het ijs dansen (=nooit (Sint Juttemis valt op 17 augustus, en dan ligt er geen ijs))
  37. een gat in de lucht springen (=ongeremd enthousiast zijn)
  38. lopen als een kip die haar ei niet kwijt kan (=onrustig heen en weer lopen)
  39. lopen als een muis in een meelton (=onrustig heen en weer lopen)
  40. op z`n dooie akkertje (=op zijn gemak, heel rustig, heel langzaam)
  41. het hoofd in de schoot leggen (=opgeven en er in berusten)
  42. je wilde haren verliezen (=ouder en rustiger worden)
  43. aan de lus hangen (=recht blijven staan in tram of bus)
  44. de bui afwachten (=rustig afwachten wat voor onheil er komt)
  45. schoon schip maken (=schulden betalen, de boel opruimen, na ruzie/problemen samen er uit komen en het verleden laten rusten)
  46. als een marmot (=slapen als een marmot : diep, rustig)
  47. ad interim (=tijdelijk - tussentijds)
  48. stoom afblazen (=tot rust komen)
  49. prijs de dag niet vóór de avond (=trek geen voorbarige conclusies en juich niet te vroeg)
  50. geen koren zonder kaf (=tussen al het goeie zit altijd ook wel iets minder goeds)

16 dialectgezegden bevatten `us`

  1. Nou moette toch us kieke (=Het is niet te geloven) (helmonds)
  2. ou noe us op mie je he zie-ever (=stop met je gezeur) (Zeeuws)
  3. prissentêert us un kuukske!! (=ga eens rond met de koekjes!!) (Tilburgs)
  4. schei d' ur us méé uit (=hou er nu eens mee op) (Bosch)
  5. Schei us uit joh (=Hou daar mee op) (Rotterdams)
  6. schuif us un end op jong (=ga eens wat opzij als je wilt) (Oudenbosch)
  7. sjöd us ins get bijj (=schenk eens wat bij voor ons) (Mestreechs)
  8. speel us bie je popperommel (=wat moet ik eens gaan doen) (Zeeuws)
  9. T'is nee rute ut 't us en at rint rint terin (=Er is een ruit uit het huis en als het regent, regent het binnen) (West-vlaams)
  10. taitum us (=hou er eens mee op) (Bosch)
  11. Tès Nie Voe Rover nar us te Skrivven (=het gaat niet goed) (Kortrijks)
  12. Tingelingeluuërke ich trek um aan zien uuërke Waat reudje: Hin, haan of vos? Haan.. `Dan trek ich dur nog us aan` Vos...`Dan laot ich um (nog neet) los` Hin.. `Dan pak ich dur nog un bitje deeper in` (=aftelliedje) (Weerts)
  13. vat us un burt (=pak eens een bord) (Helmonds)
  14. we zun um us un ôor ònnaaje. (=we zullen hem eens te pakken nemen) (Tilburgs)
  15. wocht us efkes (=even wachten) (Valkenswaards)
  16. zu me den hond us opkieste (=zullen we de hond eens ophitsen) (Tilburgs)




Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen